Wetenschap

Cover

“One of my students made the photo,” says Dr Jeroen Breukels (Aerospace Engineering). “Or perhaps I did, during one of the test flights of the kiteplane.

On the right side, I replaced the photo with the multi-body simulation model of the kite that we used to calculate its performance. I like the image because it shows that we have used an engineer’s approach to kite design and not trial and error, which is what kite factories typically do. But for industrial purposes, like energy harvesting and sail-supported transport, the requirements are more stringent and a more scientific approach is required. So we calculated the performance of the design, predicted its behaviour and then tested our calculations in a wind tunnel in Stuttgart, Germany. The measurements matched our predictions within a 10 percent margin.

I’m now moving on to another field, but the software that I developed together with my students – the Kite Simulation Toolbox – is being used for several other studies, such as the inflatable wind turbine and the boat tail for reducing drag behind trucks. Non-specialists can use it on a standard PC.”


Jeroen Breukels, ‘An Engineering Methodology for Kite Design’, 21 January 2011, PhD supervisor Professor Wubbo Ockels and Professor Bob Mulder.

Om de voorkant van Nature te halen, moet je onderzoek natuurlijk eersteklas zijn. Maar daarnaast moet je een spectaculair mooi plaatje hebben.

Natuurkundige prof.dr. Ad Lagendijk stond in 1997 op de cover met een plaatje met een piek die prachtig tussen de letters van Nature viel. Het was Lagendijk opgevallen dat er vaker dingen tussen de letters doorgeweven werden, dus hij zorgde dat zijn onderzoek voorzien was van een plaatje met een piek op precies de juiste plek. De Delftse natuurkundige prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven zette eens al zijn plaatjes over in turqoise nadat hij via het roddelcircuit hoorde dat dit de lievelingskleur was van degene die de voorplaat koos. Zijn turqoise plaatje haalde inderdaad de voorkant.
Het lijkt of er gouden recepten bestaat om de voorkant van Nature te halen, maar Kouwenhoven benadrukt dat dit niet zo is: “Het lukt veel vaker niet dan wel. De succesverhalen zijn wat overtrokken. Het is Lagendijk, volgens mij, geen tweede keer gelukt om zo de voorkant te halen. Zelf heb ik ook veel meer mislukkingen dan successen op mijn naam staan.”
Kouwenhoven noemt het halen van de voorkant ‘het kaarsje op de taart’: het trekt de aandacht. Maar het blijft slechts het kaarsje, de onderzoeksresultaten zelf zijn de taart: “Collega’s maakt het niet uit of je die voorpagina haalt, zij kijken naar de kwaliteit van je onderzoek. Zo’n kaft maakt vooral indruk op het grotere publiek en natuurlijk bij de decanen en managers.”
Van dat laatste maakt Kouwenhoven gebruik bij het indienen van subsidievoorstellen: hij voegt daarbij de plaatjes toe van alle voorkanten die ze haalden met hun onderzoek. “Zo’n voorstel is verder vooral tekst en je probeert zo goed mogelijk reclame te maken voor jezelf en je werk. Ik heb het idee dat die plaatjes helpen. Je laat zien dat je succes hebt en dat trekt hopelijk nieuw succes aan.”
Omdat de impact van een voorkant zo groot is, blijven wetenschappers het toch steeds proberen. Kouwenhoven: “Als we een nieuw artikel indienen, doen we er soms vier of vijf suggesties bij voor een voorplaat. Heel soms lukt het. Het is eigenlijk net als iemand versieren in de kroeg: de kans dat het lukt is klein, maar met een bord voor je kop en veel pogingen is het meestal toch gelukt aan het einde van de avond. Zo werkt het ook met covers.”

Voordeel: Maakt indruk en geeft daardoor grotere kansen bij subsidies en prijzen.
Nadeel: Het lukt veel vaker niet dan wel.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.