Campus

College vanuit je bed

College volgen vanuit bed of op een bioscoopscherm in een lokaal. Zo lossen de opleidingen werktuigbouwkunde en watermanagement hun capaciteitsproblemen op.

Door het grote aantal aanmeldingen kunnen ze studenten niet allemaal in een collegezaal kwijt. Noodgedwongen bedachten ze inventieve oplossingen.


Het ziet eruit als een normale maandagochtendles. In collegezaal B van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) kijken studenten tijdens het college waterpompen van de opleiding werktuigbouwkunde slaperig over de rand van hun laptopscherm. Als universitair docent dr.ir. Gabriëlle Tuijthof de wet van behoud van massa uitlegt, krabbelen ze wat op papier. Maar normaal gaat het er allerminst aan toe in deze zaal. Want Tuijthof staat niet lijfelijk voor deze groep, maar een lokaal verderop in zaal A. De studenten van zaal B kijken naar een groot scherm waar dat college live op te zien is. Ze zien twee beelden: op de ene Tuijthof, op de andere haar powerpointpresentatie.


Op deze opmerkelijke manier, als een soort collegebioscoop met splitscreen, lost 3mE het capaciteitstekort op. “In mei zagen we al dat meer studenten zich aanmeldden dan we in onze grootste collegezaal kwijt konden”, zegt ing. Frans van der Meijden, projectleider onderwijsvernieuwing bij 3mE. Er meldden zich 505 nieuwe studenten, terwijl de grootste collegezaal plaats biedt aan driehonderd mensen. “Ik speelde al eerder met de gedachte om colleges via een centrale regiekamer door te zetten naar andere zalen en ze tegelijkertijd op te nemen. Toen in het voorjaar duidelijk werd dat we met een flinke toename van studenten rekening moesten houden, besloten we dit plan uit te voeren.”


Dit ‘plan Van der Meijden’ is een inventieve multimedia aanpak. De faculteit 3mE heeft zes collegezalen op de begane grond. In twee zalen staan camera’s met recorders, die twee jaar geleden al waren aangeschaft voor de start van Collegerama. Dat project zorgt ervoor dat TU-colleges worden opgenomen, zodat studenten er later, bijvoorbeeld vlak voor een tentamen, nog een keer naar kunnen kijken. Maar dankzij het ‘plan Van der Meijden’ kan men dit collegejaar ook de beelden van de vanuit de regiekamer bestuurde camera’s doorzetten naar willekeurige combinaties van andere zalen. Van der Meijden: “Zo clusteren we twee of drie zalen bij drukbezochte eerste- en tweedejaars colleges.”


Het opnemen en doorzetten van de beelden gebeurt in de spiksplinternieuwe control room, de regiekamer tussen collegezaal A en B in. Van der Meijden noemt dit liefkozend het ‘glazen aquarium’. Achter een stuurknuppel bedient tweedejaars werktuigbouwkunde Myrthe Koning vakkundig de camera bij het college van Tuijthof. “Het is soms lastig haar te volgen met de camera”, zegt ze. “Vooral als ze ijsbeert.  Dan beweegt ze net wat te snel om het vloeiend vast te leggen.” Met een paar drukken op de knop stelt Koning ondertussen het licht bij. Zij is een van de in totaal elf student-assistenten die het doorzetten van de colleges in goede banen leidt. In zaal B zit ook een student-assistent, die onder meer het functioneren van de techniek in de gaten houdt en orde handhaaft.


Dat laatste is amper nodig, volgens Van der Meijden. “Sommigen denken misschien dat er chaos uitbreekt als er geen docent voor de klas staat, maar dat is niet zo.” Toch wordt in zaal B meer gepraat dan in zaal A, waar Tuijthof voor de groep staat. “De zaal waar de docent niet is, noemen we de relaxte zaal”, zegt eerstejaars werktuigbouwkunde Joep Kooijman na afloop van het college. “Daar kun je makkelijker in- en uitgaan tijdens het college.” Hij zit liever in zaal A. “Daar let je toch beter op.” Dat laatste beaamt ook collegegenoot Jörgen van Koppen. “Je bent hier wel wat sneller afgeleid. Maar het maakt mij verder bij een hoorcollege weinig uit of een docent voor mij staat of dat ik naar een scherm kijk.”


Voor het vak watermanagement van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen meldden zich dit jaar ook meer studenten aan, dan er plek was in de zaal. “Dit was altijd een derdejaars vak, maar daar hebben we een tweedejaars vak van gemaakt. We geven het vak nu eenmalig aan zowel derde- als tweedejaars. We kregen 480 aanmeldingen en er passen 350 studenten in onze grootste zaal”, zegt ir. Peter de Moel van watermanagement. De Moel kwam met een vergelijkbare oplossing als Van der Meijden. Ook hij regelde een extra collegezaal, waar studenten het college volgen via een groot scherm. Maar verschil met werktuigbouwkunde is er ook. “Onze studenten kunnen ook thuis blijven”, zegt De Moel. “We streamen ons college namelijk ook live op internet. Lekker makkelijk college volgen vanuit je bed mag ook.” Bij werktuigbouwkunde worden de colleges op dit moment nog niet gestreamd. Ze zijn direct na afloop beschikbaar.


Er zijn meer verschillen tussen de aanpak van werktuigbouwkunde en watermanagement. Werktuigbouwkunde gebruikt vaste camera’s en heeft een regiekamer – watermanagement niet. Daar werkt men alleen met een mobiele audiovisuele set inclusief camera. Daarnaast is er bij de colleges van werktuigbouwkunde meer ruimte voor speciale hightech toepassingen. Studenten kunnen bijvoorbeeld via een afstandsbediening stemmen op een stelling. De uitslag wordt met een klik op de knop in staafdiagram weergegeven.


Ook is het bij werktuigbouwkunde mogelijk dat een docent vanuit het buitenland via een skypeverbinding college geeft. Zo was docent dr.ir Just Herder onlangs in de Verenigde Staten voor een congres. “Hij volgde vanuit zijn hotelkamer het college dat hij met Tuijthof geeft”, weet Van der Meijden. “Hij verzorgde een deel van het college via skype. In Amerika was het nacht tijdens de les. Herder zat met collega’s op een kamer en moest daarom, om ze niet wakker te maken, midden in de nacht vanaf zijn balkon met een laptop op schoot het college volgen en commentaar geven.”


Niet alle studenten zijn er even enthousiast over dat ze college volgen vanaf een bioscoopscherm, terwijl de docent een zaal verderop staat. “Dat kan ik me ook goed voorstellen”, zegt Leon Huijbers van multimedia services. “Maar in een tijd waarin geld schaars is, is dit een hele efficiënte en goedkope oplossing.” Werktuigbouwkunde investeerde 220 duizend euro in apparatuur. Over het gebruik van hightech snufjes in de collegezaal zijn studenten wel zeer enthousiast. “We hebben online al gemiddeld tienduizend bezoekers per week”, zegt Huijbers. “We nemen 120 colleges per week op. Studenten kunnen 24 uur per dag, zeven dagen per week overal en op elk tijdstip college volgen. We zien een enorme piek in het aantal views vlak voor tentamens.”


“Toen we twee jaar geleden voor het eerst colleges opnamen, waren sommige docenten bang dat de zalen leeg bleven. Maar dat is niet zo”, weet Huijbers. Ook Van der Meijden merkt niets van een terugloop van studenten in de zaal. Hij had ook moeite om een aantal docenten van het nut van Collegerama te overtuigen. “Ze waren bang dat een blunder op youtube zou belanden.” Huijbers vult aan: “Er is een groep die de hakken in het zand zet bij deze digitale vernieuwing en het als een bedreiging ervaart. Zij zweren nog bij het piepen van het krijtje. Daar is niks mis mee, maar het is de oude wereld.”

In de grote collegezalen van 3mE is dat krijtje binnenkort verleden tijd. In zaal A staat sinds kort een hypermodern elektrisch whiteboard. Wat een docent opschrijft, verschijnt automatisch ook op het scherm in de andere collegezaal.

Niet alleen de TU Delft timmert fanatiek aan de multimediale leerweg. Wereldwijd bieden steeds meer universiteiten colleges online aan. Het prestigieuze MIT begon er al mee in 1999. Youtube heeft sinds maart 2009 een eigen Edu-kanaal met 25 duizend videobestanden. iTunes U biedt maar liefst honderdduizend educatieve audio- en videobestanden van honderd universiteiten aan. Deze colleges zijn gratis te downloaden of te bekijken.

De TU Delft biedt sinds twee jaar ook een aantal vakken gratis als open course ware aan, onder meer vakken van micro-elektronica én watermanagement. “Onderwijsmateriaal is ons uithangbord. Als je ergens goed in bent, mag je dat best wereldkundig maken”, zegt De Moel. “Wij hebben bij onze masteropleiding relatief veel zij-instromers, studenten die geen civiele techniek als vooropleiding hebben. Deze aankomende studenten kunnen van te voren onze colleges zien en kijken of het wat voor ze is. Zo gaan ze ook na of de opleiding aansluit bij wat ze al weten. Wij krijgen positieve reacties van over de hele wereld, dat leverde ons al samenwerkingsverbanden op met universiteiten in Zuid-Afrika, China en Suriname. Wereldwijd zien wetenschappers nu waar we mee bezig zijn en zoeken ze contact met ons omdat dit aansluit bij hun onderzoek.”


Samenwerkingen tussen universiteiten nemen in de toekomst toe, voorspelt Huijbers. “Want multimediale colleges maken het makkelijker om dit te faciliteren. Bied bijvoorbeeld colleges in 3TU-verband aan, die de ene keer in Enschede worden gehouden en de andere keren in Delft en Eindhoven. Studenten van andere universiteiten volgen de les via een groot scherm in een collegezaal of bekijken het op internet. Maar een collegereeks samen aanbieden met een universiteit in de Verenigde Staten of China is ook veel makkelijker. Het enige wat je nodig hebt is apparatuur en een internetverbinding en je geeft college aan studenten aan de andere kant van de wereld.”


Totnogtoe heeft de inzet van multimedia niet gezorgd voor grote veranderingen bij colleges. Zo worden er niet minder colleges gegeven en komen studenten in dezelfde getallen opdagen. “Maar dat kan veranderen”, zegt Huijbers. “Ik durf de stelling aan dat de universiteit in de toekomst een plek is waar een student zich inschrijft en thuis college volgt en via videoconferences een op een contact heeft met docenten over de hele wereld. We zitten in een overgangsfase.”  


www.ocw.tudelft.nl

www.collegerama.tudelft.nl

“Ik ben al jaren geleden gestopt met roken. Ik heb ongeveer drie jaar gerookt en ja, wanneer en waarom begin je nou met roken? Eigenlijk zo rond je vijftiende of zestiende uit onzekerheid. Soms rook ik nog wel eens een sigaretje. Als ik aan het drinken ben, heb ik wel zin in een peukie. Ik weet niet waar dat aan ligt. Dan is het ineens lekker. Misschien is het gewoon iets psychisch. Volgens mij zijn er wel steeds meer studenten die stoppen.”

Het ziet eruit als een normale maandagochtendles. In collegezaal B van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) kijken studenten tijdens het college waterpompen van de opleiding werktuigbouwkunde slaperig over de rand van hun laptopscherm. Als universitair docent dr.ir. Gabriëlle Tuijthof de wet van behoud van massa uitlegt, krabbelen ze wat op papier. Maar normaal gaat het er allerminst aan toe in deze zaal. Want Tuijthof staat niet lijfelijk voor deze groep, maar een lokaal verderop in zaal A. De studenten van zaal B kijken naar een groot scherm waar dat college live op te zien is. Ze zien twee beelden: op de ene Tuijthof, op de andere haar powerpointpresentatie.

Op deze opmerkelijke manier, als een soort collegebioscoop met splitscreen, lost 3mE het capaciteitstekort op. “In mei zagen we al dat meer studenten zich aanmeldden dan we in onze grootste collegezaal kwijt konden”, zegt ing. Frans van der Meijden, projectleider onderwijsvernieuwing bij 3mE. Er meldden zich 505 nieuwe studenten, terwijl de grootste collegezaal plaats biedt aan driehonderd mensen. “Ik speelde al eerder met de gedachte om colleges via een centrale regiekamer door te zetten naar andere zalen en ze tegelijkertijd op te nemen. Toen in het voorjaar duidelijk werd dat we met een flinke toename van studenten rekening moesten houden, besloten we dit plan uit te voeren.”

Dit ‘plan Van der Meijden’ is een inventieve multimedia aanpak. De faculteit 3mE heeft zes collegezalen op de begane grond. In twee zalen staan camera’s met recorders, die twee jaar geleden al waren aangeschaft voor de start van Collegerama. Dat project zorgt ervoor dat TU-colleges worden opgenomen, zodat studenten er later, bijvoorbeeld vlak voor een tentamen, nog een keer naar kunnen kijken. Maar dankzij het ‘plan Van der Meijden’ kan men dit collegejaar ook de beelden van de vanuit de regiekamer bestuurde camera’s doorzetten naar willekeurige combinaties van andere zalen. Van der Meijden: “Zo clusteren we twee of drie zalen bij drukbezochte eerste- en tweedejaars colleges.”

Het opnemen en doorzetten van de beelden gebeurt in de spiksplinternieuwe control room, de regiekamer tussen collegezaal A en B in. Van der Meijden noemt dit liefkozend het ‘glazen aquarium’. Achter een stuurknuppel bedient tweedejaars werktuigbouwkunde Myrthe Koning vakkundig de camera bij het college van Tuijthof. “Het is soms lastig haar te volgen met de camera”, zegt ze. “Vooral als ze ijsbeert.  Dan beweegt ze net wat te snel om het vloeiend vast te leggen.” Met een paar drukken op de knop stelt Koning ondertussen het licht bij. Zij is een van de in totaal elf student-assistenten die het doorzetten van de colleges in goede banen leidt. In zaal B zit ook een student-assistent, die onder meer het functioneren van de techniek in de gaten houdt en orde handhaaft.

Dat laatste is amper nodig, volgens Van der Meijden. “Sommigen denken misschien dat er chaos uitbreekt als er geen docent voor de klas staat, maar dat is niet zo.” Toch wordt in zaal B meer gepraat dan in zaal A, waar Tuijthof voor de groep staat. “De zaal waar de docent niet is, noemen we de relaxte zaal”, zegt eerstejaars werktuigbouwkunde Joep Kooijman na afloop van het college. “Daar kun je makkelijker in- en uitgaan tijdens het college.” Hij zit liever in zaal A. “Daar let je toch beter op.” Dat laatste beaamt ook collegegenoot Jörgen van Koppen. “Je bent hier wel wat sneller afgeleid. Maar het maakt mij verder bij een hoorcollege weinig uit of een docent voor mij staat of dat ik naar een scherm kijk.”

Voor het vak watermanagement van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen meldden zich dit jaar ook meer studenten aan, dan er plek was in de zaal. “Dit was altijd een derdejaars vak, maar daar hebben we een tweedejaars vak van gemaakt. We geven het vak nu eenmalig aan zowel derde- als tweedejaars. We kregen 480 aanmeldingen en er passen 350 studenten in onze grootste zaal”, zegt ir. Peter de Moel van watermanagement. De Moel kwam met een vergelijkbare oplossing als Van der Meijden. Ook hij regelde een extra collegezaal, waar studenten het college volgen via een groot scherm. Maar verschil met werktuigbouwkunde is er ook. “Onze studenten kunnen ook thuis blijven”, zegt De Moel. “We streamen ons college namelijk ook live op internet. Lekker makkelijk college volgen vanuit je bed mag ook.” Bij werktuigbouwkunde worden de colleges op dit moment nog niet gestreamd. Ze zijn direct na afloop beschikbaar.

Er zijn meer verschillen tussen de aanpak van werktuigbouwkunde en watermanagement. Werktuigbouwkunde gebruikt vaste camera’s en heeft een regiekamer – watermanagement niet. Daar werkt men alleen met een mobiele audiovisuele set inclusief camera. Daarnaast is er bij de colleges van werktuigbouwkunde meer ruimte voor speciale hightech toepassingen. Studenten kunnen bijvoorbeeld via een afstandsbediening stemmen op een stelling. De uitslag wordt met een klik op de knop in staafdiagram weergegeven.

Ook is het bij werktuigbouwkunde mogelijk dat een docent vanuit het buitenland via een skypeverbinding college geeft. Zo was docent dr.ir Just Herder onlangs in de Verenigde Staten voor een congres. “Hij volgde vanuit zijn hotelkamer het college dat hij met Tuijthof geeft”, weet Van der Meijden. “Hij verzorgde een deel van het college via skype. In Amerika was het nacht tijdens de les. Herder zat met collega’s op een kamer en moest daarom, om ze niet wakker te maken, midden in de nacht vanaf zijn balkon met een laptop op schoot het college volgen en commentaar geven.”

Niet alle studenten zijn er even enthousiast over dat ze college volgen vanaf een bioscoopscherm, terwijl de docent een zaal verderop staat. “Dat kan ik me ook goed voorstellen”, zegt Leon Huijbers van multimedia services. “Maar in een tijd waarin geld schaars is, is dit een hele efficiënte en goedkope oplossing.” Werktuigbouwkunde investeerde 220 duizend euro in apparatuur. Over het gebruik van hightech snufjes in de collegezaal zijn studenten wel zeer enthousiast. “We hebben online al gemiddeld tienduizend bezoekers per week”, zegt Huijbers. “We nemen 120 colleges per week op. Studenten kunnen 24 uur per dag, zeven dagen per week overal en op elk tijdstip college volgen. We zien een enorme piek in het aantal views vlak voor tentamens.”

“Toen we twee jaar geleden voor het eerst colleges opnamen, waren sommige docenten bang dat de zalen leeg bleven. Maar dat is niet zo”, weet Huijbers. Ook Van der Meijden merkt niets van een terugloop van studenten in de zaal. Hij had ook moeite om een aantal docenten van het nut van Collegerama te overtuigen. “Ze waren bang dat een blunder op youtube zou belanden.” Huijbers vult aan: “Er is een groep die de hakken in het zand zet bij deze digitale vernieuwing en het als een bedreiging ervaart. Zij zweren nog bij het piepen van het krijtje. Daar is niks mis mee, maar het is de oude wereld.”
In de grote collegezalen van 3mE is dat krijtje binnenkort verleden tijd. In zaal A staat sinds kort een hypermodern elektrisch whiteboard. Wat een docent opschrijft, verschijnt automatisch ook op het scherm in de andere collegezaal.
Niet alleen de TU Delft timmert fanatiek aan de multimediale leerweg. Wereldwijd bieden steeds meer universiteiten colleges online aan. Het prestigieuze MIT begon er al mee in 1999. Youtube heeft sinds maart 2009 een eigen Edu-kanaal met 25 duizend videobestanden. iTunes U biedt maar liefst honderdduizend educatieve audio- en videobestanden van honderd universiteiten aan. Deze colleges zijn gratis te downloaden of te bekijken.

De TU Delft biedt sinds twee jaar ook een aantal vakken gratis als open course ware aan, onder meer vakken van micro-elektronica én watermanagement. “Onderwijsmateriaal is ons uithangbord. Als je ergens goed in bent, mag je dat best wereldkundig maken”, zegt De Moel. “Wij hebben bij onze masteropleiding relatief veel zij-instromers, studenten die geen civiele techniek als vooropleiding hebben. Deze aankomende studenten kunnen van te voren onze colleges zien en kijken of het wat voor ze is. Zo gaan ze ook na of de opleiding aansluit bij wat ze al weten. Wij krijgen positieve reacties van over de hele wereld, dat leverde ons al samenwerkingsverbanden op met universiteiten in Zuid-Afrika, China en Suriname. Wereldwijd zien wetenschappers nu waar we mee bezig zijn en zoeken ze contact met ons omdat dit aansluit bij hun onderzoek.”

Samenwerkingen tussen universiteiten nemen in de toekomst toe, voorspelt Huijbers. “Want multimediale colleges maken het makkelijker om dit te faciliteren. Bied bijvoorbeeld colleges in 3TU-verband aan, die de ene keer in Enschede worden gehouden en de andere keren in Delft en Eindhoven. Studenten van andere universiteiten volgen de les via een groot scherm in een collegezaal of bekijken het op internet. Maar een collegereeks samen aanbieden met een universiteit in de Verenigde Staten of China is ook veel makkelijker. Het enige wat je nodig hebt is apparatuur en een internetverbinding en je geeft college aan studenten aan de andere kant van de wereld.”

Totnogtoe heeft de inzet van multimedia niet gezorgd voor grote veranderingen bij colleges. Zo worden er niet minder colleges gegeven en komen studenten in dezelfde getallen opdagen. “Maar dat kan veranderen”, zegt Huijbers. “Ik durf de stelling aan dat de universiteit in de toekomst een plek is waar een student zich inschrijft en thuis college volgt en via videoconferences een op een contact heeft met docenten over de hele wereld. We zitten in een overgangsfase.”  

www.ocw.tudelft.nl
www.collegerama.tudelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.