Campus

In de huid van een vluchteling

Zonder uitnodiging…een reis als geen andere De wereld kent een kleine dertig miljoen vluchtelingen. Voor ons zijn het veelal mensen zonder gezicht, getallen. In het toneelstuk ‘Zonder uitnodiging’ kruip je in de huid van een vluchteling.

/strong>

We hebben allemaal al zoveel vluchtelingen op televisie gezien, zoveel tentenkampen met uitgebluste mensen, zoveel Chinezen dood in een koelcel, dat die beelden nauwelijks beklijven. Wanneer het te deprimerend wordt, zappen we naar een ander kanaal of bladeren we naar het sportkatern. Om het probleem vanuit het oogpunt van de vluchteling onder de aandacht te brengen wordt in het kader van Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad van Europa, in het pakhuis Las Palmas op de Kop van Zuid het toneelstuk ‘Zonder uitnodiging…een reis als geen andere’ uitgevoerd. Hier is het onmogelijk om te zappen of de ogen te sluiten en te doen alsof het probleem er niet is want je speelt zelf mee… als vluchteling.

Ik ga er heen met een échte vluchteling: TU-student Mousab Mousa uit Soedan, na eindeloos juridisch getouwtrek sinds kort in het bezit van de A-status. Bij aankomst krijgt Mousab de rol toebedeeld van Johny Momah uit Sierra Leone. Hij verdwijnt in een gang en ik zie hem pas na de voorstelling weer terug. Ikzelf krijg de identiteit aangemeten van Odo Yakub, een Assyrische Irakees. Een mij onbekend meisje krijgt de rol van mijn vrouw.

Met een zekere tegenzin gaan we naar binnen. Tijdens de briefing, een uitleg over wat we ongeveer kunnen verwachten, horen we mitrailleurvuur, laag overvliegende straalvliegtuigen en het geschreeuw van grenswachten. In die omstandigheden moeten we in een paar minuten vertrouwd raken met onze nieuwe persoonlijkheid. Keer op keer ratel ik in mijn hoofd mijn naam, geboortedatum, woonplaats en beroep af, maar bij confrontatie met de eerste de beste soldaat ben ik al de helft vergeten. Ik en mijn zogenaamde vrouw worden van elkaar gescheiden en pas tegen het eind zie ik haar weer terug.

Beangstigend

Het concept van de voorstelling, een interactief toneelstuk, is tegelijkertijd de grote kracht en de grote zwakte. Het Nederlands publiek is erop ingesteld vermaakt te worden en daarbij een afwachtende positie in te nemen. Zelf meespelen in een stuk is voor velen een beangstigende gedachte. Onwennigheid is troef bij veel deelnemers en sommigen stellen zich niet helemaal serieus op.

Daarbij is de logistiek van een voorstelling als deze zeer moeilijk. Verschillende groepen bevinden zich gelijktijdig in het gebouw. De (echte) acteurs hebben hun handen vol aan het in goede banen leiden van alle ronddolende vluchtelingen. Niet zelden kom ik een dubbelganger tegen, iemand die dezelfde rol speelt als ik maar een kwartier eerder of later is gestart. Op een gegeven moment word ik zelfs met mezelf opgesloten in een cel. Wanneer ik na veleomzwervingen mijn vrouw weer ontmoet, zitten er plotseling vier op een rij! De acteurs improviseren zich een slag in de rondte om alles toch weer op z’n pootjes terecht te laten komen.

Onderweg zijn ‘wachtmomenten’ ingebouwd, zoals een vluchtelingenkamp, zodat je weer op het juiste moment in het stuk kunt instromen. Dat betekent dat je veel moet wachten. Ik heb bij elkaar zeker twintig minuten in een Unhcr-tent gezeten. Dat mag irritant lijken, maar in combinatie met de spanning van wat er komen gaat is dat wachten heel effectief. Afwachten, onzeker van wat er verder met je gaat gebeuren, is zo ongeveer het meest karakteristieke van het vluchtelingenbestaan.

Ontgroening

Een merkwaardige tweeslachtigheid maakt zich van mij meester, eentje die ik me nog herinner van de ontgroening: van één kant weet ik dat alles nep is, van de andere kant voel ik me geïntimideerd. Ik ben oprecht opgelucht als ik veilig in Nederland aankom, maar de ontnuchtering volgt bij het gesprek met de Immigratie- en Naturalisatie Dienst.

Een norse kenau vraagt ons naar de details van onze vlucht. Bij alles wat we zeggen worden vraagtekens geplaatst. Werd u werkelijk vervolgd? U bent gevangen genomen zegt u, waarom zit u dan hier? O, u bent weer vrijgelaten? Waarom bent u dan gevlucht? We stamelen maar wat.

Ik realiseer me plotseling dat een vluchteling lang niet altijd kan bewijzen dat hij vervolgd wordt en dat er, wanneer hij eenmaal in Nederland is aangekomen, problemen opdoemen van een geheel andere aard: die van de bureaucratie. De gang van AC naar OC naar AZC, de eindeloze interviews met messcherpe vragen, de argwaan over of je de waarheid vertelt en het geestdodende wachten, wachten, wachten.

Het is jammer dat het toneelstuk hier ophoudt, hoewel het intussen al anderhalf uur heeft geduurd. Na afloop praat ik na met Mousab in Hotel New York, dat honderd meter verderop ligt. Een passende omgeving, als je bedenkt dat hiervandaan honderd jaar geleden duizenden mensen zijn vertrokken om in Amerika een nieuw bestaan op te bouwen. Mousab vindt het een waardevol stuk: ,,Ik denk dat mensen ervan gaan nadenken.” Hij heeft gelijk: nog dagen later spelen de wederwaardigheden van Odo Yakub door mijn hoofd. De anonieme groep vluchtelingen heeft voor mij een identiteit gekregen en daarmee is de voorstelling in ieder geval in één opzet geslaagd.

Nog tot 30 juni 2001, Las Palmas, Wilhelminakade 66, Rotterdam.

Reserveren verplicht: 010-402 2001

De wereld kent een kleine dertig miljoen vluchtelingen. Voor ons zijn het veelal mensen zonder gezicht, getallen. In het toneelstuk ‘Zonder uitnodiging’ kruip je in de huid van een vluchteling.

We hebben allemaal al zoveel vluchtelingen op televisie gezien, zoveel tentenkampen met uitgebluste mensen, zoveel Chinezen dood in een koelcel, dat die beelden nauwelijks beklijven. Wanneer het te deprimerend wordt, zappen we naar een ander kanaal of bladeren we naar het sportkatern. Om het probleem vanuit het oogpunt van de vluchteling onder de aandacht te brengen wordt in het kader van Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad van Europa, in het pakhuis Las Palmas op de Kop van Zuid het toneelstuk ‘Zonder uitnodiging…een reis als geen andere’ uitgevoerd. Hier is het onmogelijk om te zappen of de ogen te sluiten en te doen alsof het probleem er niet is want je speelt zelf mee… als vluchteling.

Ik ga er heen met een échte vluchteling: TU-student Mousab Mousa uit Soedan, na eindeloos juridisch getouwtrek sinds kort in het bezit van de A-status. Bij aankomst krijgt Mousab de rol toebedeeld van Johny Momah uit Sierra Leone. Hij verdwijnt in een gang en ik zie hem pas na de voorstelling weer terug. Ikzelf krijg de identiteit aangemeten van Odo Yakub, een Assyrische Irakees. Een mij onbekend meisje krijgt de rol van mijn vrouw.

Met een zekere tegenzin gaan we naar binnen. Tijdens de briefing, een uitleg over wat we ongeveer kunnen verwachten, horen we mitrailleurvuur, laag overvliegende straalvliegtuigen en het geschreeuw van grenswachten. In die omstandigheden moeten we in een paar minuten vertrouwd raken met onze nieuwe persoonlijkheid. Keer op keer ratel ik in mijn hoofd mijn naam, geboortedatum, woonplaats en beroep af, maar bij confrontatie met de eerste de beste soldaat ben ik al de helft vergeten. Ik en mijn zogenaamde vrouw worden van elkaar gescheiden en pas tegen het eind zie ik haar weer terug.

Beangstigend

Het concept van de voorstelling, een interactief toneelstuk, is tegelijkertijd de grote kracht en de grote zwakte. Het Nederlands publiek is erop ingesteld vermaakt te worden en daarbij een afwachtende positie in te nemen. Zelf meespelen in een stuk is voor velen een beangstigende gedachte. Onwennigheid is troef bij veel deelnemers en sommigen stellen zich niet helemaal serieus op.

Daarbij is de logistiek van een voorstelling als deze zeer moeilijk. Verschillende groepen bevinden zich gelijktijdig in het gebouw. De (echte) acteurs hebben hun handen vol aan het in goede banen leiden van alle ronddolende vluchtelingen. Niet zelden kom ik een dubbelganger tegen, iemand die dezelfde rol speelt als ik maar een kwartier eerder of later is gestart. Op een gegeven moment word ik zelfs met mezelf opgesloten in een cel. Wanneer ik na veleomzwervingen mijn vrouw weer ontmoet, zitten er plotseling vier op een rij! De acteurs improviseren zich een slag in de rondte om alles toch weer op z’n pootjes terecht te laten komen.

Onderweg zijn ‘wachtmomenten’ ingebouwd, zoals een vluchtelingenkamp, zodat je weer op het juiste moment in het stuk kunt instromen. Dat betekent dat je veel moet wachten. Ik heb bij elkaar zeker twintig minuten in een Unhcr-tent gezeten. Dat mag irritant lijken, maar in combinatie met de spanning van wat er komen gaat is dat wachten heel effectief. Afwachten, onzeker van wat er verder met je gaat gebeuren, is zo ongeveer het meest karakteristieke van het vluchtelingenbestaan.

Ontgroening

Een merkwaardige tweeslachtigheid maakt zich van mij meester, eentje die ik me nog herinner van de ontgroening: van één kant weet ik dat alles nep is, van de andere kant voel ik me geïntimideerd. Ik ben oprecht opgelucht als ik veilig in Nederland aankom, maar de ontnuchtering volgt bij het gesprek met de Immigratie- en Naturalisatie Dienst.

Een norse kenau vraagt ons naar de details van onze vlucht. Bij alles wat we zeggen worden vraagtekens geplaatst. Werd u werkelijk vervolgd? U bent gevangen genomen zegt u, waarom zit u dan hier? O, u bent weer vrijgelaten? Waarom bent u dan gevlucht? We stamelen maar wat.

Ik realiseer me plotseling dat een vluchteling lang niet altijd kan bewijzen dat hij vervolgd wordt en dat er, wanneer hij eenmaal in Nederland is aangekomen, problemen opdoemen van een geheel andere aard: die van de bureaucratie. De gang van AC naar OC naar AZC, de eindeloze interviews met messcherpe vragen, de argwaan over of je de waarheid vertelt en het geestdodende wachten, wachten, wachten.

Het is jammer dat het toneelstuk hier ophoudt, hoewel het intussen al anderhalf uur heeft geduurd. Na afloop praat ik na met Mousab in Hotel New York, dat honderd meter verderop ligt. Een passende omgeving, als je bedenkt dat hiervandaan honderd jaar geleden duizenden mensen zijn vertrokken om in Amerika een nieuw bestaan op te bouwen. Mousab vindt het een waardevol stuk: ,,Ik denk dat mensen ervan gaan nadenken.” Hij heeft gelijk: nog dagen later spelen de wederwaardigheden van Odo Yakub door mijn hoofd. De anonieme groep vluchtelingen heeft voor mij een identiteit gekregen en daarmee is de voorstelling in ieder geval in één opzet geslaagd.

Nog tot 30 juni 2001, Las Palmas, Wilhelminakade 66, Rotterdam.

Reserveren verplicht: 010-402 2001

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.