Campus

Dansende billen

De redactie heeft mij vriendelijk doch dringend verzocht om voortaan over onderwerpen te schrijven die in het verlengde liggen van mijn TU-werkzaamheden.

Ik zou bijvoorbeeld iets kunnen schrijven over Kamerlid en doorgewinterd xenofoob Geert Wilders, want hij is sinds kort mijn buurman en ligt dus in mijn verlengde. Maar dat doe ik niet. De redactie heeft middels haar onbezonnen verzoek de sluisdeuren rond mijn ijdelheid opengetrokken. Ik kan niet anders dan schrijven over het infinitesimaalspecialisme waarin ik mij wereldleider waan: de hypermoderne toptechnologie der bio-ethiek.

De kwantitatieve ethiek onderscheidt groeperingen in de samenleving naar gelang van hun seksuele binding. Dr. Kinsey, een grondlegger van dit vakgebied, toonde experimenteel aan dat seksuele oriëntatie een spectrum vormt, variërend van homo- tot heteroseksueel. Een verstokte homoseksuele man, bijvoorbeeld, komt het best tot zijn recht in een mannenrijke omgeving zoals het leger of een terroristische organisatie. Een verzotte heteroseksueel daarentegen nestelt zich in een vrouwenrijke omgeving en wordt dameskapper of balletdanser. Tussen deze twee extremen ligt de rest van de goegemeente. Om dit spectrum te beschrijven bedacht dr. Kinsey de naar hem genoemde index, die varieert van nul tot zes; van verzot heteroseksueel tot verstokt homoseksueel.

Nu fietste ik op een mooie nazomerse dag door de Delftse Hout en kwam daar een hardloper achterop. Een goed geproportioneerde jongeman in spandex T-shirt en dito broekje. Dit broekje biologeerde mij en ik fietste als gehypnotiseerd achter de dansende billen aan. Binnen honderd meter degradeerde ik van een absolute nul naar de verkeerde kant van de schaal van Kinsey. Voor een gewone sterveling is zo’n ruïneuze aanvaring met het zelfbeeld aanleiding tot een diepe depressie, edoch, een wetenschapper zet alles in een ruimer kader. Wat tot mijn fietstocht als constante gold, bleek tijdsafhankelijk! Dit fenomenale inzicht, mij ingevallen op de kruising Hazepad-Bieslandseweg, een schitterende locatie voor een bronzen herdenkingsplaquette, ligt ten grondslag aan mijn revolutionaire paper ‘Parabolic partial derivatives of the Kinsey index’, binnenkort te verschijnen in het American Journal of Bioethics. Misschien heeft niet iedere ingenieur van dit blad gehoord, maar volgens de TU-ranglijst is het met een straatlengte voorsprong het beste wetenschappelijke tijdschrift ter wereld. De Nobelprijs ligt binnen handbereik.

Robert Fokkink

De redactie heeft mij vriendelijk doch dringend verzocht om voortaan over onderwerpen te schrijven die in het verlengde liggen van mijn TU-werkzaamheden. Ik zou bijvoorbeeld iets kunnen schrijven over Kamerlid en doorgewinterd xenofoob Geert Wilders, want hij is sinds kort mijn buurman en ligt dus in mijn verlengde. Maar dat doe ik niet. De redactie heeft middels haar onbezonnen verzoek de sluisdeuren rond mijn ijdelheid opengetrokken. Ik kan niet anders dan schrijven over het infinitesimaalspecialisme waarin ik mij wereldleider waan: de hypermoderne toptechnologie der bio-ethiek.

De kwantitatieve ethiek onderscheidt groeperingen in de samenleving naar gelang van hun seksuele binding. Dr. Kinsey, een grondlegger van dit vakgebied, toonde experimenteel aan dat seksuele oriëntatie een spectrum vormt, variërend van homo- tot heteroseksueel. Een verstokte homoseksuele man, bijvoorbeeld, komt het best tot zijn recht in een mannenrijke omgeving zoals het leger of een terroristische organisatie. Een verzotte heteroseksueel daarentegen nestelt zich in een vrouwenrijke omgeving en wordt dameskapper of balletdanser. Tussen deze twee extremen ligt de rest van de goegemeente. Om dit spectrum te beschrijven bedacht dr. Kinsey de naar hem genoemde index, die varieert van nul tot zes; van verzot heteroseksueel tot verstokt homoseksueel.

Nu fietste ik op een mooie nazomerse dag door de Delftse Hout en kwam daar een hardloper achterop. Een goed geproportioneerde jongeman in spandex T-shirt en dito broekje. Dit broekje biologeerde mij en ik fietste als gehypnotiseerd achter de dansende billen aan. Binnen honderd meter degradeerde ik van een absolute nul naar de verkeerde kant van de schaal van Kinsey. Voor een gewone sterveling is zo’n ruïneuze aanvaring met het zelfbeeld aanleiding tot een diepe depressie, edoch, een wetenschapper zet alles in een ruimer kader. Wat tot mijn fietstocht als constante gold, bleek tijdsafhankelijk! Dit fenomenale inzicht, mij ingevallen op de kruising Hazepad-Bieslandseweg, een schitterende locatie voor een bronzen herdenkingsplaquette, ligt ten grondslag aan mijn revolutionaire paper ‘Parabolic partial derivatives of the Kinsey index’, binnenkort te verschijnen in het American Journal of Bioethics. Misschien heeft niet iedere ingenieur van dit blad gehoord, maar volgens de TU-ranglijst is het met een straatlengte voorsprong het beste wetenschappelijke tijdschrift ter wereld. De Nobelprijs ligt binnen handbereik.

Robert Fokkink

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.