Onderwijs

‘De gezonde concurrentie blijft’

De 3TU’s hebben plannen voor vijf centres of excellence ingediend voor een subsidie van vijftig miljoen euro. Trekker van het centrum op het gebied van ’technologieën voor duurzame energie’ is directeur van het Reactorinstituut Delft, prof.dr.ir. Tim van der Hagen (TNW).

U bent een groot aanhanger van kernenergie maar dat zit niet in het centre of excellence. Waarom bent u dan juist de trekker?

“Tegelijk met het centre of excellence wordt een centre of competence opgericht. Daarin zitten alle leerstoelen van de 3TU’s op het gebied van energievoorziening, en daar zit kernenergie wel degelijk in. Maar daaruit hebben we een aantal onderdelen gekozen dat een extra financiële injectie nodig heeft. Die zitten in het centre of excellence, dat zijn eigenlijk onze dromen. Het gaat om zonne-energie, biomassa en een ‘zero-emission’-auto op waterstof. De plannen zijn risicovol maar als ze slagen, zijn dat wel grote stappen vooruit.”

Wat is het voordeel van die gezamenlijke centres?

“Dat iedereen nu met elkaar aan een gemeenschappelijk probleem gaat werken, in dit geval de duurzame-energievoorziening. Ik denk dat we dat alleen kunnen bereiken met een mix van duurzame energieopties. Je hebt dus zowel zonne-energie als windenergie en biomassa nodig, maar ook kernenergie, daar ben ik van overtuigd. We gaan nu aan die mix werken, zodat over een jaar of vijf de overheid keuzes kan maken op basis van feiten.”

Gaat die extra samenwerking met Eindhoven en Twente niet ten koste van de concurrentie?

“Hoogleraren willen meestal haantje de voorste zijn, dus die gezonde concurrentie zal wel blijven.”

Krijgt Delft binnen het centrum een eigen specialiteit?

“Delft is op de volle breedte vertegenwoordigd, daarom spelen we in alle thema’s een grote rol. Van de zeventig hoogleraren in het centre of competence komt de helft uit Delft. Twente zit vooral in de biomassa en Eindhoven vooral in de zonne-energie, maar wij zijn daar allebei ook sterk in.”

Dus wij hebben hen niet nodig?

“De samenwerking met de net wat andere culturen en vakgebieden geeft gewoon meerwaarde. Daarom was ik hiervoor ook al bezig met het oprichten van een nationaal onderzoeksplatform duurzame energievoorziening. Daarin willen we al het Nederlandse toponderzoek op energiegebied bundelen, dus ook andere universiteiten en bijvoorbeeld het Energieonderzoek Centrum Nederland. Delft zal ook daarin een grote rol spelen en eigenlijk is dat misschien wel belangrijker dan dit 3TU-gebeuren.”

Waarom dan toch dit 3TU-collectief?

“Met de subsidie kunnen we innovatief onderzoek doen. En als we dit van de grond hebben is dat een mooie inbreng voor het platform. We kunnen die 3TU’s daar in een keer inschuiven en dan snel doorstoten naar iets landelijks.”

Tim van der Hagen. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

U bent een groot aanhanger van kernenergie maar dat zit niet in het centre of excellence. Waarom bent u dan juist de trekker?

“Tegelijk met het centre of excellence wordt een centre of competence opgericht. Daarin zitten alle leerstoelen van de 3TU’s op het gebied van energievoorziening, en daar zit kernenergie wel degelijk in. Maar daaruit hebben we een aantal onderdelen gekozen dat een extra financiële injectie nodig heeft. Die zitten in het centre of excellence, dat zijn eigenlijk onze dromen. Het gaat om zonne-energie, biomassa en een ‘zero-emission’-auto op waterstof. De plannen zijn risicovol maar als ze slagen, zijn dat wel grote stappen vooruit.”

Wat is het voordeel van die gezamenlijke centres?

“Dat iedereen nu met elkaar aan een gemeenschappelijk probleem gaat werken, in dit geval de duurzame-energievoorziening. Ik denk dat we dat alleen kunnen bereiken met een mix van duurzame energieopties. Je hebt dus zowel zonne-energie als windenergie en biomassa nodig, maar ook kernenergie, daar ben ik van overtuigd. We gaan nu aan die mix werken, zodat over een jaar of vijf de overheid keuzes kan maken op basis van feiten.”

Gaat die extra samenwerking met Eindhoven en Twente niet ten koste van de concurrentie?

“Hoogleraren willen meestal haantje de voorste zijn, dus die gezonde concurrentie zal wel blijven.”

Krijgt Delft binnen het centrum een eigen specialiteit?

“Delft is op de volle breedte vertegenwoordigd, daarom spelen we in alle thema’s een grote rol. Van de zeventig hoogleraren in het centre of competence komt de helft uit Delft. Twente zit vooral in de biomassa en Eindhoven vooral in de zonne-energie, maar wij zijn daar allebei ook sterk in.”

Dus wij hebben hen niet nodig?

“De samenwerking met de net wat andere culturen en vakgebieden geeft gewoon meerwaarde. Daarom was ik hiervoor ook al bezig met het oprichten van een nationaal onderzoeksplatform duurzame energievoorziening. Daarin willen we al het Nederlandse toponderzoek op energiegebied bundelen, dus ook andere universiteiten en bijvoorbeeld het Energieonderzoek Centrum Nederland. Delft zal ook daarin een grote rol spelen en eigenlijk is dat misschien wel belangrijker dan dit 3TU-gebeuren.”

Waarom dan toch dit 3TU-collectief?

“Met de subsidie kunnen we innovatief onderzoek doen. En als we dit van de grond hebben is dat een mooie inbreng voor het platform. We kunnen die 3TU’s daar in een keer inschuiven en dan snel doorstoten naar iets landelijks.”

Tim van der Hagen. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.