Opinie

[Column] Oud technologienieuws in een Nederlands jasje

Er is nu ook een Nederlandstalige editie van Technology Review, het toonaangevende innovatietijdschrift van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Wie zit daar eigenlijk op te wachten?

Ik lees Technology Review altijd met veel plezier. De artikelen zijn prettig leesbaar, en gaan over actuele technologische ontwikkelingen, met veel aandacht voor marktgerichte toepassingen. De columns zijn uitdagend en uitstekend geschreven. Iedere maand is er een hoofdartikel dat met zorg is gekozen om de aandacht te trekken. Bijvoorbeeld ‘Never charge your cell phone again’, en ‘The world’s hottest computer lab’. Dat nodigt uit tot lezen.

In februari was het ’10 Emerging technologies that will change your world’. In het eerste Nederlandstalige nummer (juni 2004) is dit hoofdartikel in vertaling opgenomen. Maar het is vier maanden oud nieuws. Verder zijn er vier reportages: ‘Speeltjes in de superchip-eeuw’ (ook uit februari), ‘Verder zoeken dan Google’ (maart), ‘Hybride’s rijzende zon’ (april), en ‘Zoektocht naar geneesmiddelen’. Dat laatste is een product van eigen bodem.

Wil de Nederlandse editie enige kans van slagen hebben, dan zal hij actueel moeten zijn. Want Technology Review heeft up-to-date zijn hoog in het vaandel staan. Zo ontvang ik tweemaal per week een e-mail met de laatste nieuwtjes die gelinkt zijn naar de website www.technologyreview.com.

Een papieren abonnement geeft recht op ongelimiteerde toegang tot die website. De TU heeft weliswaar een papieren abonnement, maar elektronische toegang is niet mogelijk. Ik heb het bij verschillende medewerkers van de bibliotheek aangekaart, maar nog steeds heb ik geen toegang. Blijkbaar te moeilijk voor een technische universiteit.

Wat is de noodzaak van een Nederlandstalige editie? Je zou toch denken dat de doelgroep goed met de Engelse versie uit de voeten kan. Hoofdredacteur Erwin van den Brink legt het uit: “De reden is dat er in Nederland inmiddels wel heel veel wordt gepraat over innovatie maar verhoudingsgewijs nog bar weinig wordt gedaan.” Dus met een Nederlandse editie gaan de vastgeroeste tandwielen plotseling draaien? Van den Brink memoreert ook de filosofie van Technology Review: “Levendig en aanschouwelijk laten zien hoe je met nieuwe technologie geld kunt verdienen.” Nog afgezien van de tautologie, komt dit geenszins overeen met het mission statement van Technology Review: ‘To promote the understanding of emerging technologies and their impact on business and society’.

De Nederlandse editie is niet een klakkeloze vertaling van het Amerikaanse Technology Review. Het is een samenraapsel van oude artikelen, aangevuld met bijdragen van Nederlandse bodem, en zelfs bijdragen uit China, Duitsland en Italië. Want ook die landen hebben een eigen editie. Binnenkort volgt nog Japan.

‘Dutch version available now!’ schreeuwt de omslag met grote rode letters. Wie hoopt men daarmee te paaien? Amerikanen die Nederlands willen leren? Daaronder staat een tekst die alleen een op hol geslagen copywriter kan bedenken: ‘Direct toegang tot baanbrekend onderzoek van vandaag, vertaald naar de zakelijke mogelijkheden van morgen.’ Die directe toegang is het openslaan van het tijdschrift, denk ik. Want toegang tot een archief is er niet op de Nederlandstalige website. Men is wel in onderhandeling met MIT om het Amerikaanse archief ook voor Nederlandse abonnees toegankelijk te maken.

Je zou kunnen overwegen om een abonnement te nemen. Dat kan door het kaartje met de tekst ‘YES! Ik wil gelijk kennismaken’ in te vullen. En, ‘NOTICE!’, dan krijg je als welkomstgeschenk een boek. Diezelfde doorgedraaide copywriter vertelt om welk boek het gaat: “Het boek Techniek van de toekomst biedt een smakelijke staalkaart aan mogelijkheden.” Jakkes!

Een abonnement op de Amerikaanse editie kost 58 dollar (ongeveer 48 euro). Naast twaalf tijdschriften krijg je ongelimiteerd toegang tot het online archief dat teruggaat tot 1997. Tenzij je bij de TU werkt natuurlijk. De Nederlandse editie kost 60 euro per jaar. Daarvoor ontvang je elf tijdschriften, en die smakelijke staalkaart aan mogelijkheden. Waarom elf? vroeg ik de uitgever. “Omdat we er maar elf per jaar maken”, was het antwoord.

Wat is de toegevoegde waarde van een Nederlandse editie als De Ingenieur en Natuurwetenschap & Techniek ook artikelen mogen overnemen uit Technology Review? Voor een Nederlandstalige Donald Duck bestaat een duidelijke markt, want die kleintjes lezen nog geen Engels. Maar me dunkt dat de doelgroep van Technology Review dat wel doet. Die enkele oorspronkelijke bijdrage uit Nederland of uit een van de partnerlanden weegt niet op tegen vertalingen van oude artikelen. Het zou me verbazen als dit tijdschrift over een jaar nog bestaat.

De auteur is docent aan de faculteit TBM

www.technologyreview.com

Ik lees Technology Review altijd met veel plezier. De artikelen zijn prettig leesbaar, en gaan over actuele technologische ontwikkelingen, met veel aandacht voor marktgerichte toepassingen. De columns zijn uitdagend en uitstekend geschreven. Iedere maand is er een hoofdartikel dat met zorg is gekozen om de aandacht te trekken. Bijvoorbeeld ‘Never charge your cell phone again’, en ‘The world’s hottest computer lab’. Dat nodigt uit tot lezen.



In februari was het ’10 Emerging technologies that will change your world’. In het eerste Nederlandstalige nummer (juni 2004) is dit hoofdartikel in vertaling opgenomen. Maar het is vier maanden oud nieuws. Verder zijn er vier reportages: ‘Speeltjes in de superchip-eeuw’ (ook uit februari), ‘Verder zoeken dan Google’ (maart), ‘Hybride’s rijzende zon’ (april), en ‘Zoektocht naar geneesmiddelen’. Dat laatste is een product van eigen bodem.



Wil de Nederlandse editie enige kans van slagen hebben, dan zal hij actueel moeten zijn. Want Technology Review heeft up-to-date zijn hoog in het vaandel staan. Zo ontvang ik tweemaal per week een e-mail met de laatste nieuwtjes die gelinkt zijn naar de website www.technologyreview.com.



Een papieren abonnement geeft recht op ongelimiteerde toegang tot die website. De TU heeft weliswaar een papieren abonnement, maar elektronische toegang is niet mogelijk. Ik heb het bij verschillende medewerkers van de bibliotheek aangekaart, maar nog steeds heb ik geen toegang. Blijkbaar te moeilijk voor een technische universiteit.



Wat is de noodzaak van een Nederlandstalige editie? Je zou toch denken dat de doelgroep goed met de Engelse versie uit de voeten kan. Hoofdredacteur Erwin van den Brink legt het uit: “De reden is dat er in Nederland inmiddels wel heel veel wordt gepraat over innovatie maar verhoudingsgewijs nog bar weinig wordt gedaan.” Dus met een Nederlandse editie gaan de vastgeroeste tandwielen plotseling draaien? Van den Brink memoreert ook de filosofie van Technology Review: “Levendig en aanschouwelijk laten zien hoe je met nieuwe technologie geld kunt verdienen.” Nog afgezien van de tautologie, komt dit geenszins overeen met het mission statement van Technology Review: ‘To promote the understanding of emerging technologies and their impact on business and society’.



De Nederlandse editie is niet een klakkeloze vertaling van het Amerikaanse Technology Review. Het is een samenraapsel van oude artikelen, aangevuld met bijdragen van Nederlandse bodem, en zelfs bijdragen uit China, Duitsland en Italië. Want ook die landen hebben een eigen editie. Binnenkort volgt nog Japan.



‘Dutch version available now!’ schreeuwt de omslag met grote rode letters. Wie hoopt men daarmee te paaien? Amerikanen die Nederlands willen leren? Daaronder staat een tekst die alleen een op hol geslagen copywriter kan bedenken: ‘Direct toegang tot baanbrekend onderzoek van vandaag, vertaald naar de zakelijke mogelijkheden van morgen.’ Die directe toegang is het openslaan van het tijdschrift, denk ik. Want toegang tot een archief is er niet op de Nederlandstalige website. Men is wel in onderhandeling met MIT om het Amerikaanse archief ook voor Nederlandse abonnees toegankelijk te maken.



Je zou kunnen overwegen om een abonnement te nemen. Dat kan door het kaartje met de tekst ‘YES! Ik wil gelijk kennismaken’ in te vullen. En, ‘NOTICE!’, dan krijg je als welkomstgeschenk een boek. Diezelfde doorgedraaide copywriter vertelt om welk boek het gaat: “Het boek Techniek van de toekomst biedt een smakelijke staalkaart aan mogelijkheden.” Jakkes!



Een abonnement op de Amerikaanse editie kost 58 dollar (ongeveer 48 euro). Naast twaalf tijdschriften krijg je ongelimiteerd toegang tot het online archief dat teruggaat tot 1997. Tenzij je bij de TU werkt natuurlijk. De Nederlandse editie kost 60 euro per jaar. Daarvoor ontvang je elf tijdschriften, en die smakelijke staalkaart aan mogelijkheden. Waarom elf? vroeg ik de uitgever. “Omdat we er maar elf per jaar maken”, was het antwoord.



Wat is de toegevoegde waarde van een Nederlandse editie als De Ingenieur en Natuurwetenschap & Techniek ook artikelen mogen overnemen uit Technology Review? Voor een Nederlandstalige Donald Duck bestaat een duidelijke markt, want die kleintjes lezen nog geen Engels. Maar me dunkt dat de doelgroep van Technology Review dat wel doet. Die enkele oorspronkelijke bijdrage uit Nederland of uit een van de partnerlanden weegt niet op tegen vertalingen van oude artikelen. Het zou me verbazen als dit tijdschrift over een jaar nog bestaat.



De auteur is docent aan de faculteit TBM



www.technologyreview.com

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.