Opinie

[Column] Japie

Onlangs hield prof.dr. H.J. van den Herik zijn afscheidsrede aan de Universiteit van Tilburg. Onder de titel ‘Intuïtie valt te programmeren’ weerlegde hij de bewering van de vermaarde psycholoog Adrianus Dingeman de Groot (ook bekend als grondlegger van de Cito-toets) dat computers nooit over intuïtie zullen beschikken.

(Foto: Sam Rentmeester)

Volgens De Groot is intuïtie ‘het hebben van oordelen (of het nemen van beslissingen) op een manier die niet expliciet gemaakt kan worden.’


Jaap van den Herik promoveerde in 1983 in Delft op het lijvige proefschrift ‘Computerschaak, schaakwereld en kunstmatige intelligentie’. Er waren maar liefst drie promotoren bij betrokken: wiskundige Henk Lombaers, filosoof Joop Doorman en psycholoog Adriaan de Groot. De Groot was zelf in 1946 gepromoveerd op het proefschrift ‘Het denken van den schaker’ dat in 1965 op voorspraak van Herbert Simon in het Engels werd vertaald als ‘Thought and choice in chess’. Hij probeerde antwoord te vinden op de vraag hoe schakers tot hun zetkeuze komen en waarin sterke schakers verschillen van zwakke schakers. Volgens De Groot is intuïtie een wezenlijk onderdeel van het schaken en die intuïtie is bij grootmeesters veel beter ontwikkeld dan bij clubschakers.


Een grootmeester ziet in een willekeurige stelling onmiddellijk de juiste zet. Die moet hij dan nog wel nauwkeurig doorrekenen, maar het is dus niet zo dat de beste zet pas na lang denken wordt gevonden.


In 1978 begon Jaap aan zijn promotieonderzoek dat, zo verzekerde hij De Groot, op termijn zou leiden tot een computerprogramma dat sterker zou schaken dan een wereldkampioen. Onmogelijk, zei De Groot, en hij beredeneerde dat als volgt:


[aanname] Intuïtie is een essentieel onderdeel van het schaken;


[aanname] Grootmeesters spelen zo sterk omdat ze over intuïtie beschikken;


[bewering] Intuïtie is niet te programmeren;


[conclusie] Een computer kan nooit op grootmeesterniveau schaken.


Op 11 mei 1997 versloeg DEEP BLUE wereldkampioen Gary Kasparov in een match over zes partijen. Ik was daar in New York getuige van. De schaakwereld was in shock. Adriaan de Groot, inmiddels 82, schreef vanuit zijn woonplaats Schiermonnikoog een nukkig opiniestuk in NRC Handelsblad. In plaats van zijn hoed af te nemen voor de intuïtie van Jaap van den Herik twintig jaar eerder, en zich af te vragen waar zijn eigen redenering precies spaak liep (Is intuïtie geen essentieel onderdeel van het schaken? Kan intuïtie wel geprogrammeerd worden?), wierp hij een aantal merkwaardige vragen op, zoals ‘hoe hebben grootmeesters de overwinning van het monster nog zolang kunnen tegenhouden?’


Tien jaar geleden overleed A.D. de Groot. Jammer genoeg heeft hij niet meer mogen meemaken dat een computer nu op het punt staat om ook in Go, het ultieme spel van intuïtie, de mens voorbij te streven.


Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.