Opinie

[Column] Het recht op afvalligheid en beledigen

Het recht op beledigen bestaat volgens Behnam Taebi niet. “Dat klopt”, reageert Dap Hartmann. “Net zo min als het recht op ademhalen of het recht op televisiekijken bestaat. Het is een integraal onderdeel van het recht op vrije meningsuiting.”

Behnam Taebi doet de ophef rondom de doodsbedreigingen en het fysieke geweld tegen Ehsan Jami nogal smalend af als nieuws in komkommertijd (Delta 2007-26). Een merkwaardige uitspraak voor een docent filosofie die onze studenten nota bene ethiek onderwijst.

“Vrijheid van meningsuiting geeft je niet het recht om mensen te beledigen”, meent Behnam Taebi. Zoals zoveel nieuwe Nederlanders heeft Taebi de strekking van het begrip ‘vrijheid van meningsuiting’ bijna begrepen. Hij denkt dat je alleen mag zeggen wat je wilt, zolang niemand zich daaraan stoort. Beledigd zijn is eigenlijk niets anders dan het je persoonlijk aantrekken van iemands mening. Voor een belediging zijn altijd twee partijen nodig, en de definitie van belediging ligt blijkbaar bij degene die zich beledigd voelt. Of het nou een opmerking is over iemands uiterlijk of geestesgesteldheid, of kritiek op een oud sprookjesboek of een mythologische figuur van 1400 jaar geleden, alles is op te vatten als een belediging, als je dat echt wilt. Niemand heeft het recht om beledigd te zijn, omdat het onmogelijk is een lijst op te stellen met onderwerpen en uitspraken die beledigend zijn. Het gemekker van Frans Bauer muziek noemen is wat mij betreft een grovere belediging dan de bewering dat de profeet Mohammed een perverseling is. Iemand die meent dat Frans Bauer muziek maakt, vind ik een beetje zielig. Waarom kan een moslim mij dan niet zielig vinden als ik Mohammed een barbaar noem? Vanwaar al die agressie?

Terug naar ‘de ophef’ rondom Ehsan Jami. Je mag je als moslim blijkbaar wel losmaken van de islam, maar dan alleen in stilte. Doe je dat niet, dan vraag je om ellende (lees: klappen, doodsbedreigingen). Uit een recente enquête blijkt dat maar liefst zes procent van de ondervraagde moslims geweld tegen afvalligen gerechtvaardigd vindt. Als dat representatief is voor alle moslims in Nederland, dan lopen er dus 60 duizend moslims rond die geweld acceptabel vinden tegen mensen als Ehsan Jami. En dat zijn slechts degenen die daar openlijk voor uit durven te komen. Let wel, de vraag was niet of geweld gerechtvaardigd is tegen mensen die Mohammed of de Koran beledigen. Ik durf niet te denken aan de uitkomst van een enquête naar die stelling.

Het is volstrekt logisch dat iemand die een dergelijke agressieve godsdienst (of, laat ik het politiek correct formuleren, een godsdienst met agressieve volgelingen) de rug toe keert, zich daar zeer kritisch over uitlaat. Ook Maarten ’t Hart en Jan Wolkers, die zich tientallen jaren geleden bevrijdden van het juk van hun gereformeerde opvoeding, uitten harde kritiek op dat geloof. Toch werden zij niet met de dood bedreigd of op straat in elkaar geslagen. Vergelijkbare kritiek op de islam wordt echter beschouwd als een belediging, en rechtvaardigt volgens veel moslims geweld. Wie dit betwijfelt nodig ik uit een enquête te doen. Laten we de waarheid niet onder stoelen of banken steken: waar het de islam betreft hebben de meeste moslims een bijzonder kort lontje. Het ergert Taebi “dat ieder individu dat opstaat om de islam te beledigen, zoveel media-aandacht krijgt.” Ik maak me sterk dat het wel mee zou vallen met die media-aandacht, als Jami niet met de dood was bedreigd en niet in elkaar was geslagen. Een kind dat niet meer in Sinterklaas gelooft haalt heus de media niet; een kind dat om die reden voortdurend persoonsbeveiliging nodig heeft, baart wel de nodige opzien.

En dan is er het grote misverstand omtrent het steuncomité ex-moslims. De naam is misschien wat ongelukkig gekozen, want de voornaamste doelstelling van het comité is ‘de herintroductie in Nederland en in de Europese Unie van volledige individuele vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, daarbij inbegrepen het recht, ook van kinderen, om van godsdienst of levensovertuiging te veranderen en om daar vrijelijk van te getuigen’. In de officiële verklaring van het steuncomité komt de naam van Ehsan Jami niet voor. Het steuncomité is dan ook geen verkapte fanclub van Jami. Zijn comité van ex-moslims is toevallig het eerste initiatief dat onze steun verdient. Wellicht zijn afvalligen van Scientology of criticasters van Poetin de volgende.

“Wil hij opkomen voor ex-moslims, of wil hij de partij van Wilders aan meer zetels helpen”, wil Taebi graag van Jami weten. Ik zou op mijn beurt Taebi willen vragen: wie helpt Wilders aan meer zetels: mensen die zich kritisch uitlaten over de islam, of moslims die zulke critici bedreigen en in elkaar slaan? Het recht op beledigen bestaat volgens Taebi niet. Dat klopt, net zo min als het recht op ademhalen of het recht op televisiekijken bestaat. Het is een integraal onderdeel van het recht op vrije meningsuiting. Is het niet verschrikkelijk dat anno 2007 in Nederland zo velen dat recht niet begrijpen en onderschrijven? Voor wie het niet begrijpt, heb ik het hierboven trachten uit te leggen. Tegen wie het niet onderschrijft, zou ik willen zeggen wat ik ooit in Boston op een Nike reclameposter las: If you don’t like baseball, move to Norway.

www.steuncomite-exmoslims.nl/steunverklaring.html.

Dap Hartmann is lid van het steuncomité ex-moslims

Ehsan Jami is een van de oprichters van het steuncomité voor ex-moslims. (Foto: ANP)

Behnam Taebi doet de ophef rondom de doodsbedreigingen en het fysieke geweld tegen Ehsan Jami nogal smalend af als nieuws in komkommertijd (Delta 2007-26). Een merkwaardige uitspraak voor een docent filosofie die onze studenten nota bene ethiek onderwijst.



“Vrijheid van meningsuiting geeft je niet het recht om mensen te beledigen”, meent Behnam Taebi. Zoals zoveel nieuwe Nederlanders heeft Taebi de strekking van het begrip ‘vrijheid van meningsuiting’ bijna begrepen. Hij denkt dat je alleen mag zeggen wat je wilt, zolang niemand zich daaraan stoort. Beledigd zijn is eigenlijk niets anders dan het je persoonlijk aantrekken van iemands mening. Voor een belediging zijn altijd twee partijen nodig, en de definitie van belediging ligt blijkbaar bij degene die zich beledigd voelt. Of het nou een opmerking is over iemands uiterlijk of geestesgesteldheid, of kritiek op een oud sprookjesboek of een mythologische figuur van 1400 jaar geleden, alles is op te vatten als een belediging, als je dat echt wilt. Niemand heeft het recht om beledigd te zijn, omdat het onmogelijk is een lijst op te stellen met onderwerpen en uitspraken die beledigend zijn. Het gemekker van Frans Bauer muziek noemen is wat mij betreft een grovere belediging dan de bewering dat de profeet Mohammed een perverseling is. Iemand die meent dat Frans Bauer muziek maakt, vind ik een beetje zielig. Waarom kan een moslim mij dan niet zielig vinden als ik Mohammed een barbaar noem? Vanwaar al die agressie?



Terug naar ‘de ophef’ rondom Ehsan Jami. Je mag je als moslim blijkbaar wel losmaken van de islam, maar dan alleen in stilte. Doe je dat niet, dan vraag je om ellende (lees: klappen, doodsbedreigingen). Uit een recente enquête blijkt dat maar liefst zes procent van de ondervraagde moslims geweld tegen afvalligen gerechtvaardigd vindt. Als dat representatief is voor alle moslims in Nederland, dan lopen er dus 60 duizend moslims rond die geweld acceptabel vinden tegen mensen als Ehsan Jami. En dat zijn slechts degenen die daar openlijk voor uit durven te komen. Let wel, de vraag was niet of geweld gerechtvaardigd is tegen mensen die Mohammed of de Koran beledigen. Ik durf niet te denken aan de uitkomst van een enquête naar die stelling.



Het is volstrekt logisch dat iemand die een dergelijke agressieve godsdienst (of, laat ik het politiek correct formuleren, een godsdienst met agressieve volgelingen) de rug toe keert, zich daar zeer kritisch over uitlaat. Ook Maarten ’t Hart en Jan Wolkers, die zich tientallen jaren geleden bevrijdden van het juk van hun gereformeerde opvoeding, uitten harde kritiek op dat geloof. Toch werden zij niet met de dood bedreigd of op straat in elkaar geslagen. Vergelijkbare kritiek op de islam wordt echter beschouwd als een belediging, en rechtvaardigt volgens veel moslims geweld. Wie dit betwijfelt nodig ik uit een enquête te doen. Laten we de waarheid niet onder stoelen of banken steken: waar het de islam betreft hebben de meeste moslims een bijzonder kort lontje. Het ergert Taebi “dat ieder individu dat opstaat om de islam te beledigen, zoveel media-aandacht krijgt.” Ik maak me sterk dat het wel mee zou vallen met die media-aandacht, als Jami niet met de dood was bedreigd en niet in elkaar was geslagen. Een kind dat niet meer in Sinterklaas gelooft haalt heus de media niet; een kind dat om die reden voortdurend persoonsbeveiliging nodig heeft, baart wel de nodige opzien.



En dan is er het grote misverstand omtrent het steuncomité ex-moslims. De naam is misschien wat ongelukkig gekozen, want de voornaamste doelstelling van het comité is ‘de herintroductie in Nederland en in de Europese Unie van volledige individuele vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, daarbij inbegrepen het recht, ook van kinderen, om van godsdienst of levensovertuiging te veranderen en om daar vrijelijk van te getuigen’. In de officiële verklaring van het steuncomité komt de naam van Ehsan Jami niet voor. Het steuncomité is dan ook geen verkapte fanclub van Jami. Zijn comité van ex-moslims is toevallig het eerste initiatief dat onze steun verdient. Wellicht zijn afvalligen van Scientology of criticasters van Poetin de volgende.



“Wil hij opkomen voor ex-moslims, of wil hij de partij van Wilders aan meer zetels helpen”, wil Taebi graag van Jami weten. Ik zou op mijn beurt Taebi willen vragen: wie helpt Wilders aan meer zetels: mensen die zich kritisch uitlaten over de islam, of moslims die zulke critici bedreigen en in elkaar slaan? Het recht op beledigen bestaat volgens Taebi niet. Dat klopt, net zo min als het recht op ademhalen of het recht op televisiekijken bestaat. Het is een integraal onderdeel van het recht op vrije meningsuiting. Is het niet verschrikkelijk dat anno 2007 in Nederland zo velen dat recht niet begrijpen en onderschrijven? Voor wie het niet begrijpt, heb ik het hierboven trachten uit te leggen. Tegen wie het niet onderschrijft, zou ik willen zeggen wat ik ooit in Boston op een Nike reclameposter las: If you don’t like baseball, move to Norway.



www.steuncomite-exmoslims.nl/steunverklaring.html.



Dap Hartmann is lid van het steuncomité ex-moslims



Ehsan Jami is een van de oprichters van het steuncomité voor ex-moslims. (Foto: ANP)

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.