Censuur wetenschappelijke tijdschriften geen antwoord op terrorisme

/strong>

Dertig toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften, waaronder het Britse Nature en het Amerikaanse Science, gaan een zekere censuur toepassen. Artikelen die mogelijk bijdragen aan de destructieve intellectuele bagage van terroristen zullen worden geweigerd.

,,Het lijkt mij onmogelijk om alle publicaties in wetenschappelijke vakbladen te laten keuren door commissies van wijze mannen, reageert prof.dr. Gijs Kuenen, voorzitter van de afdeling Biotechnologie van de TU Delft. Het vaststellen van censuurnormen wordt volgens Kuenen vooral bemoeilijkt door het principe van serendipiteit; de gave om door toevalligheden en intelligentie iets te ontdekken waar men niet naar op zoek was. Veel grote historische ontdekkingen vloeien voort uit dit principe; van de ontdekking van röntgenstraling tot het vaccin tegen pokken. Kuenen: ,,Een wetenschappelijke publicatie richt zich op een zeer specialistisch gebied en zal voor terroristen zelden of nooit direct toepasbaar zijn. Het wordt pas gevaarlijk als een slimme geest met kwaad in de zin verschillende vindingen combineert. Van tevoren voorzien hoe een publicatie in combinatie met andere publicaties tot misbruik kan leiden is nagenoeg onmogelijk.

Dit betekent volgens Kuenen niet dat wetenschappers geen verantwoordelijkheid hebben om actief mee te denken over de mogelijkheden van misbruik van hun publicaties. De afdeling Biotechnologie werkte enkele jaren geleden zelfs samen met het ministerie van Justitie aan een inventarisatie van het potentiële misbruik van gentechnologie. Dit leidde ertoe dat wetenschappers zich extra bewust werden van onvoorziene consequenties van hun publicaties. Volgens Kuenen een goede zaak: ,,Bij publicaties vragen wij ons doorgaans alleen af: kan ik deze vondst publiceren of moet ik eerst patent aanvragen? Het zou goed zijn onszelf daarbij ook de vraag te stellen: kan deze publicatie misbruikt worden?

En indien het antwoord daarop ja is? Laat men dan een kans op wetenschappelijk scoren voorbij gaan door zelfcensuur toe te passen? ,,Indien heel duidelijk uit de publicatie blijkt hoe terroristen op simpele wijze veel schade kunnen aanrichten, dan neig ik naar zelfcensuur.

Dezelfde redenering wordt toegepast in de bibliotheek van de TU Delft. ,,Er is geen formeel beleid voor terroristisch gevoelige documenten, reageert K.F. van Eijk, verantwoordelijk voor het beheer van de kostbare en kwetsbare collectie van de bibliotheek. ,,Maar mijn voorganger heeft wel alle hoe-maak-ik-een-bom-boeken in het afgesloten gedeelte van de bibliotheek geplaatst. Zo valt makkelijker te traceren wie ze aanvraagt.

Of dit afschrikwekkend werkt is maar de vraag. Van Eijk: ,,Als ik een bezoeker zou vragen waarom hij een boek over miltvuur wil inzien, en hij antwoordt dat gaat u niks aan, dan heb ik eigenlijk geen poot om op te staan. Toch denkt Van Eijk niet dat de TU-bibliotheek als informatiebron voor terroristen gebruikt zal worden. Van Eijk: ,,Terroristen zullen eerder op het internet zoeken dan bij ons.

Een aantal toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften wil middels censuur van publicaties misbruik door terroristen beperken. ,,Een onmogelijke opgave, volgens prof.dr. Gijs Kuenen, voorzitter van de afdeling Biotechnologie.

Dertig toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften, waaronder het Britse Nature en het Amerikaanse Science, gaan een zekere censuur toepassen. Artikelen die mogelijk bijdragen aan de destructieve intellectuele bagage van terroristen zullen worden geweigerd.

,,Het lijkt mij onmogelijk om alle publicaties in wetenschappelijke vakbladen te laten keuren door commissies van wijze mannen, reageert prof.dr. Gijs Kuenen, voorzitter van de afdeling Biotechnologie van de TU Delft. Het vaststellen van censuurnormen wordt volgens Kuenen vooral bemoeilijkt door het principe van serendipiteit; de gave om door toevalligheden en intelligentie iets te ontdekken waar men niet naar op zoek was. Veel grote historische ontdekkingen vloeien voort uit dit principe; van de ontdekking van röntgenstraling tot het vaccin tegen pokken. Kuenen: ,,Een wetenschappelijke publicatie richt zich op een zeer specialistisch gebied en zal voor terroristen zelden of nooit direct toepasbaar zijn. Het wordt pas gevaarlijk als een slimme geest met kwaad in de zin verschillende vindingen combineert. Van tevoren voorzien hoe een publicatie in combinatie met andere publicaties tot misbruik kan leiden is nagenoeg onmogelijk.

Dit betekent volgens Kuenen niet dat wetenschappers geen verantwoordelijkheid hebben om actief mee te denken over de mogelijkheden van misbruik van hun publicaties. De afdeling Biotechnologie werkte enkele jaren geleden zelfs samen met het ministerie van Justitie aan een inventarisatie van het potentiële misbruik van gentechnologie. Dit leidde ertoe dat wetenschappers zich extra bewust werden van onvoorziene consequenties van hun publicaties. Volgens Kuenen een goede zaak: ,,Bij publicaties vragen wij ons doorgaans alleen af: kan ik deze vondst publiceren of moet ik eerst patent aanvragen? Het zou goed zijn onszelf daarbij ook de vraag te stellen: kan deze publicatie misbruikt worden?

En indien het antwoord daarop ja is? Laat men dan een kans op wetenschappelijk scoren voorbij gaan door zelfcensuur toe te passen? ,,Indien heel duidelijk uit de publicatie blijkt hoe terroristen op simpele wijze veel schade kunnen aanrichten, dan neig ik naar zelfcensuur.

Dezelfde redenering wordt toegepast in de bibliotheek van de TU Delft. ,,Er is geen formeel beleid voor terroristisch gevoelige documenten, reageert K.F. van Eijk, verantwoordelijk voor het beheer van de kostbare en kwetsbare collectie van de bibliotheek. ,,Maar mijn voorganger heeft wel alle hoe-maak-ik-een-bom-boeken in het afgesloten gedeelte van de bibliotheek geplaatst. Zo valt makkelijker te traceren wie ze aanvraagt.

Of dit afschrikwekkend werkt is maar de vraag. Van Eijk: ,,Als ik een bezoeker zou vragen waarom hij een boek over miltvuur wil inzien, en hij antwoordt dat gaat u niks aan, dan heb ik eigenlijk geen poot om op te staan. Toch denkt Van Eijk niet dat de TU-bibliotheek als informatiebron voor terroristen gebruikt zal worden. Van Eijk: ,,Terroristen zullen eerder op het internet zoeken dan bij ons.