Opinie

[Column] Maak vrouwen zichtbaar in onderzoek

Het negeren van geslacht of etniciteit in onderzoek heeft gevolgen, zegt Claudia Werker. De TU kan een verschil maken door een inclusieve onderzoeksstrategie te ontwikkelen.

Claudia Werker: “Wat zullen de studenten en collega’s mij leren, welke uitdagingen zijn voor mij weggelegd?” (Foto: Cok Francken)

Gebrek aan gedegen onderzoek heeft ernstige gevolgen. Dit geldt vooral voor vrouwen, zoals een recent voorbeeld laat zien van zeldzame levensbedreigende bloedstolsels als gevolg van een injectie met het Astra Zeneca Covid-19-vaccin. Een zojuist gepubliceerde studie suggereert dat deze gebeurtenissen minstens tien keer vaker voorkomen na het toedienen van het Astra Zeneca Covid-19-vaccin dan zonder. Het risico voor vrouwen is meer dan drie keer hoger dan voor mannen. Vrouwen ouder dan zestig jaar worden ook aanzienlijk getroffen.

Nationale vaccinatiecampagnes in Europa weerspiegelen dit echter niet. Waarom niet? Omdat vrouwen in Covid-19-vaccinonderzoeken die systematisch bijwerkingen zouden moeten detecteren, onzichtbaar zijn. Als we kijken naar de registratie van bijna 2.500 Covid-19-gerelateerde studieonderzoeken, zien we dat minder dan 17 procent van die studieonderzoeken gender als wervingscriterium noemt en slechts ongeveer 4 procent gender als factor voor hun analyse.

Europese regeringen baseren hun vaccinatiecampagnes op informatie die ze van het European Medicine Agency (EMA) ontvangen. EMA vertrouwt zelf op verschillende gegevensbronnen die ook niet systematisch rekening houden met genderverschillen. Vreemd genoeg kan het EMA geen onderscheid maken tussen bloedstollingsgebeurtenissen na de injectie van het Astra-Zeneca Covid-19-vaccin voor mannen en vrouwen, maar wel voor zeven verschillende leeftijdsgroepen. Dus terwijl landen als Nederland, Duitsland, België en het VK vaccinatie naar leeftijd onderscheiden, doen ze dat niet naar geslacht. Het komt erop neer dat deze Europese landen – op basis van onvoldoende gegevens – geen risico’s met jonge mannen ten koste van oudere vrouwen nemen. Maar goed, het is nog steeds een mannenwereld. Wie kan het wat schelen? Mij wel, en dat zou voor ons allemaal moeten gelden.

De eerste zelfrijdende auto’s herkenden zwarte mensen niet omdat die voor blanken gekalibreerd waren

Onzichtbaarheid in onderzoek en innovatie is breder dan alleen gezondheidskwesties. Er zijn hele boeken vol voorbeelden van vrouwen die genegeerd worden in verschillende technologische onderzoeksgebieden met ernstige – soms fatale – gevolgen. Vorig jaar gebruikte een Zweedse autofabrikant voor het eerst crashtestdummy’s die de lichamen van vrouwen weerspiegelen. Als andere volgen, zouden we iets kunnen doen aan het feit dat vrouwen weliswaar minder vaak bij ongevallen betrokken zijn dan mannen, maar zwaarder gewond raken wanneer ze dat wel zijn.

Onzichtbaarheid in onderzoek en innovatie is ook breder dan gender. De eerste zelfrijdende auto’s herkenden zwarte mensen niet omdat die voor blanken gekalibreerd waren. Een ander voorbeeld zijn algoritmen die vooroordelen bevatten en voor de voorselectie van kandidaten voor universiteiten worden gebruikt.

De TU Delft is trots op de bijdrage die we bij het oplossen van vele sociaaleconomische problemen leveren – en terecht. Toch vind ik dat we nu de volgende stap moeten zetten. Om een ​​voorbeeld te geven: vorig jaar heb ik met twee bedrijven gesproken over het gebruik van robots voor potentiële werknemers van alle soorten en maten. In het eerste bedrijf verwees het volledig mannelijke team onmiddellijk naar sociale werkplekken om dit soort ideeën te verwezenlijken. Tegelijkertijd had het bedrijf ernstige problemen om hun openstaande posities in te vullen. Bij de andere firma sprak ik met de CEO. Hij ontwikkelde meteen verschillende ideeën om vrouwelijke of oudere werknemers of mensen met een handicap bij het werkproces te betrekken door de inzet van robots als (fysieke) ondersteuning en trainingstool.

De TU Delft zou door een inclusieve onderzoeksstrategie een groot verschil kunnen maken en daardoor een wereldwijd uniek onderzoeksprofiel voor zichzelf kunnen ontwikkelen. Het is eenvoudig te doen, maar niet gemakkelijk: als je onderzoek doet dat met mensen te maken heeft, overweeg je of hun diversiteit met betrekking tot geslacht, leeftijd, etniciteit et cetera invloed heeft op onderzoeksvragen, methoden, factoren, analyse en rapportage. Hoe doe je dat? Door gebruik te maken van convergentie tussen engineering en sociale wetenschappen. Waarom zou je dat doen? Omdat het juist is om te doen. En omdat zo een soort onderzoek veel meer impact heeft dan vasthouden aan wat we altijd hebben gedaan.

Claudia Werker is universitair hoofddocent economie van technologie en innovatie bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). Ze werkt sinds 2007 bij de TU Delft. Ze is vice-voorzitter van de ondernemingsraad. 

Claudia Werker / Columnist

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.