Campus

De eeuwige stagiair

Stage lopen na je studie en onderbetaalde werkervaringsplekken accepteren: het gebeurt ook op de TU Delft. Technische studies hebben weinig last van een verzadigde arbeidsmarkt, maar toch is een TU-diploma niet altijd een garantie voor een startersbaan.

Daar sta je dan met je diploma op zak en zin in een nieuwe baan. De vereisten voor een startersbaan zijn soms hoog: vijf jaar werkervaring, activiteiten naast de studie, een honoursprogramma en buitenlandervaring. Hoe kom je daaraan? Bijvoorbeeld door stage te lopen of een werkervaringsplek aan te nemen, waarvan de vergoeding lager ligt dan het minimumloon.


FNV Jong opende in 2015 het meldpunt stagemisbruik. Als resultaat hiervan zijn de afgelopen maand zogenaamde rondetafelgesprekken geweest met betrokken partijen, FNV Jong en leden van de Tweede Kamer.


Recruiters

Op de presentatiedagen in februari van de Delftse Bedrijvendagen peilen studenten hun toekomstige werkgevers en vice versa. In de aula staan vertegenwoordigers van verschillende bedrijven te vertellen wat ze doen en waarom. Het is een feestelijke bedoening met 3D-printers, ballonnen en gadgets.


Van onderbetaalde werkervaringsplekken is geen spoor te bekennen. “Ik vind het nogal flauw als iemand wordt aangenomen na zijn studie voor een stage of een werkervaringsplek”, zegt Dianne Schaafsma, recruiter bij Ampelmann. “Een diploma laat de kwaliteit zien, dan hoeft iemand zich niet te bewijzen bij een stage. Een jong iemand zonder werkervaring is nog makkelijk te vormen, vergeleken met iemand die al jaren meeloopt.”


Dat vindt ook Rini de Rooij, van FM Global. Daar werken ze niet met tijdelijke contracten. Iedereen die wordt aangenomen, krijgt een vast contract. “Wij investeren direct in onze werknemers; zij krijgen een jaar lang een training. Onze sollicitatieprocedure bestaat uit twee lange interviews en een presentatie. Bij sollicitanten letten we vooral op de omgang met mensen en een gezonde interesse voor techniek. We willen jonge mensen zeker een kans geven, want we zijn op zoek naar een mix van jong en oud.”

Mooi baantje


De studenten die op de Bedrijvendagen rondlopen, hebben er vertrouwen in dat zij na hun studie een baan krijgen. “Ik ben breed georiënteerd, ik heb het honoursprogramma gedaan en ik ga binnenkort beginnen met een stage bij Nuon”, vertelt Carolien Arensman, studente technische bestuurskunde. “Dat doe ik niet om mijn CV een boost te geven, maar omdat ik daar zelf in geïnteresseerd ben. Ik vind het zo raar dat sommige bedrijven dingen willen die helemaal niet kunnen: buitenlandervaring, veel werkervaring en goede cijfers in een zo kort mogelijke tijd. Dat is niet reëel.”


Leon Vaalburg, student offshore engineering, wil na zijn studie meteen meedraaien. “Ik wil een mooi baantje. Op dit moment heb ik een bijbaan bij Ampelmann en schrijf ik een dag in de week rapporten. Ik kwam hier terecht door vaak naar lunchlezingen te gaan en een keer naar een inhouse-dag. Daar bleek dat ze nog iemand zochten.”


 

Steun van ouders


Zo makkelijk gaat het niet iedereen af. Bij het meldpunt stagemisbruik van de FNV Jong kwamen het afgelopen anderhalf jaar zeshonderd meldingen binnen van stagemisbruik, zoals stage na het afstuderen. Tien tot twaalf procent van de meldingen is afkomstig van architecten. Sjors en Sabine (niet hun echte namen*) zijn beiden afgestudeerd bij Bouwkunde en lopen stage om werkervaring op te doen. Sjors is 36, loopt stage bij een architectenbureau en verdient daarmee vijfhonderd euro per maand.


 


“In 2012 ben ik afgestudeerd”, vertelt hij. “Het was midden in de crisis en het melkquotum van 2014 kwam eraan waardoor boeren wilden investeren. Ik begon voor mezelf en ging koeienstallen tekenen. Met het mestquotum wilden boeren niet meer investeren in nieuwe stallen en stortte mijn markt in. Ik kwam erachter dat ik het 3D-tekenprogramma dat veel architecten nu gebruiken, Revit, nog niet onder de knie had. Tijdens deze stage heb ik dat geleerd. Daarnaast is stage lopen een makkelijke manier om binnen te komen. En dat is gebleken: ik loop twee maanden stage en daarna mag ik nog vier maanden blijven als werknemer om het project waarmee ik begonnen ben af te maken. Helaas kan ik daarna niet blijven, het bedrijf heeft een tekort aan technische tekenaars en niet aan architecten.”


Sabine is 26 jaar en rondde in 2016 de master architectural engineering af. Nu loopt ze zes maanden stage bij een consultancybureau dat zich specialiseert in duurzaam bouwen in Amsterdam. “Het is geen echt architectuurbureau, maar ik wil kijken of consultancy bij me past en werkervaring opdoen”, vertelt ze. Ze verdient 250 euro per maand en krijgt 100 euro reiskostenvergoeding. De rest wordt bijgelegd door haar ouders. “Zij willen mij ondersteunen in het vinden van een goede baan zodat ik verzekerd ben van een goede toekomst.”

Halvering arbeidsplaatsen


Luc Willekens, oud-stagecoördinator bij de minor van Bouwkunde, noemt twee oorzaken van het probleem. “Ten eerste zorgde de crisis voor een halvering van het aantal arbeidsplaatsen”, legt hij uit. “Ten tweede is de architectuur een vrije markt. Dat heeft ervoor gezorgd dat de honoraria nu erg laag zijn.”


 


Sjors herkent dat. “Klanten denken dat architectuur niet duur is. Dat komt doordat goedkope stagiairs worden ingezet voor professioneel werk.” Voorzitter van FNV Jong Kristina van der Molen zet zich in tegen de uitbuiting van stagiairs en afgestudeerden op werkervaringsplekken. “Ik vind dat de startersbaan terug moet komen. Nu is de werkervaringsplek de nieuwe startersbaan geworden en dat is niet goed. Ik wil dit veranderen.”


Vakbonden, studenten, Kamerleden en andere betrokkenen zijn het er over eens: er moet iets veranderen, dit kan zo niet langer. Jongeren moeten betaald krijgen voor het werk dat ze doen. Maar hoe verander je een cultuur die er zo ingesleten is? Door de instroom te beperken? “Uit het verleden is gebleken dat het moeilijk in te schatten is hoeveel mensen er nodig zijn op de arbeidsmarkt, en dat een numerus fixus soms zorgt voor een tekort aan afgestudeerden”, aldus stagecoördinator Willekes. “Daarbij is het effect van een numerus fixus pas over minimaal vijf jaar te merken.” Sjors ziet het een numerus fixus niet zitten. “Laatbloeiers die goed zijn, geef je zo geen kans om zich te ontwikkelen.” FNV-vrouw Van der Molen ziet dat het probleem niet per se zit in het overschot. “Misbruik vindt niet alleen plaats in de sectoren met de overschotten. Daarbij is overschot geen excuus om er misbruik van te maken.”


Sinds 2014 is er een nieuwe regeling voor afgestudeerde architecten. Voordat een afgestudeerde architect de titel ‘architect’ mag dragen, is een beroepservaringsperiode (BEP) verplicht. Dit betekent dat afgestudeerden twee jaar werkervaring moeten opdoen. “Dit vind ik een goed plan”, vindt Sjors. “De opleiding duurt maar vijf jaar en daarin leer je lang niet alles. Je moet bijvoorbeeld ook weten hoeveel iets kost.”


Sabine valt met deze regeling net buiten de boot. “Ik loop nu stage bij een consultancybureau en niet bij een architectenbureau. Dat betekent dat ik na mijn stage nog een andere stage moet doen bij een architectenbureau als ik de titel van junior architect wil krijgen. Daarbij komt dat de BEP betaald moet worden door het bedrijf waar je stage loopt. Ik vind het een goed idee, maar kan me dat op dit moment niet veroorloven.”

Stage tijdens studie


Tijdens de Delftse Bedrijvendagen en daarbuiten geeft bijna iedereen dezelfde tip: loop stage tijdens je studie. Je leert netwerken, je weet daarna beter welke kant je op wil, je doet werkervaring op en je krijgt er studiepunten voor.


 


Nicole van den Berg deed de master industrial ecology en loopt nu zes maanden stage, net op het randje van haar afstuderen. “Ik begon op 1 maart met mijn stage en studeerde af op 6 maart”, vertelt zij. “Het leek me handig om stage te lopen nadat ik was afgestudeerd, zodat ik gelijk kan doorstromen als ik mag blijven.” Ze staat nog wel ingeschreven bij de universiteit. “Voordat ik deze stage had dacht ik: als ik geen stage vind wil ik ingeschreven blijven zodat ik nog wat maanden kan lenen. Zo zou ik nog zes maanden hebben om een baan te vinden. Nu loop ik stage en ik hoop dat ik mag blijven. Anderen die hier werken zijn eigenlijk ook allemaal begonnen als stagiair.”


Van den Berg heeft er vertrouwen in dat het goed komt met die baan. “De banenmarkt van TBM is goed, het is een brede studie en je kunt er veel mee. Met wat werkervaring moet het wel goedkomen. Het lijkt me lastig om zonder werkervaring een baan te vinden. Bij een stage is de drempel niet zo hoog, omdat ze je niet veel betalen. Als je geen student bent lijkt het me trouwens wel lastig om een stage te vinden, want dat is niet eerlijk omdat die dan werkplekken bezet houden voor anderen.”

Meldpunt stagemisbruik


Toch gebeurt dat wel, ziet Van der Molen van de FNV. “Er moet een duidelijk verschil komen tussen schoolgaande en niet-schoolgaande stagiairs. Als stagiairs werk doen dat een andere werknemer ook kan doen en ze ook niet schoolgaand zijn, moeten zij minimaal het minimumloon verdienen. Dat willen we wettelijk vastleggen. Belangrijk is dat dit goed gehandhaafd wordt en dat het echt onaantrekkelijk wordt voor bedrijven om goedkope stagiairs in te zetten. Bedrijven moeten zich collectief verzetten tegen dit probleem. Er moet een besef komen dat dit niet langer kan.”


 


Ideeën hoe dat is te bereiken, heeft Van der Molen al. “We gaan lobbyen in de politiek en echt praten met Kamerleden. Dit werkt nu al, in 2014 vonden veel Kamerleden het nog normaal, maar dat is nu aan het veranderen. Ook gaan we actievoeren. Afgestudeerden vinden het soms eng om aan te geven dat er stagemisbruik voorkomt, maar zij moeten weten dat ze niet alleen staan, en dat het melden anoniem kan. Eventueel zullen we een zaak beginnen met een afgestudeerde die op een werkervaringsplek heeft gezeten, om te kijken of we het misgelopen loon kunnen terugvorderen.


Daarnaast blijven we het meldpunt open houden. Deze gegevens zijn heel belangrijk voor ons: zo weten we waar de problemen zitten en wat er aan de hand is, en zo kunnen we een statement maken.”


De resultaten van het meldpunt zijn voor Sabine en Sjors wat laat, want zij lopen nu stage. Of ze spijt hebben van hun studiekeuze, nu ze zelf ondervinden hoe het is na de studie? “Nee, ik zou geen andere studie kiezen als ik het opnieuw zou moeten doen”, zegt Sabine. “Ik geloof en hoop dat ik een baan kan vinden in de architectuur. Ik ga tijd investeren in een goed portfolio en meedoen aan competities. En wie weet, misschien doe ik nog een stage op een architectenbureau.” “Als ik mijn koptelefoon op zet, kan ik uren tekenen”, zegt Sjors. “Ik vind het heerlijk, het is fantastisch werk. Ik zou het ook voor niks doen. Maar ja, ik moet ook eten.”


Roos van Tongeren / Redacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.