Wetenschap

Buizenstoel al 50 jaar ‘namaak’

De Zigzagstoel van Rietveld, de buizenstoel of de clubfauteuil. Sommige stoelen lijken tijdloos doordat ze telkens opnieuw uitgebracht worden. Dr.ir. Donatella Cacciola (Bouwkunde) ging op zoek naar de historie van de heruitgaven.

De buizenstoel is al vanaf 1968 een verkoopsucces van meubelfabrikant Knoll International. Iedereen (her-)kent ‘m ook onmiddellijk aan het kubusachtige frame van verschroomde stalen buizen, de stroken leer als zitting en leuning en de geriefelijke helling achterover. De kenner weet: dit is de Wassily fauteuil.

Niet dat de Russisch-Franse kunstschilder Wassily Kandisnky ook stoelen ontwierp, maar hij was wel een van de eerste klanten van Bauhaus architect en meubelontwerper Marcel Breuer, die een eerste prototype van de stoel al in 1925 maakte. Overigens zonder schetsen, vermoedt dr.ir. Donatella Caccialo, die dinsdag 16 december bij prof.dr. Franziska Bollerey en dr. Otakar Macel promoveerde op haar proefschrift Moderne Klassiker: die wiedergefundene Zeit over heruitgebrachte meubelontwerpen.

Bij haar speurtocht door tal van archieven ontdekte ze dat de oorsprong van de productie van de buizenstoel tien jaar eerder begonnen is dan men dacht, namelijk in 1958, en dat bovendien de ontwerper zelf, Marcel Breuer, erbij betrokken was.

In 1968 werd de Italiaanse meubelfabrikant Dino Gavina overgenomen door Knoll International, waardoor de Wassily-fauteil die Gavina vanaf 1962 produceerde opeens een veel groter bereik kreeg. Maar de eerste zes exemplaren van een vroegere variant werden al in 1960 gemaakt bij de Zwitserse meubelfirma Wohnbedarf. Als oudste spoor vond Cacciola een tekening van architectenbureau Breuer uit 1958 met een aangepaste versie van Breuers stoel van 33 jaar eerder. De productiegeschiedenis voor 1962 is helemaal nieuw voor de kunsthistorici.

Ook ontdekte Cacciola dat het type dat vanaf 1962 gemaakt wordt bij Gavina iets verschilt van het Knollproduct dat vanaf 1968 geproduceerd wordt. Gavina gebruikte namelijk massieve stalen buizen (en geen holle) en een gelast frame.

Er is iets vreemds aan de hand met heruitgebrachte meubels (re-edities) zoals de Wassily-fauteuil. Door de kunstwereld worden ze doorgaans genegeerd omdat alleen aan het origineel kunsthistorische waarde wordt toegekend, maar vaktijdschriften blijven afbeeldingen ervan publiceren, zonder zich te bekommeren om de culturele waarde. De klant tenslotte heeft de indruk met de re-editie toch iets authentieks uit de Bauhaus-cultuur in huis te halen.

De rol van heruitgaven is onduidelijk, concludeert Caccialo in haar lijvige proefschrift. Negeren is ongepast, omdat re-edities door hun aanwezigheid iets laten zien van wat het origineel geweest is, gekleurd door betrokken ontwerpers en deel uit zijn gaan maken van nationale en internationale designgeschiedenis. Cacciola: “Re-edities zijn geen kunstvoorwerpen, noch industriële producten, maar historische getuigenissen. Niet meer en niet minder.”

Cacciola die werkzaam is geweest als onderzoekster in een museum in Bonn en als cultureel publiciste, onderzocht ook heruitgaven van zes andere modernistische stoelen, waaronder de zigzagstoel (1932) van Gerrit Rietveld.

De buizenstoel is al vanaf 1968 een verkoopsucces van meubelfabrikant Knoll International. Iedereen (her-)kent ‘m onmiddellijk aan het kubusachtige frame van verschroomde stalen buizen, de stroken leer als zitting en leuning en de geriefelijke helling achterover. De kenner weet: dit is de Wassily fauteuil.

Niet dat de Russisch-Franse kunstschilder Wassily Kandisnky ook stoelen ontwierp, maar hij was wel een van de eerste klanten van Bauhaus-architect en meubelontwerper Marcel Breuer, die een eerste prototype van de stoel al in 1925 maakte. Overigens zonder schetsen, vermoedt dr.ir. Donatella Caccialo, die dinsdag 16 december bij prof.dr. Franziska Bollerey en dr. Otakar Macel promoveerde op haar proefschrift ‘Moderne Klassiker: die wiedergefundene Zeit’ over heruitgebrachte meubelontwerpen.

Bij haar speurtocht door tal van archieven ontdekte ze dat de oorsprong van de productie van de buizenstoel tien jaar eerder begonnen is dan men dacht, namelijk in 1958, en dat bovendien de ontwerper zelf, Marcel Breuer, erbij betrokken was.

In 1968 werd de Italiaanse meubelfabrikant Dino Gavina overgenomen door Knoll International, waardoor de Wassily-fauteil die Gavina vanaf 1962 produceerde opeens een veel groter bereik kreeg. Maar de eerste zes exemplaren van een vroegere variant werden al in 1960 gemaakt bij de Zwitserse meubelfirma Wohnbedarf. Als oudste spoor vond Cacciola een tekening van architectenbureau Breuer uit 1958 met een aangepaste versie van Breuers stoel van 33 jaar eerder. De productiegeschiedenis voor 1962 is helemaal nieuw voor de kunsthistorici.

Ook ontdekte Cacciola dat het type dat vanaf 1962 gemaakt wordt bij Gavina iets verschilt van het Knollproduct dat vanaf 1968 geproduceerd wordt. Gavina gebruikte namelijk massieve stalen buizen (en geen holle) en een gelast frame.

Er is iets vreemds aan de hand met heruitgebrachte meubels (re-edities) zoals de Wassily-fauteuil. Door de kunstwereld worden ze doorgaans genegeerd omdat alleen aan het origineel kunsthistorische waarde wordt toegekend, maar vaktijdschriften blijven afbeeldingen ervan publiceren, zonder zich te bekommeren om de culturele waarde. De klant tenslotte heeft de indruk met de re-editie toch iets authentieks uit de Bauhaus-cultuur in huis te halen.

De rol van heruitgaven is onduidelijk, concludeert Caccialo in haar lijvige proefschrift. Negeren is ongepast, omdat re-edities door hun aanwezigheid iets laten zien van wat het origineel geweest is, gekleurd door betrokken ontwerpers en hoe het deel is gaan uitmaken van nationale en internationale designgeschiedenis. Cacciola: “Re-edities zijn geen kunstvoorwerpen, noch industriële producten, maar historische getuigenissen. Niet meer en niet minder.”

Cacciola, die werkzaam is geweest als onderzoekster in een museum in Bonn en als cultureel publiciste, onderzocht ook heruitgaven van zes andere modernistische stoelen, waaronder de zigzagstoel (1932) van Gerrit Rietveld.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.