Opinie

[Column] Taalkennis

Moet op Nederlandse universiteiten Nederlands en/of Engels voertaal zijn? Claudia Werker vindt dat taal een integratietool is en als zodanig gebruikt moet worden.

Claudia Werker: “Students would rather passively consume the lectures instead of actively preparing in advance and daring to share their results and thoughts in front of a large audience.” (Photo: Sam Rentmeester)

Enkele jaren geleden voerde de TU Delft een herstructurering door. Een Engelstalige collega uitte tegenover mij zijn ongenoegen: ik was voor een vergadering met de rector uitgenodigd waar werd besproken wat de herstructurering voor de afdeling zou betekenen, en hij niet. Hij vroeg zich af waarom. Het antwoord lag voor de hand: Hij sprak ook na tien jaar in Nederland geen Nederlands en de vergadering was in het Nederlands.

Zou het dan niet eerlijker geweest zijn om deze vergadering in het Engels te doen? Het antwoord is niet zo eenvoudig. Als je dat doet hebben niet-Nederlandstalige collega’s er geen nadeel van, Engelstalige zelfs een voordeel, maar Nederlandstalige collega’s die niet regelmatig Engels praten hebben er nadeel van. Dat laatste wordt volgens mij altijd snel onder het tapijt geveegd. Mijn ervaring is dat een behoorlijk deel van mijn Nederlandse collega’s veel eloquenter in hun moedertaal is dan in het Engels. Daardoor kunnen ze  ook gemakkelijker aan een discussie bijdragen – zeker als het om een discussie met de rector gaat. Aan de andere kant wil je natuurlijk niemand buitensluiten die niet-Nederlandstalig is.

‘Geef duidelijk aan welke taalkennis je verwacht’

Wat is wijsheid? Volgens mij moet je duidelijk durven aangeven welke taalkennis Nederlands je wanneer van iemand verwacht. Voor mij zou het goede moment zijn om dit soort verwachtingen vast te leggen wanneer iemand een vaste baan bij een Nederlandse universiteit krijgt. Na een paar jaar kun je dan nagaan of de collega voldoende Nederlands kan.

Ik vind dat kennis van de Nederlandse taal de integratie binnen de universiteit alleen maar kan bevorderen. Als je in het Nederlandse taalgebied blijft werken, hebben jij en jouw collega’s en studenten baat bij jouw Nederlandse taalkennis. Dat is vooral in het bachelor-onderwijs zo, want we nemen meer en meer buitenlandse collega’s aan. Als we hen niet vragen om Nederlands te leren, moeten studenten over een paar jaar noodgedwongen bij een handvol collega’s terecht die wel Nederlands praten. Of ze moeten alle lessen in het Engels volgen, iets wat de Tweede Kamer duidelijk niet op prijs stelt. Ook tijdens vergaderingen en bij het koffieapparaat helpt Nederlands om met collega’s en studenten van alle geledingen van de organisatie te kunnen spreken.

Taal is een fantastisch instrument om te integreren. Mijn Italiaanse woordenschat bestaat alleen uit groeten, getallen en vloeken – alles wat je nodig hebt als je als kind met Italiaanse kinderen hele zomers door pingpong speelt. Maar ik probeer mijn Italiaanse collega’s toch af en toe in het Italiaans te begroeten – ze weten ondertussen wel dat ik maar een paar woorden Italiaans ken – waarvan ik de helft om goede redenen liever niet gebruik. Maar het geeft gewoon aan dat we –  hoe dan ook – de goede taal zullen vinden om ons uit te drukken – ook al delen we misschien geen enkele taal die we allebei perfect kunnen.

Claudia Werker is universitair hoofddocent economie van technologie en innovatie bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). Ze werkt sinds 2007 bij de TU Delft. Ze is vice-voorzitter van de ondernemingsraad. 

Claudia Werker / Columnist

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.