Campus  als groen  paradijs

Dakterrassen, mosgevels en groentekassen. Studenten kwamen tijdens de minor sustainable communities met originele ideeën om de campus te verduurzamen.

1. zonneschoorsteen
2. vortex windturbines
3. bomen door het dak
4. mosgevel
5. kas rondom het dak
6. kassen voor groenteteelt
7. daktuinen op laagbouw
8. waterzuivering met heliofyten
9. zonnepanelen
10. warmte/koudeopslag
11. Solaroad

Docenten dr. Henk Jonkers en dr.ir. Marc Ottelé (sectie materiaal en milieu bij faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen) lieten studenten nadenken over verduurzaming van gemeenschappen. Dat kon een stad, een dorp of een dierentuin zijn. Of een campusterrein, zoals dit jaar het geval was. Jonkers en Ottelé maakten duidelijk wat ze met duurzaam bedoelen: de boel niet smeriger of leger achterlaten dan je hebt aangetroffen. De studenten leerden dat duurzaamheid in praktijk vaak betekent: de ketens van het gebruik van energie, water en materie sluiten. Met andere woorden: opwekken wat je gebruikt en schoonmaken wat je vervuilt.

De mix van studenten uit verschillende achtergronden werkte daarbij verfrissend. "Bouwkunde- en IO-studenten komen vaak met verrassende ideeën", constateert Jonkers. "Civiele studenten en werktuigbouwers slaan dan meteen aan het rekenen." Dan blijkt bijvoorbeeld een fietspad met zonnecellen (SolaRoad) a raison van 350 euro per kilowattuur een heel dure manier om stroom op te wekken.

BetonkolosDe minor begon praktisch genoeg met een rondgang over de campus, waarbij de studenten het gebouw van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen onder de loep namen. De betonkolos uit de jaren ‘60 staat op de nominatie om gerenoveerd te worden. Met zijn duistere gangen, betonnen façaden en stalen kozijnen met enkel glas belichaamt het huidige gebouw zo ongeveer de antithese van wat we tegenwoordig onder duurzaamheid verstaan. Dit gebouw komt duidelijk nog uit de tijd dat Nederland net z'n schijnbaar oneindige aardgasbel had ontdekt. De vraag aan de studenten is hoe het nieuwe CITG gebouw een meerwaarde kan krijgen voor een duurzame campus. In hun ontwerpen komen de thema’s energie, water, materialen en ruimte & omgeving centraal te staan. Zoals het technische studenten betaamt, gaan ze daarvoor eerst op zoek naar de huidige gebruikscijfers waarna ze hun eigen, meer duurzame ontwerpen maken en ook die doorrekenen.

Gratis dienstenTijdens de minor leren studenten gebruik te maken van de gratis diensten die de natuur levert. Denk aan wegvangen van wind door bomen, aan luchtzuivering door planten en aan wateropvang door mossen en sedumdaken. Door groen toe te passen, kan een gebouw veranderen van een belasting in een aanwinst voor de omgeving.

Studenten leren te denken in people, planet, profit. Met andere woorden: verduurzaming moet de leefbaarheid verbeteren, ruimte maken voor de natuur, en liefst goedkoper uitpakken dan nu het geval is. Neem als voorbeeld kassen rondom het gebouw voor civiele techniek: ze beschutten de kantoren tegen de felle zon, de tomatenplanten gedijen er uitstekend, de airconditioning mag uit en de tomaten eindigen in de kantine.

"We leren studenten dat ze functies moeten stapelen", zegt Jonkers. "Als je alleen de aanleg berekent kom je duurder uit, maar je moet ook de meerwaarde voor de leefomgeving meenemen." Wel geeft hij toe dat die meerwaarde soms lastig valt te bepalen. Wat mag het extra kosten als studenten in een minder muffe collegezaal zitten, of als ze buiten kunnen studeren in een luwe daktuin? Daar zijn geen tabellen voor.

ZonneschoorsteenNiet alle plannen zijn even praktisch of uitvoerbaar. Toch heeft Jonkers wel een paar ideeën gezien die hij naar voren wil brengen in de gesprekken met vastgoedafdeling FMVG over de aanstaande renovatie van het gebouw voor civiele techniek. Een van die plannen is de zonneschoorsteen aan de zuidgevel.

​Jitske Swagemakers (21)

​Jitske Swagemakers (21)

​Jitske Swagemakers (21)

Derdejaars bachelorstudent bouwkunde "Ik was op zoek naar meer diepgang op het gebied van duurzaamheid. Bij bouwkunde was het sociale aspect van duurzaamheid wel behandeld, maar ik zocht naar de meer technische kant om de ingrepen te kunnen kwantificeren. Dat kwam in de minor aan bod. Ook de levenscyclusanalyse vond ik een eyeopener.

Ik vond het verrassend te zien hoe je vanuit verschillende achtergronden een geïntegreerd duurzaam plan kunt maken. Iedereen bekijkt de casus vanuit zijn eigen perspectief. In de samenwerking kun je een plan maken dat het geheel van energie, water en materialen afdekt en dat rekening houdt met de verschillende achtergronden.

Bij het huidige gebouw voor civiele techniek valt veel winst te behalen qua energie- en watergebruik. De energievraag kan flink verminderd worden door isolatie toe te passen en dubbel glas te plaatsen. Op langere termijn zou ik het leuk vinden als de TU onderzoek zou doen naar meer onbekende maatregelen zoals plantjes die elektriciteit opwekken. Ik denk dat het goed is voor de TU en voor studenten om moeite te steken in projecten die in eerste instantie misschien niet veel opleveren, maar die dat na meer onderzoek misschien wel doen."

Casper van Nie (24)

Casper van Nie (24)

Casper van Nie (24)

Vierdejaars bachelorstudent maritieme techniek

"Het was leuk in een groep terecht te komen met mensen van bouwkunde en werktuigbouwkunde. Zo hebben we bijzondere dingen kunnen bereiken in projecten. Het geitenwollensokkengehalte was gelukkig lager dan ik had gedacht. Duurzaamheid heeft vaak een soft imago, maar in de minor was de inspanning erg gericht op het kwantificeren van energieproblemen, waterhuishouding, grond- en grondstoffengebruik. Duurzaamheid werd kritisch tegen het licht gehouden met analyses van levenscycli. Ik vond het leuk dat niet alleen gekeken werd naar of iets goed voor mensen en de planeet was, maar of er ook nog eens winst mee te behalen viel volgens de drieslag people, planet, profit.

We hebben drijvende bomen bedacht als manier om een ruimte meerdere functies te geven: wateropslag, groen en energieopwekking als de boom beweegt in de wind. Dat vond ik een gaaf idee. Dichterbij was het idee om met ledverlichting op ooghoogte licht te brengen in het gehokte gebouw dat Civiel nu nog is. Met ons lichtplan dringt het licht tot in de kern van het gebouw door."

​Nadia Mobron (20)

​Nadia Mobron (20)

​Nadia Mobron (20)

Derdejaars bachelorstudent civiele techniek

"Ik wilde een beetje bij de civiele techniek, mijn eigen vakgebied, blijven. In ons huis zijn we serieus bezig met duurzaamheid. We hebben geen auto en we zijn lid van Greenpeace. We hebben eerder iets over duurzaamheid gedaan, maar dat was kort en ook best verwarrend. Want wanneer is iets sustainable? Ik wil later projecten doen die echt duurzaam zijn. Die niet alleen een logo voeren, maar echt beter presteren op elk vlak.

We zijn begonnen met energie. Dat opende de blik naar andere duurzaamheidsfactoren dan alleen materiaalgebruik waar een civiel ingenieur als eerste aan denkt. We hebben de duurzaamheid qua energie, water en materiaalgebruik nagerekend. Dat gaf een beeld over hoe weinig de mensheid qua duurzaamheid is opgeschoten. Nu kunnen we hooguit een deel van de toename van de energievraag verduurzamen. Dat schiet nog niet erg op.

We hebben gezocht naar minder voor de hand liggende energie-oplossingen zoals solar windows en vortex bladless turbines (elektriciteit-opwekkende ramen en resonerende windpalen - red.) in plaats van gewone windmolens. Vernieuwing moet, want de huidige zonnepanelen en windmolens leveren gewoon niet genoeg op."

​energievoorziening

​energievoorziening

​energievoorziening

Studenten Jitske Swagemakers, Jaafar Quraishi, Casper van Nie en Bram Stikvoort maakten de balans op tussen gebruik en lokale opwekking van energie. Ze gingen uit van een gestage vermindering van het gebruik (van 2 procent per jaar) en een toenemende opwekking uit verschillende bronnen. Voor de kringlopen van water (regenval, verbruik, zuivering, hergebruik) en materialen (hergebruik van sloopbeton bijvoorbeeld) zijn ook analyses gemaakt, maar daarbij waren de kringlopen niet sluitend te krijgen.