Campus

Creatief met bouwkunde

,,Ik kwam met instemming in de kamer van een meisje dat toendertijd afstudeerde bij mijn vader.” Dirk Bekkering is derdejaars bouwkunde en zoon van de hoogleraar stedebouwkunde, ,,Maar dat was gewoon toeval, hoor.”

Bekkering is opgegroeid met bouwen, creativiteit en architectuur. In het ouderlijk huis werd altijd wel íets verbouwd. Er werden alleen maar design-meubels gekocht. ,,Op vakantie bezochten we veel oude kerken en bijzondere nieuwbouwwijken. En als mijn moeder geen tijd had, zat ik bij mijn pa op kantoor, met extra grote en extra mooie stiften te tekenen. Creativiteit werd echt gestimuleerd. Kerstkaarten werden ieder jaar door de kinderen gemaakt.”

Op het vwo twijfelde Bekkering tussen de studies IO en bouwkunde. ,,IO leek mij creatiever en bevat minder wiskunde. Bovendien, als ik het over bouwkunde had, bestempelden mensen mij al snel als onorigineel of dachten ze dat ik mijn vaders bedrijf over wilde nemen. Dat motiveerde mij niet echt om die studie te kiezen.”

Twijfelend vertrok Bekkering naar Amerika om een certificaat voor wiskunde B te halen én om zowel IO- als bouwkunde-vakken te volgen. Na dat jaar besloot hij bouwkunde te kiezen. Ook vader Bekkering had zo’n ‘bezinningsjaar’ in Amerika, maar volgde nog natuurkunde naast bouwkunde. ,,Dat laatste had mijn opa gestudeerd. Hier in Delft trouwens.”

Vader en zoon lijken niet alleen fysiek op elkaar: ,,We hebben dezelfde smaak, qua architectuur, maar bijvoorbeeld ook wat betreft kleding. Als mijn vaders buik weer wat dikker wordt, krijg ik wat van hem. De laatste tijd krijg ik de neiging, net als mijn pa, workaholic te worden.”

Vader Bekkering werkt deeltijd aan de TU, de overige tijd in zijn eigen bedrijf. Op donderdag en vrijdag komen vader en zoon elkaar regelmatig tegen. ,,Dan lunchen we samen of gaan ’s avonds uit eten. Snel wat geld lenen is geen probleem. En als ik mijn sokken heb laten liggen bij mijn ouders in Groningen, neemt hij ze even mee.” Op studiegebied komt vader Bekkering soms met kleine tips, maar zijn zoon werkelijk helpen doet hij niet. ,,Daar hebben wij gelukkig duidelijke afspraken over.”

Door zijn vader loopt Bekkering nominaal: ,,Hij heeft me gemotiveerd lid te worden van een studentenvereniging. Maar smoesjes over saaie boeken of oninteressante vakken zijn er niet bij. Mijn vader heeft het zó door als ik loop te ranzen.” Dirk doet de richting architectuur in plaats van stedenbouw. Net als zijn vader een eigen bedrijf starten, ziet hij niet zo zitten. ,,Veel te veel zorgen.” Maar de drang om goed te presteren is aanwezig. ,,Graag zou ik net zo goed worden in mijn richting als mijn vader in de zijne!”

Bekkering is opgegroeid met bouwen, creativiteit en architectuur. In het ouderlijk huis werd altijd wel íets verbouwd. Er werden alleen maar design-meubels gekocht. ,,Op vakantie bezochten we veel oude kerken en bijzondere nieuwbouwwijken. En als mijn moeder geen tijd had, zat ik bij mijn pa op kantoor, met extra grote en extra mooie stiften te tekenen. Creativiteit werd echt gestimuleerd. Kerstkaarten werden ieder jaar door de kinderen gemaakt.”

Op het vwo twijfelde Bekkering tussen de studies IO en bouwkunde. ,,IO leek mij creatiever en bevat minder wiskunde. Bovendien, als ik het over bouwkunde had, bestempelden mensen mij al snel als onorigineel of dachten ze dat ik mijn vaders bedrijf over wilde nemen. Dat motiveerde mij niet echt om die studie te kiezen.”

Twijfelend vertrok Bekkering naar Amerika om een certificaat voor wiskunde B te halen én om zowel IO- als bouwkunde-vakken te volgen. Na dat jaar besloot hij bouwkunde te kiezen. Ook vader Bekkering had zo’n ‘bezinningsjaar’ in Amerika, maar volgde nog natuurkunde naast bouwkunde. ,,Dat laatste had mijn opa gestudeerd. Hier in Delft trouwens.”

Vader en zoon lijken niet alleen fysiek op elkaar: ,,We hebben dezelfde smaak, qua architectuur, maar bijvoorbeeld ook wat betreft kleding. Als mijn vaders buik weer wat dikker wordt, krijg ik wat van hem. De laatste tijd krijg ik de neiging, net als mijn pa, workaholic te worden.”

Vader Bekkering werkt deeltijd aan de TU, de overige tijd in zijn eigen bedrijf. Op donderdag en vrijdag komen vader en zoon elkaar regelmatig tegen. ,,Dan lunchen we samen of gaan ’s avonds uit eten. Snel wat geld lenen is geen probleem. En als ik mijn sokken heb laten liggen bij mijn ouders in Groningen, neemt hij ze even mee.” Op studiegebied komt vader Bekkering soms met kleine tips, maar zijn zoon werkelijk helpen doet hij niet. ,,Daar hebben wij gelukkig duidelijke afspraken over.”

Door zijn vader loopt Bekkering nominaal: ,,Hij heeft me gemotiveerd lid te worden van een studentenvereniging. Maar smoesjes over saaie boeken of oninteressante vakken zijn er niet bij. Mijn vader heeft het zó door als ik loop te ranzen.” Dirk doet de richting architectuur in plaats van stedenbouw. Net als zijn vader een eigen bedrijf starten, ziet hij niet zo zitten. ,,Veel te veel zorgen.” Maar de drang om goed te presteren is aanwezig. ,,Graag zou ik net zo goed worden in mijn richting als mijn vader in de zijne!”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.