Opinie

De misère van de wetenschap

De kloof tussen geesteswetenschappen en natuurwetenschappen wordt steeds groter, beweert filosoof en wiskundige Jean Paul van Bendegem. Vijftig jaar na het verschijnen van ‘The two cultures’ van C.P. Snow is de relatie tussen wetenschappers en leken nog steeds belabberd.

Aan het einde van ‘Hamlet en entropie’ schetst Van Bendegem met een gênant voorbeeld wat er misgaat bij wetenschapscommunicatie. Hij neemt als fictief vakgebied buitenlandse reizen. Hij beschrijft hoe onderzoekers ontdekken dat reisgidsen een cruciaal ingrediënt zijn bij buitenlandse reizen. Na jaren onderzoek blijken lay-out en vormgeving van fundamenteel belang. In een vervolgonderzoek stort een geniale onderzoeker zich op het gebruik van kleurinkten. Na een aantal jaren weet deze wetenschapper alles van inkt: de geschiedenis, de techniek, echt alles. ‘Stel nu ten slotte’, schrijft Van Bendegem, ‘dat een culturele vereniging een avond organiseert met als thema Wat heeft de wetenschap ons te zeggen over buitenlandse reizen?, dan is toch het laatste wat je mag doen dat je deze geniale wetenschapper, hoe ervaren die ook moge zijn in het overbrengen van wetenschappelijke ideeën, naar die avond stuurt. De man of vrouw zal een ongemeen boeiend verhaal houden over drukinkten en iedereen zal zich terecht afvragen wat dat nu met buitenlandse reizen heeft te maken.’

Dit herkenbare voorbeeld is één van de vele, kleine losse ideeën in ‘Hamlet en entropie’. Het boek begint met een samenvatting en korte analyse van ‘The two cultures’ van schrijver en natuurkundige C.P. Snow uit 1959. Hij geeft in grove lijnen de geschiedenis van de wetenschap en beschrijft hoe wetenschap vandaag de dag werkt. Ten slotte bekijkt hij de verhouding tussen wetenschap en maatschappij en tussen wetenschap en burger.
Van Bendegem zwalkt van onderwerp naar onderwerp en noemt haast terloops (en vaak tussen haakjes) allerlei interessante zaken. Soms raak je als lezer de draad van zijn immer vlammend betoog kwijt. Wat wil hij nu eigenlijk zeggen over de twee culturen?

Hij noemt ‘Hamlet en entropie’ een pamflettair essay en benadrukt dat zijn bedoeling is om mensen te irriteren, om een reactie uit te lokken. Dat irriteren lukt. Soms juist doordat hij om dingen heen draait en zichzelf iets te veel indekt: ‘maar ook hier moet ik mij verontschuldigen, want ik ben geen econoom en dus ben ik eigenlijk maar een beetje aan het raaskallen’.
De rijkheid aan vragen, ideeën en slimme voorbeelden is overweldigend. Waarschijnlijk moeten we blij zijn dat Van Bendegem niet keurig volgens een schema schrijft, want veel van de dingen die hij even kort in een terzijde noemt zijn interessant genoeg om een heel essay over te schrijven.
‘Hamlet en entropie’ schreeuwt om reacties en sluit af met ‘Het woord is nu aan de lezer, ik heb genoeg geschreven.’ Kortom: lees dit pamflet. En schrijf er daarna zelf één.  

Jean Paul van Bendegem, ‘Hamlet en entropie’ – De twee culturen, een halve eeuw later, VUBPRESS, ISBN: 9789054876243, 140 blz. €15.00.

Nu het kabinet van de Zuiderzeespoorlijn afziet, kan de superbus op dit traject worden ingezet, vindt lijsttrekker van de ChristenUnie/SGP, Peter van Dalen. Afgelopen week was hij met het oog op de aankomende Europese verkiezingen op werkbezoek in Flevoland. De superbus zal niet alleen Groningen, maar ook Noord-Duitsland aandoen. Door de grensoverschrijdende functie kan deze bus prima in aanmerking komen voor Europese subsidie. De Eurofractie van de ChristenUnie en de SGP gaat zich hiervoor inzetten.
De Superbus is al jaren een project van ex-astronaut Wubbo Ockels en zal met een snelheid van 150 tot 300 km/u over speciale geothermisch verwarmde wegen gaan rijden. Door zijn rubberbanden kan de bus ook met verminderde snelheid op bestaande wegen rijden. Verder zorgt de bus voor comfortabel, vraagafhankelijk en deur-tot-deur-vervoer. Hierdoor kan deze superbus op langere afstanden concurreren met de auto en trein. De bus rijdt op elektriciteit en is in staat om razendsnel op te trekken en af te remmen, wat enorme tijdsbesparingen bij haltes zal opleveren.
Tot nu toe is er geen rechtstreekse railverbinding tussen de Randstad en Noord-Nederland. Lelystad is een eindstation en wie verder wil moet via Utrecht en Zwolle reizen. De gemeente Noordoostpolder onderzoekt momenteel of een superbusverbinding haalbaar is. De vraag is echter of er genoeg potentiële reizigers zijn om de kosten te dragen. Door de verbinding naar Duitsland door te trekken, wordt het netwerk vergroot en kan de superbus gedeeltelijk door Europese subsidies gefinancierd worden, wat het project een stuk haalbaarder maakt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.