Opinie

[Column] De woestijn leeft

Bijna een jaar geleden verwoestte een felle brand het gebouw van de faculteit Bouwkunde. Onder het motto Building for Bouwkunde werd een prijsvraag uitgeschreven om het ‘faculteitsgebouw van de toekomst’ te ontwerpen.

,,Het evenement is nog geen klassieker, dus er komen nog niet zoveel mensen op af”, vertelt L. Langerveld van Studium Generale Rotterdam over de eerste ‘audio-loop’. De loop werd georganiseerd door de Studium Generales, sportcentra en hardloopverenigingen van TU en de Erasmus Universiteit. Het was de aftrap van de Wetenschapsweek die dit jaar ‘beweging’ als thema heeft.

Het bewegingsgedeelte bestaat uit een estafetteloop over 24 kilometer tussen Rotterdam en Delft. Voor het audiogedeelte moet gedurende de loop naar een verhaal geluisterd worden. Elk team heeft drie personen; ze wisselen lopen, fietsen en achterop de fiets luisteren naar het verhaal af. Het verhaal ‘De eenzaamheid van de lange-afstandsloper’, is ingesproken door Tom Egbers en wordt afgeluisterd met behulp van een walkman, in één geval ook met een draagbare cassetterecorder.

De wedstrijd gaat zondagmiddag om 2 uur van start bij het sportcentrum van de Erasmus Universiteit. Twaalf deelnemers, één van elk team, staan achter de startstreep. Naast de start eenzelfde aantal mensen: een aantal organisatoren, een fotograaf van het Rotterdamse universiteitsblad, een radioverslaggever, een Delta-journalist en een filmploeg van de KRO. Nadat de start twee keer gehouden is om het mooi op film vast te leggen, vertrekken de atleten richting Delft.

Een vraag naar de ‘geschatte tijd van aankomst’ levert de Delta-journalist een lift op richting finish, maar dan wel met een taak: bij het instappen van de auto wordt meteen de tijdsregistratie omgehangen. ,,Niet te veel bewegen” en ,,nergens aankomen”, wordt gezegd over de stopwatch op mijn buik.

Bij aankomst op het sportcentrum in Delft nog even het Finishdoek opgehangen, en daarna was het wachten op de eerste lopers. Niet meer dan 1:23:55 had het snelste team, uit Rotterdam, nodig om de finishlijn te passeren. Aangemoedigd door eenzelfde hoge opkomst aan media. Het bandje met het verhaal duurt echter honderd minuten en tientallen minuten na aankomst zijn nog mensen met koptelefoons in de weer. ,,Laten we terugrennen voor de rest van het verhaal” stellen sommigen voor. De oordelen over de inhoud van het verhaal zijn niet positief: ,,verschrikkelijk verhaal” en: ,,Het boek is misschien wel leuk maar niet op bandje”. Iedereen is wel uitermate te spreken was over de gelopen route.

Na afloop rest nog het beantwoorden van de vragen. Tien vragen en voor elk fout antwoord drie strafminuten. De opmerking: ,,O, is dát de ik figuur”, maakt duidelijk dat het verhaal tijdens het lopen niet op iedereen goed is overgekomen.

Bij de prijsuitreiking blijkt een Delfts team door het betere ‘intellectuele’ werk toch nog boven de Rotterdammers geëindigd. De ‘Simona motion crew’ wint de eerste prijs: drie discmans. Collegevoorzitter dr. N. de Voogd die de prijs uitreikt, verkneukelt zich over het feit dat ,,de Delftenaren dankzij de intellectuele uitdaging gewonnen hebben”. Maandagochtend konbijna iedereen zichzelf nog even terugzien op KRO’s ontbijt-TV.

En het verhaal, zo bleek bij de prijsuitreiking, was helemaal niet door Tom Egbers ingesproken, maar door een Rotterdamse student. Er was iets misgegaan bij de opname van Tom; het bandje liep niet goed ofzo…

De beste inzendingen dienen als inspiratie om het pakket van eisen voor het nieuwe gebouw vast te stellen. Daarna wordt de echte prijsvraag uitgeschreven. De ontwerpen zullen worden beoordeeld op visionaire kracht, conceptuele capaciteit en aantoonbare visie met betrekking tot onderwijsgebouwen.

In de regels en doelstellingen van Building for Bouwkunde wemelt het van vage begrippen als ‘stimuleren’, ‘creativiteit’, ‘aanmoedigen’ en ‘reflectie’. De 466 inzendingen uit vijftig landen zijn getoetst aan drie criteria: visionaire kracht, architectonische kwaliteit en economische en ecologische haalbaarheid. Over schoonheid en veiligheid wordt met geen woord gerept.

Voor het concept schoonheid halen de meeste architecten hun neus op. Zij gebruiken woorden als ‘confrontatie’, ‘eigenzinnig’, ‘contrast’ en ‘eerlijkheid’ om grove esthetische tekortkomingen te rechtvaardigen. Is uw betonnen wand niet netjes afgewerkt? Dan wijst de architect fijntjes op de eerlijke benadering waardoor u de houtnerven nog kunt zien van de bekisting waarin het beton werd gestort. Het getuigt van een bekrompen geest om dat lelijk te vinden. Op een vreemde universiteitscampus zoek ik altijd het lelijkste gebouw. Dat blijkt dan meestal de faculteit bouwkunde te zijn. Toeval, visionaire kracht of conceptuele capaciteit?

Vorige week zijn de winnaars van Building for Bouwkunde bekend gemaakt. Maar liefst drie plannen eindigden ex aequo op de eerste plaats. Ik was voorbereid op het ergste en werd daarin niet teleurgesteld.

Met ‘Amalgam’ wil Laura Alvarez aan het huidige tijdelijke onderkomen (het prachtige oude hoofdgebouw) een rechthoekige glazen doos vastplakken. De jury was lyrisch: ‘This proposal takes a courageous position in complementing the existing building with an architecturally strong counterpart.’ Zoals een amalgaamvulling een kies verfraait.

In ‘A world without objects’ transplanteert Gijs Raggers de troosteloosheid van de Rotterdamse Lijnbaan naar de Mekelweg. Dat we al een plan voor die Mekelweg hebben, doet blijkbaar niet ter zake. De jury was extatisch: ‘The jury is intrigued by this remarkable project and challenged by its provocative architectural statement. While thus providing fuel for architectural debate, the proposal is considered highly convincing in terms of the spatial qualities and richness in use that this project suggests.’ De sfeerimpressie van deze architectonische provocatie lijkt nog het meest op een verlaten spoorwegemplacement.

De derde eerste prijs gaat naar twee Franse architecten voor hun ‘Green-housed culture’, een niet van echt te onderscheiden kassencomplex. Was het oude gebouw ’s zomers al een broeikas, dit nieuwe ontwerp belooft dat ook eerlijk te laten zien. De jury was euforisch: ‘For its integrated vision on educational, architectural and sustainable demands, as well as for its feasible design solutions, the jury awards […] the highest possible marks.’

In de juryrapporten wordt nergens over schoonheid gerept. Wie een nieuwe trui koopt, overweegt of het een mooie trui is en of hij past bij de reeds bestaande garderobe. Zelden koopt iemand een trui vanwege ‘its provocative statement’ of ‘its courageous position in complementing the existing wardrobe’. Bij de keuze voor een nieuw gebouw ligt dat blijkbaar anders. Bouwkunde is momenteel gehuisvest in het mooiste gebouw op de campus. Lekker blijven zitten, zou ik zeggen.


Dap Hartmann is astronoom. Hij is werkzaam als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.