Campus

Chef Dreamhall vertrekt: ‘Het is mooi geweest’

Toen Frans van der Meijden in 2014 beheerder van de Dreamhall werd, sliepen studenten onder hun bureau en rukte de brandweer regelmatig uit. Nu is het rustiger. Te rustig?

“Studenten zijn soms zo gedreven dat ze zich over de kop werken”, aldus Frans van der Meijden. (Foto's: Jos Wassink)

De deur was altijd open, studenten kookten in hun werkplaats en sliepen er soms ook. Toen Frans van der Meijden de beheerdersfunctie van de Dreamhall overnam van Wim Thijs, werkten er twaalf Dreamteams in de Stevinhal achter de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Van der Meijden voerde een sluitingstijd in om 22 uur, en liet een horecakeuken aanleggen waar studenten konden cateren zodra ze hun diploma basishygiëne gehaald hadden. Af en toe ging er iets mis en liep er iemand wat brandwonden op, maar gelukkig nooit iets blijvends.
Ik denk dat we heel veel hebben bereikt”, zegt Van der Meijden nu, bij zijn afscheid. “We hebben veel geoptimaliseerd qua organisatie, mogelijkheden en faciliteiten.” Tegelijkertijd ziet hij dat het aantal Dreamteams is teruggelopen van twaalf naar vijf. Dat is deels een gevolg van corona en van de andere eisen die er aan Dreamteams worden gesteld (niet alleen maar mobiliteit). Maar een maatregel van het college van bestuur heeft deelname aan een Dreamteam voor studenten erg duur gemaakt, signaleert Van der Meijden (lees kader ‘De Klacht van Frans’), die ervoor wil waken geen ‘mopperende oude muppet’ te worden. Ook wil hij niet als ‘u’ aangesproken worden.

Hoe ben je beheerder van de Dreamhall geworden?
“In 2013 was ik hoofd Onderwijs- en Studentenzaken bij 3mE en kreeg ik gezondheidsproblemen. Toen ik terugkwam van ziekteverlof, vroeg Wim Thijs of ik hem wilde opvolgen bij de Dreamhall. Het werken met jonge tot op het bot gemotiveerde studenten sprak me erg aan. Je hebt hier nooit een motivatieprobleem. Regulier onderwijs is gedreven door studiepunten. Wat er in de Dreamhall gebeurt is missie-gedreven onderwijs. Die vorm spreekt mij veel meer aan: je gaat voor een missie en daar heb je kennis bij nodig. Gaandeweg moet je die kennis tot je nemen.” 

De student als trekstaaf

Je zag supergemotiveerde studenten. Moest je ze bijsturen of afremmen?
“Een van de gevaren is dat studenten zo gedreven aan hun project werken dat het een obsessie wordt, waardoor ze zichzelf over de kop werken. Wim Thijs verzorgt nog steeds een workshop over hoe je daarmee om kunt gaan: ‘de student als trekstaaf’. Daar heeft hij goed over nagedacht. Metaal kun je uitrekken tot de vloeigrens. Als je over die grens heen gaat, kun je niet meer terug en treedt er permanente vervorming op. Als je je eigen gedrag daarmee vergelijkt, dan groeit de bewustwording: ik moet niet over die grens gaan waarbij ik niet meer terug kan en ik een definitieve vervorming van mezelf veroorzaak.” 

Is het voorgekomen dat studenten te ver gingen?
“Het gebeurt dat studenten zichzelf over de kling jagen en een burn-out krijgen. Dat is het laatste wat je wilt. Teammanagers moeten daar alert op zijn. Zij leren de signalen te herkennen en de studenten in kwestie naar huis te sturen. Vóór corona was de Dreamhall altijd open. Studenten lagen hier gewoon te pitten om na een paar uur weer verder te gaan met hun werk. Dat was niet meer gezond. Nu is de hal na tien uur ’s avonds dicht.” 

NovaBike zette de hele tent in brand

Zijn er gevaarlijke situaties geweest waarbij je moest ingrijpen?
“Juist bij tijdsdruk van deadlines moeten studenten in de werkplaats goed op de veiligheid blijven letten. Natuurlijk zijn er wel eens incidenten geweest. Zoals die keer dat een student vergat brandvrije handschoenen te dragen bij het maken van raketbrandstof. Diegene liep een brandwond op, gelukkig zonder blijvend letsel.
We kennen natuurlijk allemaal het verhaal van zonnewagen Nuna die
in de fik vloog en waarbij de coureur net op tijd kon ontsnappen, maar de elektrische motorfiets Nova Bike heeft ook een keer vlam gevat. Dat was op het circuit in Assen. De tent waarin het team verbleef, brandde af. Ook daarbij raakte er iemand gewond die naar het ziekenhuis moest voor behandeling.
Je kunt niet uitsluiten dat er af en toe iets misgaat. Juist daarom moeten studenten weten wat ze in zo’n geval moeten doen. Daar hebben we eisen en workshops voor en ieder team heeft een safety officer.” 

Je bent in 2014 begonnen toen het druk en vol was in de Dreamhall. Door corona werd het stil. Hoe was dat voor jou?
“Dat was vreselijk, vooral voor mijn medewerkers. In het jaar dat we voor studenten op slot zaten, hebben de eigen medewerkers alle kantoortjes geschilderd en gestoffeerd. We hadden de Dreamteams geadviseerd om niet op te starten in dat coronajaar. Een groot deel heeft daar geen gehoor aan gegeven. Zij gingen buiten ons zicht verder. We zijn ze toen toch maar gaan helpen: de studenten leverden hun tekeningen aan en mensen uit de werkplaats vervaardigden hun onderdelen. Het ontmoedigen had niet echt geholpen, haha.” 

Van de twaalf Dreamteams keerden er vier terug

Nu de coronamaatregelen zijn verdwenen, staat de hal half leeg.
“De bestaande teams hebben de kans gehad om zich opnieuw in te schrijven binnen de nieuwe spelregels voor Dreamteams. Niet alle teams hebben daarvoor gekozen, vaak omdat ze elders onderdak hadden gevonden. Uiteindelijk zijn er van de twaalf oude teams slechts vier teruggekeerd (Hydromotion, Hyperloop, Ecorunner en Project March, red.) en daar is project Epoch bijgekomen. Dat laatste houdt zich bezig met kunstmatige intelligentie. De Dreamhall heeft plaats voor nog twee Dreamteams en daarnaast kunnen we nu kortere projecten rondom door het bedrijfsleven aangeleverde vraagstukken ruimte bieden.”

Met wat voor gevoel trek je straks de deur achter je dicht?
“Het is mooi geweest. Dat bedoel ik op twee manieren. Ik heb op de TU in die 31 jaar een heel mooie tijd meegemaakt, in allerlei leuke functies. Maar het is ook mooi geweest, omdat ik 31 jaar wel voldoende vind. Dat geldt ook voor mijn werk in de Dreamhall. We hebben veel bereikt, maar na acht jaar ben ik uit-geoptimaliseerd. Ik ben ook een beetje blind geworden, merk ik nu ik mijn opvolger inwerk. Afgevallen posters en stof op bepaalde werkplekken – ik zie het niet meer. Ik denk dat het goed is dat Philippe van der Pal het overneemt en de Dreamhall op een hoger niveau gaat brengen. Dan moet er wel aanwas komen van nieuwe teams. Het moet weer aantrekkelijk worden voor nieuwe teams om op te starten.”

Frans van der Meijden bij afscheid: We hebben veel bereikt, maar na acht jaar ben ik uit-geoptimaliseerd.

De Klacht van Frans
‘Penny-wise, pound foolish’ typeert Van der Meijden het financiële beleid van het college van bestuur (cvb) ten aanzien van de Dreamhall. Er is flink geïnvesteerd in de Dreamhall, successen van Dreamteams leveren goede pr op voor de TU Delft en de bedrijfsvoering kost meer dan een miljoen euro per jaar. “Dan is het niet slim om karig te doen over RPF-maanden”, vindt de beheerder.
RPF-maanden (Regeling ProfileringsFonds) zijn een financiële tegemoetkoming voor studenten die collegegeld hebben betaald maar die door deelname aan een Dreamteam niet aan studeren toekomen vanwege ‘voorziene studievertraging’. Twaalf RPF-maanden komen samen ongeveer overeen met een jaar collegegeld. Het college van bestuur heeft bij de reorganisatie van de Dreamhall het totale aantal RPF-maanden teruggebracht van 440 naar 220. Die worden verspreid over de Dreamteams, die het geld weer onder de teamleden verdelen. In praktijk betekent dat volgens Van der Meijden dat er per student twee tot drie RPF-maanden van 260 euro beschikbaar komen terwijl ze (met uitzondering van het jaar 2021/2022) ruim 2.200 euro aan collegegeld kwijt zijn. “Zo wordt deelname aan een Dreamteam een dure grap”, constateert hij. “Studenten moeten bij lenen om mee te kunnen draaien. Dreamteams worden zo een elitesport met als risico dat we geen aanwas van nieuwe teams meer krijgen.”

Namens het college van bestuur laat woordvoerder Joost Ravoo in een reactie weten dat de regeling intussen verruimd is naar 400 RPF-maanden, met mogelijke uitbreiding als er een of meer nieuwe Dreamteams bijkomen. Van der Meijden schrijft in reactie daarop: ‘De toezegging is nu dat de maanden weer meegroeien als er weer nieuwe Dreamteams bijkomen. Ik hoop dat dat gebeurt en ik gun het de teams van harte.’

  • Frans van der Meijden (Oegstgeest, 1958) leerde elektronica op de mts en hts. Na een paar banen in de elektronica bij onder andere de PTT (nu KPN) belandde hij in 1991 op de TU Delft als hoofd van de groep instrumentatie, rekenen en automatisering. Daarna volgden binnen de TU Delft diverse banen in automatisering en marketing en communicatie. Van der Meijden was hoofd onderwijs en studentenzaken bij de faculteit 3mE en vanaf januari 2014 was hij beheerder van de Dreamhall. Van der Meijden is getrouwd, heeft twee dochters en vier kleinkinderen. In zijn vrije tijd werkt hij het liefst aan zijn oldtimer, zijn drie motorfietsen of zijn zeilboot. Op 30 maart neemt hij afscheid van de Dreamhall en van de TU Delft.

Op het bureau van Van der Meijden heeft de historie sporen nagelaten.

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.