Opinie

[Column] Struikelvak

Susanne Verstegen is masterstudent bij TBM en schrijft vanaf nu per toerbeurt een column voor Delta.

(Foto: Sam Rentmeester)

Recent studeerde ik aan een koffietafel en naast mij startte een collegiaal gesprek tussen een groep docenten die gezamenlijk koffie haalden. Ik was verzonken in mijn werk en werd uit mijn concentratie gehaald door de luide stem van één van hen. Hij hield een betoog over het hoge niveau van het vak dat hij doceert. “Het is ook een struikelvak”, vertelde hij trots met thee in zijn hand, “dus heb ik zeker geen zin om het niveau te gaan verlagen.” Zijn toeschouwers grinnikten zacht en knikten instemmend.


Ik schrok er lichtelijk van dat de docent zoiets en plein public toegaf. Ik zou toch wat discreter zijn, zeker in de nabijheid van een student. Toegegeven, het voorval zette me aan het denken over struikelvakken. Eerst het begrip struikelen: ‘door tegen iets te stoten (dreigen te) vallen’ volgens Van Dale.Oké, dat maakt een struikelvak dus een vak waarbij een student op zijn bek gaat. Niets nieuws onder de zon. Opleidingen moeten uiteraard uitdagend en van hoge kwaliteit blijven, dus is het geen probleem dat studenten zo nu en dan metaforisch ‘struikelen’. Wat ik wel een probleem vind, is de self-fulfilling prophecy die schuilgaat achter de uitdrukking ‘struikelvak’.


Enerzijds wordt een struikelvak in stand gehouden door studenten zelf. De verwachting dat een vak zwaar en onhaalbaar is, kan erin resulteren dat studenten een vak uitstellen, een tentamen laten vallen, of in mateloze stress schieten. Anderzijds vind ik dat ook docenten bijdragen aan de onheilspellende voorspelling van een struikelvak. Niet alleen baseer ik dit op de uitspraak bij de koffietafel, zelfs in vakbeschrijvingen wordt het begrip gehanteerd. Volgens mij is er sprake van een drogreden, wanneer het niveau van een vak niet wordt aangepast ómdat het een struikelvak is. In dat geval: bestaat er dan een rechtvaardiging voor het feit dat het niveau van een vak zo hoog blijft, dat studenten – jaar in jaar uit – onderuitgaan?


Ik ben er niet uit of mijn theorie klopt, of dat er daadwerkelijk een ratio bestaat achter struikelvakken. Maar door de indiscretie van één struikelvakdocent weet ik twee dingen zeker: ‘Struikelvak’ is een zeer ongelukkige benaming die zinspeelt op zelfvervulling. En: struikelvakdocenten hebben een monopolie op distributie van een onbegrensd aantal onvoldoendes.


Susanne Verstegen is masterstudent engineering and policy analysis bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management


Susanne Verstegen / Student, columnist en freelancer voor Delta

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.