De ORAS fractie in de studentenraad was in maart twee weken op werkbezoek in India en doen verslag van het universitaire leven aldaar.
Delen
Op dit moment zitten wij al ruim een week in India en zijn wij over de helft van ons werkbezoek. Voor een deel zijn onze vooroordelen bevestigd: India is warm (>35°C!), Indiaas eten is heet, de verschillen tussen arm en rijk zijn enorm, de heilige koeien lopen hier over straat en de mensen zijn ervan overtuigd dat BSE onze straf is voor het eten van koeienvlees.
De universiteiten die wij bezocht hebben laten echter een heel ander India zien. Alle universiteiten hebben een enorme ommuurde campus waar zowel studenten als staf wonen. Daarnaast leveren de universiteiten goede studenten en goed onderzoek.
Zo leidt de IIT Madras per jaar zo’n vijfhonderd bachelors op, die allemaal in de IT gaan werken. Niet verwonderlijk, aangezien daar meer dan drie keer meer wordt betaald dan in iedere andere sector. Bij de IISc Bangalore (de beste universiteit van Azië) zit er nooit iemand verlegen om een computer, omdat er daar meer van zijn dan studenten. Bij deze twee universiteiten hebben wij, naast een gesprek met het college van bestuur, ook een diner gehad met de studentenraad, waardoor wij veel te weten zijn gekomen over het leven van studenten in India. Bijvoorbeeld dat master-studenten en promovendi het liefst ’s nachts van twaalf tot zes aan hun onderzoek werken, omdat ze dan niet hoeven te stoppen voor lunch of diner. Daar heb je het nachtleven dan ook grotendeels mee gehad: het mag veelzeggend heten dat wij één van onze Indiase collega’s zijn eerste slok bier ooit hebben laten drinken.
Op dit moment zitten wij op de campus van Cochin University waar de TU Delft al enige banden mee heeft. Dit is goed te merken: voor het eerst sinds ons vertrek zijn wij landgenoten in den vreemde tegengekomen.
Al met al is ons werkbezoek tot nu toe een succes; wij zijn benieuwd wat de komende week ons nog gaat brengen.
De ORAS fractie van de Studentenraad
Op dit moment zitten wij al ruim een week in India en zijn wij over de helft van ons werkbezoek. Voor een deel zijn onze vooroordelen bevestigd: India is warm (>35°C!), Indiaas eten is heet, de verschillen tussen arm en rijk zijn enorm, de heilige koeien lopen hier over straat en de mensen zijn ervan overtuigd dat BSE onze straf is voor het eten van koeienvlees.
De universiteiten die wij bezocht hebben laten echter een heel ander India zien. Alle universiteiten hebben een enorme ommuurde campus waar zowel studenten als staf wonen. Daarnaast leveren de universiteiten goede studenten en goed onderzoek.
Zo leidt de IIT Madras per jaar zo’n vijfhonderd bachelors op, die allemaal in de IT gaan werken. Niet verwonderlijk, aangezien daar meer dan drie keer meer wordt betaald dan in iedere andere sector. Bij de IISc Bangalore (de beste universiteit van Azië) zit er nooit iemand verlegen om een computer, omdat er daar meer van zijn dan studenten. Bij deze twee universiteiten hebben wij, naast een gesprek met het college van bestuur, ook een diner gehad met de studentenraad, waardoor wij veel te weten zijn gekomen over het leven van studenten in India. Bijvoorbeeld dat master-studenten en promovendi het liefst ’s nachts van twaalf tot zes aan hun onderzoek werken, omdat ze dan niet hoeven te stoppen voor lunch of diner. Daar heb je het nachtleven dan ook grotendeels mee gehad: het mag veelzeggend heten dat wij één van onze Indiase collega’s zijn eerste slok bier ooit hebben laten drinken.
Op dit moment zitten wij op de campus van Cochin University waar de TU Delft al enige banden mee heeft. Dit is goed te merken: voor het eerst sinds ons vertrek zijn wij landgenoten in den vreemde tegengekomen.
Al met al is ons werkbezoek tot nu toe een succes; wij zijn benieuwd wat de komende week ons nog gaat brengen.
De ORAS fractie van de Studentenraad
Comments are closed.