Opinie

[Column] Delftse vruchten

Europa loopt achter op het gebied van kunstmatige intelligentie, blijkt uit een persbericht van de Europese Commissie op 25 april. Ik was verbaasd moet ik zeggen, want zegt u zelf: had u het idee dat Europa achterliep?

In een technische omgeving als Delft is innovatie dagelijkse kost. Binnen de TU-bubbel proeft iedereen van de state-of-the-art technologie – waaronder ook artificial intelligence (AI) – doordat deze zichtbaar is in onderzoeken, opleidingen en start-ups. Maar wat wij om ons heen zien is geen goede graadmeter voor Europa als geheel: zij heeft namelijk de boot gemist. Europa wordt links en rechts ingehaald door China en Amerika en blijft achter met maar weinig mondiale AI-bedrijven en zonder grote doorbraken.


Waarom?


Europa grijpt de kans simpelweg te laat. Investeringen in AI, zowel publiek als privaat, blijven in zeer grote mate achter bij Azië en Amerika. Neem bijvoorbeeld DeepMind, een voorheen onbekende start-up van Britse bodem met een baanbrekend AI-algoritme. Google zag de potentie en snoepte het bedrijf in 2014 als een PacMan weg. DeepMind’s zelflerende computer AlphaGo versloeg de wereldkampioen in het bordspel Go in 2016. Dat is een succes op zich, maar nog inspirerender zijn de vele lucratieve toepassingen waar Google DeepMind’s algoritmes momenteel voor gebruikt. Jammer dat de potentie van DeepMind toentertijd niet binnen Europa is ontdekt en gekoesterd.


Europa staat met 1-0 achter, maar ik ben positief gestemd


De achterstand in AI wordt aangepakt. In het eerdergenoemde persbericht presenteerde de Europese Commissie een plan van aanpak om de investeringen in AI met 20 miljard euro per jaar op te schroeven. Op deze manier blijven talenten (hopelijk) binnen Europa om aan AI-onderzoek en -valorisatie te werken. Ditzelfde plan bevat ook een oplossing voor een meer dringende zaak: de randvoorwaarden die succes van AI mogelijk moet maken.


Europa is namelijk niet klaar voor AI. Neem het voorbeeld van zelfrijdende auto’s. De wetgeving laat autonome auto’s nog niet toe en aansprakelijkheid blijft een lastige kwestie. Daarnaast zal de technologie een grote hoeveelheid data nodig hebben om zijn rijgedrag te verbeteren. Meer dan bijvoorbeeld China moeten wij ons in Europa aan veel privacywetten houden. Hoe worden die essentiële data veilig vergaard, gebruikt en bewaard zonder privacy te schenden? Europese landen maar ook burgers moeten deze vragen gaan beantwoorden. De Europese Commissie streeft ernaar ethische en juridische raamwerken voor AI te ontwikkelen, niet alleen om de concurrentie bij te benen, maar om een voorbeeldrol te vervullen.


Europa staat dus met 1-0 achter, maar ik ben positief gestemd. Het zijn interessante ontwikkelingen om te volgen, zeker in een technische stad als Delft. De TU draagt significant bij, zowel aan technische (o.a. Robotics Institute), ondernemende (RoboValley) als ethische kant (Delft Design for Values instituut). Nu Europa met haar inhaalslag gaat beginnen, biedt dat de gouden kans voor de TU Delft om nationaal en internationaal te floreren zodat Europa de Delftse vruchten kan plukken.


Susanne Verstegen is masterstudent engineering and policy analysis bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.


Susanne Verstegen / Student, columnist en freelancer voor Delta

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.