Opinie

[Column] Sciencecenter

Hoewel het Science Centre al ruim vier jaar bestaat, was ik er nog nooit geweest. Ik heb veel wetenschapsmusea, technologiemusea en science centres bezocht, en ik veronderstelde dat ‘ons’ Science Centre in Delft meer van hetzelfde zou zijn.

Science centres zijn meestal gericht op kinderen van 8 tot 16 jaar en hebben voornamelijk ‘doe dingen’, waaronder veel installaties met drukknoppen die iets in beweging zetten of het goede antwoord geven op een vraag. De meeste opstellingen zijn eigenlijk nep, want een simulatie werkt vaak net zo goed als een echte opstelling voor slechts een fractie van de prijs, en zonder alle rompslomp.


Zo niet óns Science Centre. Ik kwam er bij toeval terecht toen ik een bezoek bracht aan een van de bedrijven die ook in dat prachtige voormalige mijnbouwkundegebouw gevestigd zijn: Berkelaar Meet-en Regeltechniek. Al tijdens zijn studie aerospace engineering en control and simulation begon Wiebe Berkelaar een bedrijf dat voor zeer uiteenlopende opdrachtgevers technische oplossingen ontwerpt en ‘van prototype tot serieproductie’ uitvoert.


Een kleine greep uit de portfolio toont de grote verscheidenheid: Snow Village, Sun Tracker, Wasrobot, Pratende Koffiemachine, Rain Simulator, en niet te vergeten de Intelligente Zaklampen voor het DomUnder project (www.domunder.nl). Stuk voor stuk zijn het natte dromen voor gepassioneerde ingenieurs.


Berkelaar MRT werd ook betrokken bij het ontwerpen en bouwen van het Science Centre, en een aantal van de mooiste opstellingen is van zijn hand. Zo is er een magnetische zweeftrein die gebruik maakt van supergeleiding. De baan van maar liefst 19 meter lang bestaat uit meer dan 4500 magneten, en de trein wordt gekoeld met vloeibaar stikstof (minus 196⁰C). Hartstikke echt.


Een andere opstelling waarvan ik bijzonder onder de indruk was, laat zien hoe verschillende materialen radioactieve straling absorberen. Geen flauwekul met fictieve stralingsbronnen en gesimuleerde absorptie. Nee, drie échte radioactieve bronnen (voor α-, β-, en γ-straling) met drie échte detectoren. Dat is echt veel duurder dan een simulatie en het geeft heel veel meer rompslomp. Al is het maar omdat ieder jaar van overheidswege wordt gecontroleerd of dat radioactieve materiaal nog wel aanwezig is. Hélemaal hartstikke écht!


Er is zelfs iets dat ik zelf nog nooit in het echt had gezien: een heuse nevelkamer. Daarin zie je elementaire deeltjes nevelsporen trekken zoals een straaljager dat op een heldere dag in de atmosfeer doet. Het bijzondere is dat er geen gebruik wordt gemaakt van een stralingsbron. Wat je ziet, is wat er op dát moment toevallig doorheen vliegt: kosmische straling, verdwaalde elektronen, en spontaan (zwak) radioactief verval van materiaal uit de buurt.


Het Science Centre is zo bijzonder omdat het een directe relatie heeft met onderzoek dat aan de TU Delft plaatsvindt, en omdat de opstellingen helemaal echt zijn. Ter nagedachtenis aan Meta ‘lekker weg in eigen land’ de Vries, raad ik iedereen met kinderen in de leeftijd van 8-16 jaar aan om eens een bezoek te brengen aan het Science Centre. Of ga lekker zelf kijken! 


Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.