Opinie

De 7-Up club

Het is geen geheim dat ons wetenschappelijk werk steeds beter wordt. Uitgedrukt in cijfers: we publiceren meer. En dan vooral in veelgeciteerde, aansprekende tijdschriften.

Dit aangewakkerd door het geldverdelingsmodel van de TU Delft.

Meer publiceren in betere tijdschriften is niet voor iedereen even makkelijk. Het ene vakgebied leent zich er meer voor dan het andere. Voor mijn onderzoek bijvoorbeeld liggen drie tijdschriften voor de hand: Thin Solid Films, Surface and Coatings Technology en Journal of Vacuum Science and Technology. Alledrie de tijdschriften hebben een citatiescore van net iets onder de één, zodat mijn afdeling daar vier punten mee verdient. Zouden deze tijdschriften net boven de één scoren, dan zouden mijn artikelen zeven punten opleveren, uitgedrukt in euro dus bijna het dubbele.

Op basis van die voor de hand liggende tijdschriften kan ik natuurlijk met recht klagen dat mijn vakgebied wordt ondergewaardeerd. Maar mijn geklaag verstomde toen ik voor de grap het publicatiegedrag van de sterren in mijn vakgebied opzocht. Wat bleek? Zij publiceren helemaal niets in tijdschriften die minder dan een punt scoren. Alles wat zij schrijven (en dat is veel) verschijnt uitsluitend in ‘dure’ tijdschriften als Journal of Applied Physics en Applied Physics Letters. Dat dit betere tijdschriften zijn wist ik wel, ook zonder eerst de citatiescore op te zoeken.

Is onderzoek dat terecht komt in meer geciteerde bladen automatisch beter? Vaak wel denk ik. Niet geciteerde publicaties worden blijkbaar niet gelezen, dus die zijn voor niks geschreven. Een onderzoek naar de citatiescore van mijn eigen artikelen gaf aan dat de artikelen die het goed doen allemaal in bladen staan met een gemiddelde citatiescore van boven de een. En dat zijn niet toevallig net de artikelen waar ik zelf het meest trots op ben.

Met dit in het achterhoofd is nu bij materiaalkunde een groep van vijftien wetenschappers gevormd met als doel het onderzoek zo in te richten dat we het kwijt kunnen in beter geciteerde bladen. Dit groepje, de zogenaamde 7-Up club (lees: zeven punten en meer) is in mijn ogen nu al succesvol: lastechnologen, staalexperts, corrosiedeskundigen en poedermetallurgen spannen voor het eerst in de geschiedenis samen om de afdeling materiaalkunde, en daarmee de TU Delft op te stoten in de vaart der volkeren. Om te beginnen hebben wij ons allemaal een target-tijdschrift gesteld. Wat blijkt? Iedereen kan wel een duur tijdschrift bedenken waarin hij zijn werk denkt kwijt te kunnen. En dan nu aan de slag om elkaars werk zo goed te krijgen dat het aan de standaarden van deze tijdschriften voldoet.

Of het allemaal gaat lukken is natuurlijk nog maar de vraag. Maar de afdelingen die uit dezelfde ruif eten zijn alvast gewaarschuwd: de wetenschappelijke output van de afdeling materiaalkunde zou wel eens flink kunnen gaan stijgen.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Het is geen geheim dat ons wetenschappelijk werk steeds beter wordt. Uitgedrukt in cijfers: we publiceren meer. En dan vooral in veelgeciteerde, aansprekende tijdschriften. Dit aangewakkerd door het geldverdelingsmodel van de TU Delft.

Meer publiceren in betere tijdschriften is niet voor iedereen even makkelijk. Het ene vakgebied leent zich er meer voor dan het andere. Voor mijn onderzoek bijvoorbeeld liggen drie tijdschriften voor de hand: Thin Solid Films, Surface and Coatings Technology en Journal of Vacuum Science and Technology. Alledrie de tijdschriften hebben een citatiescore van net iets onder de één, zodat mijn afdeling daar vier punten mee verdient. Zouden deze tijdschriften net boven de één scoren, dan zouden mijn artikelen zeven punten opleveren, uitgedrukt in euro dus bijna het dubbele.

Op basis van die voor de hand liggende tijdschriften kan ik natuurlijk met recht klagen dat mijn vakgebied wordt ondergewaardeerd. Maar mijn geklaag verstomde toen ik voor de grap het publicatiegedrag van de sterren in mijn vakgebied opzocht. Wat bleek? Zij publiceren helemaal niets in tijdschriften die minder dan een punt scoren. Alles wat zij schrijven (en dat is veel) verschijnt uitsluitend in ‘dure’ tijdschriften als Journal of Applied Physics en Applied Physics Letters. Dat dit betere tijdschriften zijn wist ik wel, ook zonder eerst de citatiescore op te zoeken.

Is onderzoek dat terecht komt in meer geciteerde bladen automatisch beter? Vaak wel denk ik. Niet geciteerde publicaties worden blijkbaar niet gelezen, dus die zijn voor niks geschreven. Een onderzoek naar de citatiescore van mijn eigen artikelen gaf aan dat de artikelen die het goed doen allemaal in bladen staan met een gemiddelde citatiescore van boven de een. En dat zijn niet toevallig net de artikelen waar ik zelf het meest trots op ben.

Met dit in het achterhoofd is nu bij materiaalkunde een groep van vijftien wetenschappers gevormd met als doel het onderzoek zo in te richten dat we het kwijt kunnen in beter geciteerde bladen. Dit groepje, de zogenaamde 7-Up club (lees: zeven punten en meer) is in mijn ogen nu al succesvol: lastechnologen, staalexperts, corrosiedeskundigen en poedermetallurgen spannen voor het eerst in de geschiedenis samen om de afdeling materiaalkunde, en daarmee de TU Delft op te stoten in de vaart der volkeren. Om te beginnen hebben wij ons allemaal een target-tijdschrift gesteld. Wat blijkt? Iedereen kan wel een duur tijdschrift bedenken waarin hij zijn werk denkt kwijt te kunnen. En dan nu aan de slag om elkaars werk zo goed te krijgen dat het aan de standaarden van deze tijdschriften voldoet.

Of het allemaal gaat lukken is natuurlijk nog maar de vraag. Maar de afdelingen die uit dezelfde ruif eten zijn alvast gewaarschuwd: de wetenschappelijke output van de afdeling materiaalkunde zou wel eens flink kunnen gaan stijgen.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.