Opinie

Brieven: onafhankelijkheid van Delta (1)

Gefascineerd heb ik de brief van prof. dr. ir. Theo de Jong, decaan L&R, gelezen. Het eerste dat opvalt is de betoogtrant: bewijsvoering via denigreren van je opponent.

Gefascineerd heb ik de brief van prof. dr. ir. Theo de Jong, decaan L&R, gelezen.

Het eerste dat opvalt is de betoogtrant: bewijsvoering via denigreren van je opponent. Volgens mij is dat in geen enkele wetenschappelijke discipline toegelaten en ondertekening van een dergelijk betoog met al je titels is dan ook misplaatst. Noblesse oblige, ook in de wetenschap.

Nu zijn stelling. Die luidt: ‘De academische wereld is fundamenteel veranderd % er staan meer dan ooit op geld waardeerbare belangen op het spel % en het past niet meer in deze tijd dat de medewerkers van Delta zich als spookrijders door de universiteit bewegen.’

De formulering roept enkele vragen vooraf op. Waarom beperkt de conclusie uit de stelling zich tot Delta, waar de vermeende fundamentele veranderingen toch de gehele academische wereld betreffen? Gedragen de medewerkers van andere universiteitsbladen zich nu al correct, of komen die aan de beurt zodra in Delft orde op zaken is gesteld? Het huidige gedrag van de medewerkers van Delta wordt omschreven als spookrijden. Is dit in de journalistiek een algemeen bekend begrip, of zou een definitie hier op zijn plaats zijn?

In essentie zegt de stelling: Meer dan ooit staan er in Delft financiële belangen op het spel, die niet in Delta mogen komen. Ik kan mij voorstellen dat de schrijver moeilijk een echt bewijs voor zijn stelling kan leveren, want daarmee zouden deze belangen juist % via Delta nog wel – wel naar buiten komen. Daarmee laat hij echter wel veel ruimte voor speculatie. Gaat het om dubieus declareren, geheime fondsen, stiekem bankieren? Niet dat ik het verwacht, maar dat zou ik bij Peper, Kohl of Leemhuis ook niet hebben gedaan.

Mijn fantasie gaat verder in een andere richting. Onze derde geldstroom is inderdaad hoger dan ooit. Zou het steeds meer onderzoek betreffen dat het daglicht niet kan velen of waarover maar beter geen discussie gevoerd kan worden? Onwillekeurig denk je dan tegenwoordig aan genetische manipulatie. Of gaat het om wetenschappelijke advocatuur, waar je, tegen vergoeding uiteraard, ieder willekeurig standpunt wetenschappelijk kunt laten onderbouwen? De laatste variant die ik bedenk ligt op het gebied van de kwaliteit van het onderwijs: colleges zijn onduidelijk, tentamens sluiten niet aan op het gedoceerde en het duurt eindeloos voor ze zijn nagekeken.

Hierover, of over nog andere zaken waar ik niet op kom, dient niet in Delta te worden gepubliceerd. Dat zou de universiteit maar geld kosten, zegt de schrijver. Op korte termijn heeft hij ongetwijfeld gelijk. Maar hoe zit dat op langere termijn? Vroeg of laat komt alles tegenwoordig naar buiten. Het ethisch gehalte van de maatschappij lijkt toe te nemen, zelfs multinationals en de Europese Commissie ontkomen er niet aan, en internet loert overal. Ook uit puur opportunisme is de universiteit daarom naar mijn mening beter af met vroegtijdige, soms inderdaad hinderlijke, signalering in Delta dan met het in beslotenheid laten voortwoekeren van zaken totde bom barst. Kamervragen over financiële wantoestanden, berichten in de Telegraaf over griezelig onderzoek of via Elsevier-enquetes afgeschrikte potentiële studenten zullen voor de koers van het denkbeeldige (hoe lang nog?) TU-aandeel uiteindelijk slechter uitpakken dan af en toe een stukje in Delta.

Principiëler is de vraag wiens belang we als TU eigenlijk dienen. Had de Rector in zijn laatste diësrede gelijk toen hij zei dat we de mensheid dienen? Waarom dan die angst voor openheid? Of moet zijn verhaal cynischer worden beluisterd: een fraaie façade voor de lezers van Delta, waarachter meer dan ooit op geld waardeerbare belangen schuil gaan?

Bibliothecaris van de Bibliotheek TU Delft

Volgens mij is dat in geen enkele wetenschappelijke discipline toegelaten en ondertekening van een dergelijk betoog met al je titels is dan ook misplaatst. Noblesse oblige, ook in de wetenschap.



Nu zijn stelling. Die luidt: ‘De academische wereld is fundamenteel veranderd – er staan meer dan ooit op geld waardeerbare belangen op het spel – en het past niet meer in deze tijd dat de medewerkers van Delta zich als spookrijders door de universiteit bewegen.’



De formulering roept enkele vragen vooraf op. Waarom beperkt de conclusie uit de stelling zich tot Delta, waar de vermeende fundamentele veranderingen toch de gehele academische wereld betreffen? Gedragen de medewerkers van andere universiteitsbladen zich nu al correct, of komen die aan de beurt zodra in Delft orde op zaken is gesteld? Het huidige gedrag van de medewerkers van Delta wordt omschreven als spookrijden. Is dit in de journalistiek een algemeen bekend begrip, of zou een definitie hier op zijn plaats zijn?



In essentie zegt de stelling: Meer dan ooit staan er in Delft financiële belangen op het spel, die niet in Delta mogen komen. Ik kan mij voorstellen dat de schrijver moeilijk een echt bewijs voor zijn stelling kan leveren, want daarmee zouden deze belangen juist – via Delta nog wel – wel naar buiten komen. Daarmee laat hij echter wel veel ruimte voor speculatie. Gaat het om dubieus declareren, geheime fondsen, stiekem bankieren? Niet dat ik het verwacht, maar dat zou ik bij Peper, Kohl of Leemhuis ook niet hebben gedaan.



Mijn fantasie gaat verder in een andere richting. Onze derde geldstroom is inderdaad hoger dan ooit. Zou het steeds meer onderzoek betreffen dat het daglicht niet kan velen of waarover maar beter geen discussie gevoerd kan worden? Onwillekeurig denk je dan tegenwoordig aan genetische manipulatie. Of gaat het om wetenschappelijke advocatuur, waar je, tegen vergoeding uiteraard, ieder willekeurig standpunt wetenschappelijk kunt laten onderbouwen? De laatste variant die ik bedenk ligt op het gebied van de kwaliteit van het onderwijs: colleges zijn onduidelijk, tentamens sluiten niet aan op het gedoceerde en het duurt eindeloos voor ze zijn nagekeken.



Hierover, of over nog andere zaken waar ik niet op kom, dient niet in Delta te worden gepubliceerd. Dat zou de universiteit maar geld kosten, zegt de schrijver. Op korte termijn heeft hij ongetwijfeld gelijk. Maar hoe zit dat op langere termijn? Vroeg of laat komt alles tegenwoordig naar buiten. Het ethisch gehalte van de maatschappij lijkt toe te nemen, zelfs multinationals en de Europese Commissie ontkomen er niet aan, en internet loert overal. Ook uit puur opportunisme is de universiteit daarom naar mijn mening beter af met vroegtijdige, soms inderdaad hinderlijke, signalering in Delta dan met het in beslotenheid laten voortwoekeren van zaken totde bom barst. Kamervragen over financiële wantoestanden, berichten in de Telegraaf over griezelig onderzoek of via Elsevier-enquetes afgeschrikte potentiële studenten zullen voor de koers van het denkbeeldige (hoe lang nog?) TU-aandeel uiteindelijk slechter uitpakken dan af en toe een stukje in Delta.



Principiëler is de vraag wiens belang we als TU eigenlijk dienen. Had de Rector in zijn laatste diësrede gelijk toen hij zei dat we de mensheid dienen? Waarom dan die angst voor openheid? Of moet zijn verhaal cynischer worden beluisterd: een fraaie façade voor de lezers van Delta, waarachter meer dan ooit op geld waardeerbare belangen schuil gaan?



Leo Waaijers, Bibliothecaris van de Bibliotheek TU Delft.


Lees ook:


Kromme Communicatie

Delta onafhankelijk en Delfts!

Waarom bijt Delta de hand die haar voedt?

Delta uit de tijd? 

‘TU moet niet bang zijn voor eigen Delta’

Brieven: onafhankelijkheid van Delta (3)

Bijtgevaar


Opinion / Our platform is open to well written and well argued opinion articles written by students and employees of TU Delft. The maximum word count is 700. Email us at delta@tudelft.nl.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.