Opinie

[Column] Taal

Columnist Monique van der Veen vreest ineffectief taalgebruik. “Ik kan niet langer meer achteloos het woord vrouw schrijven.”

Monique van der Veen: “Als je je zorgen maakt over polarisatie, dan is uitgaan van ‘Ik ben het probleem’ een goede optie.” (Foto Sam Rentmeester)

Een buitenlandse TU Delft collega bekende mij onlangs dat hij communicatie, zeker voor een groep, lastig vond omdat zijn Engels niet zo goed is. Hij leek zich vooral te storen aan alles wat niet correct was in zijn taalgebruik, terwijl ik de communicatie met hem nog steeds vooral effectief vind. We begrijpen elkaar en kunnen samen wetenschap bedrijven.

Het was een openbaring voor mij. Zelf heb ik mij namelijk zelfs bij beperkte kennis van een taal, toch altijd heel talig gevoeld. Als 22-jarige Erasmusstudente in Praag bijvoorbeeld schreeuwde ik in mijn krakkemikkig Tsjechisch tegen taxichauffeurs die mij probeerden op te lichten. In die tijd moesten toeristen altijd meer betalen, maar ik niet. Dat was nog eens effectieve communicatie.

Mensen konden hun taal niet meer vertrouwen, omdat woorden een dubbele betekenis hadden gekregen

De Roemeens schrijfster Mira Feticu schrijft in haar autobiografische boek Liefdesverklaring aan de Nederlandse Taal over haar ervaringen met leven met en leren van een taal die je (nog) niet machtig bent. Toen zij hierheen migreerde, besloot zij haar taal achter zich te laten en in het Nederlands te gaan schrijven. Dit ging met veel eenzaamheid gepaard. In haar Delta-column van vorige week refereert Claudia Werker hier ook een beetje aan als ze zegt dat het moeilijk is om je precies uit te drukken in een taal die je maar beperkt machtig bent (of dat nu Nederlands of Engels is).

De rigueur waarmee Fetuci het Roemeens, en deels dus ook de Roemeense gemeenschap, vermeed, zorgde ervoor dat zij vaak niet precies kon uitdrukken wat zij bedoelde. Intussen heeft ze wel zeven boeken in het Nederlands gepubliceerd.

Fetuci heeft zichzelf een andere taal zo eigen gemaakt, dat ze van een afstandje naar haar moedertaal kan kijken. Ze ziet hoe ‘misbruikt’ deze is doordat mensen bepaalde woorden en constructies gebruikten of juist vermeden om te omzeilen wat niet gezegd mocht worden. Je kon in het regime van dictator Ceauşescu anders iemand worden om aan te geven. Mensen konden hun taal niet meer vertrouwen, omdat woorden een dubbele betekenis hadden gekregen. Correct manoeuvreren tussen deze taalvalstrikken vereiste een gedegen kennis van die taal, maar effectief is dit taalgebruik dan al lang niet meer. Het tegenovergestelde van de communicatie met mijn collega dus.

Soms ben ik bang dat zulk besmet taalgebruik nu ook het Nederlands binnen sijpelt. Ik kan bijvoorbeeld niet langer meer achteloos het woord vrouw schrijven: er volgt eerst een moment waarbij ik mij afvraag of dit gevolgen zal hebben. Toch doe ik het. Het vooraanstaande medische tijdschrift The lancet maakt een andere keuze. Op 25 september publiceerde het een omslag met de woorden: “Historically the anatomy and physiology of bodies with vaginas have been neglected.” Dat is een terecht punt, maar toch word ik liever niet aangeduid met een verwijzing naar mijn geslachtsorganen.

Monique van der Veen is universitair hoofddocent aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen, afdeling Chemical Engineering. Lees hier over het werk van haar onderzoeksteam en volg haar op Twitter: @MAvanderVeen

Monique van der Veen / Columnist

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.