Opinie

[Column] Een nieuwe visie

Een nieuwe commissie ontwikkelt een nieuwe visie op onderwijs, met in het achterhoofd de ervaringen uit de pandemie. En wie werd daarvoor gevraagd? Columnist Bob van Vliet.

Bob van Vliet: “Zó ingrijpend dat ik het fijn had gevonden als we er met zijn allen een inhoudelijke en openbare discussie over hadden kunnen hebben, vooráfgaand aan de keuze voor één specifiek scenario.” (Foto: Sam Rentmeester)

Het lijkt erop dat het nu echt zover is: een einde aan alle coronamaatregelen in het onderwijs. Maar de eerste dag dat er weer een onbeperkt aantal studenten in een zaal mocht gooide een storm nog even roet in het eten. Wéér was het paniekvoetbal. Snel, snel wisselen naar een online variant. Roeien met de riemen die je hebt.

Hoewel die hele stoelendans nu al bijna twee jaar aan de gang is, heeft de universiteit nog geen duidelijk plan hoe we de digitale kant van ons onderwijs willen runnen. Het is de hoogste tijd om daar eens kritisch met zijn allen bij stil te staan. Want na twee jaar roeien we nog grotendeels met de riemen waar we indertijd in alle haast naar grepen.

Afgelopen maand is er een universiteitsbrede commissie aan de slag gegaan met precies die opdracht: het ontwikkelen van een nieuwe visie op onderwijs met in het achterhoofd de ervaringen van de afgelopen twee jaar. Ik roep daar met regelmaat van alles over in deze column, dus mijn faculteit kwam al snel bij mij uit als een van de mensen die ze daarvoor vroeg. En vanwege diezelfde grote bek kon ik natuurlijk moeilijk nee zeggen.

De commissie is opgedeeld in drie groepen: een die vanuit het perspectief van docenten gaat kijken, een vanuit de ervaring van studenten, en een met een institutionele blik. Ik heb me aangesloten bij die laatste. Analyses vanuit het perspectief van studenten en docenten zijn cruciaal. Maar fundamenteler en acuter is wat mij betreft de vraag wat de universiteit nu anders of extra zou moeten gaan organiseren. Echte verandering staat of valt uiteindelijk met de aanwezigheid van de juiste middelen, structuren, en andere randvoorwaarden.

Die commissie is nog wel even bezig, dus alle input is welkom

Wat mij betreft ligt een van de belangrijkste keuzes die we moeten maken op het vlak van de digitale infrastructuur voor ons onderwijs. Willen we afhankelijk blijven van de private, commerciële platforms waar we ons in alle haast aan overgaven? Nee, dat is gevaarlijk, vonden onze rector magnificus en zijn ambtsgenoten al vóór de pandemie. Nee, concludeerde het Rathenau Instituut recent. Nee, klonk het ook vanuit de KNAW. En het hoeft ook niet. In Duitsland en Frankrijk worden al lang fundamenteel andere keuzes gemaakt, blijkt uit werk van Delftse onderzoekers.

Ik hoop dat deze papieren consensus nu snel tot concrete plannen gaat leiden. Wie vaker mijn columns leest, weet dat ik die hoop al langer heb. Ik ben sceptisch over de revolutionaire potentie van ed-tech maar tegelijkertijd overtuigd van de bepalende invloed van online platforms op het karakter van ons onderwijs.

Dat is mijn insteek. Maar ik heb natuurlijk geen speciale positie of zeggenschap binnen de commissie die nu is opgezet. En nu we daar met een relatief beperkte en relatief arbitrair samengestelde club bij elkaar zitten, ben ik benieuwd wat anderen zien als dé conclusie die we als universiteit zouden moeten trekken na twee jaar gedwongen afstandsonderwijs, videobellen, en alternatieve toetsing.

Waar moeten we in investeren? Hoe? Welke goede voorbeelden van elders ken je? Die commissie is nog wel even bezig, dus alle input is welkom. Mijn mailadres staat hieronder. Op Twitter ben ik @bbvnvlt.

Bob van Vliet is docent bij de faculteit 3mE en gespecialiseerd in ontwerponderwijs. Reacties zijn welkom via B.vanVliet@tudelft.nl.

Bob van Vliet / Columnist

Columnist Bob van Vliet

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

B.vanVliet@tudelft.nl

Comments are closed.