Campus

Cyberzoo: een dierentuin met robots

Robots worden steeds slimmer. Maar op hun allerslimst zijn ze, als ze met zijn allen zijn. Wat ze dan precies kunnen, kan straks worden onderzocht in het allernieuwste lab van de TU Delft: de Cyberzoo.

“Daar moeten ze zelf besluiten nemen om te kunnen overleven, zoals zoeken naar nieuwe energie.”


Stel je eens voor dat je ’s nachts de vliegtuighal van de faculteit Luchtvaart & Ruimtevaarttechniek (L&R) binnensluipt. Met snode plannetjes om je nieuwe verovering de F16 te showen. Equivalent aan het ‘Wil je mijn brommer zien?’ maar dan beter. Terwijl jullie gniffelend achter elkaar aanlopen, klinkt even verderop in de hal een geluid. Als twee Sherlocks gaan jullie op onderzoek uit. Achter een zwartgekleurd net treffen jullie een handvol zespotige beesten op de grond. Ze scharrelen rond, terwijl in de lucht een dozijn reuzelibelles fladdert. Ze lijken goedaardig en als jullie samen door hun ruimte lopen, gaan ze opzij. Verwonderd kijken jullie elkaar aan. Het lijkt wel een dierentuin, maar dan eentje die bestaat uit louter robots.


Het is de droom van Chris Verhoeven, een van de drie themaleiders binnen het TU Delft Robotics Institute. Hij gaat over het thema swarm robots: “Vroeger dachten we bij intelligentie aan één grote robot, maar nu denken we dat een heleboel domme kleintjes bij elkaar veel slimmer zijn”. Verhoeven haalt zijn inspiratie uit de natuur: bijen, mieren of vissen krijgen in grote groepen ook meer voor elkaar dan als individu. 


Zo is een bijenzwerm in staat om in een gebied van 500 vierkante kilometer alle bloemen te lokaliseren. “Tot zo’n soort prestatie moeten onze robotzwermen ook in staat zijn”, denkt Verhoeven, universitair hoofddocent bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) die ook parttime bij de faculteit L&R werkt.


Verhoeven schetst zijn ideaalbeeld.  “We zorgen dat de robots niet te dicht bij elkaar willen zijn, maar elkaar ook niet uit het oog willen verliezen. Alsof er een soort elastiekjes tussen zitten. Als je zo een zwerm robots een ingestort gebouw in duwt, dan zullen ze zich in alle hoeken en gaten persen, terwijl ze aan elkaar doorgeven wat ze vinden. Als ze een slachtoffer ontdekken, komt een brandweerman dat te weten via een robot die nog bij de ingang is. Wanneer de robots op het pad naar het slachtoffer een lampje aandoen, dan kan een reddingsteam precies zien waar het heen moet”, zegt hij om een hele concrete toepassing te noemen. “Het kan me trouwens niet schelen welke robot uiteindelijk het slachtoffer vindt, als de groep als geheel die taak maar volbrengt.” Voorlopig lijkt het nog verre toekomstmuziek.