Onderwijs

Britten hebben nauwelijks studievertraging

Studievertraging? Het moet gek lopen wil een Britse student dat overkomen. Een driejarige opleiding maak je in drie jaar af, ook al heb je een bijbaan of een sociaal leven. Zo gaat dat aan de andere kant van de Noordzee.

 Britten begrijpen nauwelijks wat studievertraging betekent. “Je bedoelt als iemand ziek wordt of een ongeluk krijgt? Ja, dan gaat hij er misschien een jaar tussenuit”, zegt een woordvoerder van de landelijke studentenbond NUS. Maar volgens hem maakt de overgrote meerderheid zijn opleiding op tijd af. “Ik schat zo’n negentig procent.”

Indrukwekkend

Hij overdrijft, blijkt uit cijfers die het Britse statistiekbureau voor het hoger onderwijs Hefce vorige week publiceerde. Maar de resultaten zijn nog altijd indrukwekkend. Uiteindelijk zal zo’n 77,9 procent van de studenten de opleiding afmaken waar ze aan beginnen, verwacht Hefce.

Een klein groepje (2,8 procent) haalt een ander diploma en zes procent stapt over naar een andere instelling. Slechts dertien procent valt uit. Aan topuniversiteiten als Cambridge en Oxford haalt zo’n vijfennegentig procent het diploma en valt anderhalf procent uit.

Herkansingen

Hoe snel studenten hun diploma halen? Die vraag speelt in Groot-Brittannië niet. Studenten halen hun tentamens, punt. Misschien gaan ze er een jaar tussenuit, maar gekker zal het niet worden. Geen eindeloze herkansingen, geen gedraal bij het afstuderen. Vandaar dat er ook geen cijfers over zijn. Laat staan dat er grote verschillen zijn tussen jongens en meisjes in afstudeertempo.

Toch zijn Britse studenten net als andere studenten. “Ja, verreweg de meeste hebben gewoon een bijbaan en een sociaal leven”, verzekert Mark Leach van NUS. Volgens hem is het Britse hoger onderwijs nogal star. Maar of dat erg is? “Het is niet aan mij om daarover te oordelen. Ik zou liever een flexibeler systeem zien waarin studenten makkelijker kunnen overstappen naar andere universiteiten en opleidingen. Maar voor de bulk werkt het wel.”

Streng

De Britten zijn in ieder geval strenger in hun voortgangseisen. “Ze dwingen je om je tentamens te halen”, aldus Leach. “Voor geneeskunde moet je alles halen om naar het volgende jaar te mogen.”

Een willekeurige geneeskundeopleiding, van Newcastle University, bevestigt dit. Studenten moeten in juni voor alle vakken een voldoende halen. Lukt dat niet, maar scoren ze gemiddeld hoog genoeg, dan mogen ze het struikelvak één keer herkansen in augustus. Wie opnieuw zakt, moet het hele jaar overdoen. Voor het laatste studiejaar is zelfs geen herexamen mogelijk. Van de vijftienhonderd studenten zijn er ‘misschien vijftig tot honderd die vertraging oplopen’, schat een medewerker.

Na zeven slagen hoog aan de wind maakt het Delftse team zijn laatste spurt naar de boei. “Stand by, go!” Op commando duiken zes mannen als een springveer naar bakboord. De giek zwiept rakelings over hun hoofden. Alleen Dimitri Simons (18, technische bestuurskunde) blijft achter. Als een bezetene draait hij het voorzeil strak met de lier.

“Hangen, hangen”, snauwt de skipper hem toe terwijl de boot steeds verder helt en de golven al over het dek heen slaan.
De studenten mogen hun concentratie geen seconde verliezen. Bij de eerste inshore wedstrijd van deze in Frankrijk zo befaamde zeiltour, blijken veel van de vijfentwintig deelnemende boten, voornamelijk Franse, aan elkaar gewaagd.

Behalve uit langere races tussen tien etappeplaatsen – de offshore races die soms wel veertig uur duren – bestaat de tour uit kortebaanwedstrijden. Deze zogenaamde inshore races om boeien heen, vinden enkele kilometers uit de kust plaats.

Het snel reageren op kleine veranderingen in windrichting, het exact trimmen van de zeilen en inspelen op de golven, is hier van cruciaal belang. Eén moment van onoplettendheid, en enkele boten schuiven voorbij.

Bij de boei aangekomen verandert het spelletje. “Doel hier is om de anderen zoveel mogelijk in de weg te zitten”, vertelt de ervaren skipper Bert Schandevyl (25).

De boten, die direct na de start uit elkaar waaierden, komen vanuit verschillende richtingen weer snoeihard bij elkaar. Een Zwitserse boot met haaientanden op de neus stevent van bakboord met zo’n tien knopen op de Delft Challenge af die zelf net de bocht in is gedoken en dus wat aan snelheid heeft verloren. Ze missen de boot op enkele decimeters.

De Parijzenaren zijn intussen net iets eerder bij de boei aangekomen. Ze hebben al gegijpt (gedraaid) om met de wind in de rug terug te keren naar de startboei. Het Delftse team dreigt hen de pas af te snijden. ‘No water, no water’ protesteren de Fransen.

Stuurman Gosse de Boer (19, civiele techniek) draait bij om ze voor te laten, zoals het reglement gebiedt. Degene die het eerste bij de boei komt, mag zijn manoeuvre afmaken. Maar schipper Bert Schandevyl vindt dat ze wel hard van stapel lopen. “Putain ca va hein”, scheldt hij. “Dat hoort er allemaal bij”, zegt hij met een grote grijns.

Vlak na het incident aait de spinaker van een andere boot een kabel van het Delftse team. “Reclamation”, roept Schandevyl streng zwaaiend met een rood vlaggetje. De andere boot moet twee strafrondjes om de boei maken. Maar ze verandert niet van koers. “Nee, dat had ik ook niet verwacht”, zegt Schandevyl. Hij was niet van plan de zaak op de spits te drijven. “Ik wilde ze alleen een beetje zenuwachtig maken”, lacht hij.

Het team eindigt uiteindelijk in de middenmoot van het studentenklassement (behalve studenten doen er ook professionele teams en amateurteams mee).

Bij de ingang van de haven staan overal mensen te applaudisseren. Enkele vissers steken hun duim op. Spi-trimmer Wouter Riedijk (25, maritieme techniek) geniet er zichtbaar van. “In Frankrijk leeft de zeilsport echt. Geweldig is dat.”

Terug aan wal bestudeert tacticus Michiel van der Meulen de zeekaarten voor de volgende wedstrijd. “We krijgen redelijk wat stroming voor de kiezen. Af en toe moeten we zandbanken opzoeken want daar is de stroming minder.”

Bij de tour is elk detail van belang en ieder teamlid heeft zo zijn verantwoordelijkheden. De een brengt de zandbanken in kaart. De ander boent bij dageraad met duikapparatuur de romp vrij van algen. Een ander zorgt dat de proviand goed is opgeborgen.

Dit laatste kan tijdens een etapperace een positie hoger of lager in het klassement betekenen. De regeltjes worden hier maximaal uitgerekt. “Eigenlijk moet je het eten neerleggen in de kajuit”, zegt Riedijk. “Maar tijdens de lange offshore races hangen we het op tegen de romp, zodat het iets meer tegengewicht creëert. Dat doet iedereen”, lacht hij. 

Britten begrijpen nauwelijks wat studievertraging betekent. “Je bedoelt als iemand ziek wordt of een ongeluk krijgt? Ja, dan gaat hij er misschien een jaar tussenuit”, zegt een woordvoerder van de landelijke studentenbond NUS. Maar volgens hem maakt de overgrote meerderheid zijn opleiding op tijd af. “Ik schat zo’n negentig procent.”

Indrukwekkend

Hij overdrijft, blijkt uit cijfers die het Britse statistiekbureau voor het hoger onderwijs Hefce vorige week publiceerde. Maar de resultaten zijn nog altijd indrukwekkend. Uiteindelijk zal zo’n 77,9 procent van de studenten de opleiding afmaken waar ze aan beginnen, verwacht Hefce.

Een klein groepje (2,8 procent) haalt een ander diploma en zes procent stapt over naar een andere instelling. Slechts dertien procent valt uit. Aan topuniversiteiten als Cambridge en Oxford haalt zo’n vijfennegentig procent het diploma en valt anderhalf procent uit.

Herkansingen

Hoe snel studenten hun diploma halen? Die vraag speelt in Groot-Brittannië niet. Studenten halen hun tentamens, punt. Misschien gaan ze er een jaar tussenuit, maar gekker zal het niet worden. Geen eindeloze herkansingen, geen gedraal bij het afstuderen. Vandaar dat er ook geen cijfers over zijn. Laat staan dat er grote verschillen zijn tussen jongens en meisjes in afstudeertempo.

Toch zijn Britse studenten net als andere studenten. “Ja, verreweg de meeste hebben gewoon een bijbaan en een sociaal leven”, verzekert Mark Leach van NUS. Volgens hem is het Britse hoger onderwijs nogal star. Maar of dat erg is? “Het is niet aan mij om daarover te oordelen. Ik zou liever een flexibeler systeem zien waarin studenten makkelijker kunnen overstappen naar andere universiteiten en opleidingen. Maar voor de bulk werkt het wel.”

Strenger

De Britten zijn in ieder geval strenger in hun voortgangseisen. “Ze dwingen je om je tentamens te halen”, aldus Leach. “Voor geneeskunde moet je alles halen om naar het volgende jaar te mogen.”

Een willekeurige geneeskundeopleiding, van Newcastle University, bevestigt dit. Studenten moeten in juni voor alle vakken een voldoende halen. Lukt dat niet, maar scoren ze gemiddeld hoog genoeg, dan mogen ze het struikelvak één keer herkansen in augustus. Wie opnieuw zakt, moet het hele jaar overdoen. Voor het laatste studiejaar is zelfs geen herexamen mogelijk. Van de vijftienhonderd studenten zijn er ‘misschien vijftig tot honderd die vertraging oplopen’, schat een medewerker.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.