Opinie

[Column] In de media

Het is vrijdagochtend en ik sta in de foyer van een conferentiecentrum. Een man van de organisatie klampt me aan: “Ionica, hoe krijgen we dit congres in de media?” Gevolgd door: “Hart van Nederland wilde komen, maar die hebben we natuurlijk weggestuurd”.

Veel wetenschappers hebben een beperkt beeld van wat de media is. Ze denken aan de wetenschapspagina’s van NRC en Volkskrant, aan DWDD en Pauw & Witteman. Maar dat is de top van de ijsberg en het zijn ook nog de plekken waar je vooral een publiek aanspreekt dat toch al een beetje in wetenschap is geïnteresseerd.


Hart van Nederland heeft bijvoorbeeld bijna een miljoen kijkers. Als je daar met een item van een minuutje over jouw werk inkomt, dan bereik je mensen die anders misschien wel nooit iets over wetenschap horen. En natuurlijk kun je in die minuut niet alle details en finesses van je onderzoek kwijt, maar hoe erg is dat? Ik herhaal nog maar eens de wet van Robbert Dijkgraaf: de overgedragen kennis (K) is het product van de informatie (I) en het publiek (P), oftewel K = I · P. Oftewel: een minuutje in een programma met een miljoen kijkers is minstens zo waardevol als een lezing van een uur voor honderd man.


Wetenschappers en media, het blijft een lastige combinatie. Scheikundejongen Aldo Brinkman beschreef een paar weken terug in Delta zijn ervaringen met De Wereld Draait Door: vier keer gevraagd, nul keer in de uitzending gekomen (mijn eigen score staat overigens op elf keer gevraagd, drie keer in de uitzending, dus dat kan Brinkman nog verbeteren). DWDD geldt inmiddels als een van de beste plekken om je als wetenschapper te profileren in de media. En natuurlijk is het een prachtig programma om in één klap een groot en breed publiek te bereiken, maar er is nog zoveel meer.


Bij conferenties en lezingen is het vaak veel effectiever om de lokale pers te benaderen. Bij een reeks lezingen in Leiden stond er eens eerst een aankondiging in de Volkskrant. De organisatie was blij, ze stonden in een nationale krant: wat een goede publiciteit! Maar het leverde bij navraag in de zaal slechts een handjevol extra bezoekers op. Bij de volgende lezing stond er een stukje in het Leidsch Dagblad en ineens zat de zaal vol. Superleuk was dat er allerlei mensen zaten die om de hoek woonden, maar die nog nooit de universiteit van binnen hadden gezien.


Radio wordt ook vaak vergeten, terwijl daar allerlei prachtige programma’s zijn waar je maar liefst een uur lang kunt aanschuiven om over je werk te praten. De kans dat je wordt afgebeld, is ook nog eens significant kleiner dan bij DWDD.


Op dit moment werk ik overigens aan een handboek wetenschapscommunicatie voor bèta’s. Daarin komt een heel hoofdstuk over omgaan met de media, en nog veel meer. Ik ben benieuwd waarover u nog vragen heeft. U hoeft niet te wachten tot u me in een congrescentrum tegenkomt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.