Onderwijs

Commissie moet beoordelen of supercomputer nodig is

Wanneer het aankomt op grote investeringen in onderzoeksfaciliteiten worden er in Nederland weinig strategische keuzes gemaakt. Een commissie kan daar verandering in brengen, denkt de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid.


Wetenschappers maken voor hun onderzoek gebruik van allerlei faciliteiten. Van MRI-scanners en supercomputers tot biobanken en gigantische dataverzamelingen. De ministers van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap willen weten hoe het beschikbare geld voor de zogeheten onderzoeksinfrastructuur strategischer en efficiënter kan worden ingezet. Ze vroegen de AWT om advies.


Stel een permanente en onafhankelijke Commissie grootschalige onderzoeksfaciliteiten in, adviseert deze. Die commissie kan kijken of de voorstellen aansluiten bij de profilering van kennisinstellingen en van de Nederlandse topsectoren. Zo’n commissie moet meewegen of er in het buitenland misschien iets vergelijkbaars staat waar onderzoekers gebruik van kunnen maken. “De leden zullen strategisch moeten kiezen”, legt algemeen directeur Dorette Corbey van de AWT uit.


Wat betekent dat, strategisch kiezen?

“Op dit moment is de wetenschappelijke dimensie van een financieringsvoorstel het allerbelangrijkste. Hoewel dit aspect natuurlijk een randvoorwaarde is om überhaupt geld uit te geven aan dure onderzoeksfaciliteiten, denken wij dat de commissie voorstellen ook moet beoordelen op de economische en maatschappelijke waarde. Je moet goed weten of de investering ook iets oplevert.”


Maar zullen de aanbevelingen van de AWT dan wel zorgen voor een kwaliteitsimpuls in de wetenschap?

“Ja, dat denk ik wel. Hoe efficiënter je werkt, hoe meer je kunt doen.”


Is meer altijd beter?

“Niet altijd natuurlijk. Maar het onderzoek wordt hier wel gerichter van en zal zich meer onderscheiden. Ik denk dat dat goed is.”


Hoe beoordeelt de commissie of een investering voldoende oplevert?

“In de commissie moeten niet alleen wetenschappers zitten, maar ook leden vanuit bijvoorbeeld het bedrijfsleven en de ziekenhuiswereld. Het eerste wat ze zouden moeten doen is een overzicht maken van alle faciliteiten die we in Nederland hebben. Dat weet niemand precies. Vervolgens kun je bij nieuwe investeringsvoorstellen kijken of ze aansluiten bij wat er al is. Dure apparatuur wordt nu vaak te weinig gebruikt. In dat geval kun je ook buitenlandse onderzoekers uitnodigen om er mee te werken. Daarnaast is het belangrijk om te berekenen wat bijvoorbeeld de afschrijvingstermijn is van een bepaalde faciliteit en hoe hoog de onderhoudskosten zijn.”


Onderzoekers hebben nu al vaak kritiek op de vele aanvragen die ze moeten doen.

“Als de commissie het voorwerk doet en een overzicht heeft van wat er al is, verwacht ik dat onderzoek juist sneller van start kan.”




 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.