Onderwijs

Cvb wil geen apart docentencorps

Het college van bestuur wil geen ‘apart docentencorps’ hebben, zei voorzitter Dirk Jan van den Berg donderdag 15 april tegen de ondernemingsraad. Die laatste is bang dat docenten zich hierdoor ‘geschoffeerd’ zullen voelen.

De positie van medewerkers aan de TU Delft die alleen onderzoek doen, of alleen onderwijs geven kwam ter sprake tijdens een overleg over de ‘Human Resources Strategie TU Delft, 2010-2014’. Het college van bestuur (cvb) wilde over dat stuk een mening horen van de ondernemingsraad (or), maar die vond het stuk op verschillende punten te vaag en onthield zich van een oordeel.
Zo vroeg de or zich af of de visie die in het stuk naar voren komt, niet eerst concreet moet worden vertaald naar de werkvloer op de faculteiten en binnen de diensten. Het stuk is geschreven door de afdeling personeel en organisatie (P&O), maar de or vindt dat de rol van die afdeling zelf onvoldoende duidelijk wordt.
Verder vindt de or dat het stuk meer zou moeten ingaan op loopbaanmogelijkheden voor ondersteunend personeel (obp). Voor wetenschappelijk personeel (wp) bestaan tenure tracks, waarom bestaat er voor managers niet zo’n vooraf gedefinieerd loopbaanpad, was de vraag.
En de or vroeg zich af waarom er in het stuk inhoudelijk niets staat over medewerkers die in de praktijk alleen onderzoeker of alleen docent zijn. Het stuk gaat alleen in op vier ‘wetenschappelijke kernfuncties’, te weten universitair docent, universitair hoofddocent, Antoni van Leeuwenhoek-hoogleraar en hoogleraar.
Het college van bestuur benadrukte dat de ‘Human Resources Strategie’ een overzicht moet geven van wat de TU wil met de mensen die er werken. Daarbij geldt het credo ‘kwaliteit vóór alles’. De nota moet volgens collegevoorzitter Van den Berg niet alles concreet willen aangeven, ‘dan wordt het een heel ingewikkelde bijbel’. Hij gaf toe dat de balans tussen obp en wp beter kan en hij zei dat de TU ‘niet een heel apart docentencorps wil hebben’. “Je ziet veel mensen die vooral onderwijs geven. Maar ik wil geen beeld oproepen dat deze mensen een ongewenste categorie zijn.”
De or denkt dat mensen dat wel zo zullen voelen als ze zien dat hun werk niet tot de kernfuncties behoort. De raad vreest zelfs dat medewerkers zich ‘geschoffeerd’ zullen voelen. Volgens rector magnificus Karel Luyben hoeft dat zeker niet. “We zullen iedereen met respect behandelen.”
Luyben: “Behalve mensen die onderzoek en onderwijs doen, zijn er medewerkers die in één van die twee gebieden zijn beland. Dat kan en moet soms zelfs. Denk aan wiskunde, we hebben hele goede wiskundedocenten die geen onderzoek doen. Prima, maar als ze met pensioen gaan, dan willen we hun functie een andere invulling geven. Ik ben er geen voorstander van om mensen in te huren die puur aan onderwijs of puur aan onderzoek doen.”
Op 27 april wil het college van bestuur dat er een voorgenomen besluit ligt over de HR-strategie, aldus Van den Berg. Daarna mag de or zich er opnieuw over buigen.

Begrijpt u het nog? Het college heeft wel alvast een investering van twee miljoen euro goedgekeurd. Inmiddels ligt er bij commissies van de ondernemingsraad vertrouwelijke informatie, maar zijn daadwerkelijke plannen nog niet bekend.

Daarom besloot de raad te kijken hoe ze het bij de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) doen. En dus hield expert mobiliteitsmanagement en parkeerbeleid van die universiteit, Giuliano Mingardo, donderdag 25 juni een openbare lezing.

De Rotterdamse universiteit onderzocht twee jaar geleden met welk vervoermiddel medewerkers naar campus Woudestein komen. Met 43 procent autorijders – die een gratis parkeerkaart kregen – doet de EUR het heel goed. Landelijk ligt dat percentage op 60 tot 70 procent. Een kwart pakt het openbaar vervoer en nog ietsje meer de fiets.

Door nieuwbouw op de Rotterdamse campus is er in de toekomst een parkeergarage nodig die veertig miljoen euro kost. Betaald parkeren is noodzakelijk, maar om een vriendelijk tarief te kunnen rekenen, subsidieer je volgens Mingardo in feite auto’s.

Veertig miljoen euro gedeeld door tweeduizend medewerkers is twintigduizend euro per medewerker. Daar moet iets slimmers mee te bedenken zijn, waardoor misschien niet meer zo’n grote parkeergarage nodig is.

De EUR hing beeldschermen op de universiteit die vertrektijden van het openbaar vervoer aangeven. Ook kwam er een project e-fietsen, ofwel fietsen met elektrische ondersteuning. Daardoor rijd je 25 in plaats van 15 kilometer per uur en kun je ook als je iets verder weg woont, toch met de fiets komen. Kosten: tweeduizend euro per fiets. Voor veertig miljoen euro zijn heel wat fietsen per medewerker te kopen en zijn minder parkeerplaatsen nodig.

Toch ontkomt de EUR niet aan betaald parkeren voor medewerkers, want gratis parkeren bestaat niet. De supermarkt berekent parkeerkosten immers ook door in producten. Gratis parkeren op de campus leidt op diezelfde wijze tot lagere onderzoeksbudgetten en minder faciliteiten.

Uit parkeeronderzoek bleek dat 11 procent van de automobilisten niet meer naar een winkelcentrum kwam als parkeren daar vijf euro per uur kost. Toch was er geen verband tussen parkeertarief en omzet. Conclusie: parkeren is minder belangrijk dan men denkt en nieuwe projecten zijn te ontwikkelen met minder parkeren.

Moraal van Mingardo’s verhaal: het subsidiëren van mensen is effectiever en goedkoper dan het subsidiëren van parkeerplekken. Denk goed na voordat je miljoenen stopt in een parkeergarage. En: een klein onderzoek in het begin kan later veel tijd en geld besparen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.