Wetenschap

Brandbrief WHO: corona verspreidt door lucht

Wetenschappers, ook van de TU Delft, roepen de WHO op meer aandacht te geven aan verspreiding van het coronavirus door binnenruimtes. Zeker met herfst en winter in aantocht.

In het Senselab van de TU Delft zijn experimenten gedaan met het transport van aerosolen. (Foto: Dadi Zhang, techniek: Fulvio Scarano)

Hoogleraar Binnenmilieu prof.dr. Philomena Bluyssen doet met een bijdrage van het Delftse Covid-19 Response Fund onderzoek naar verspreiding van aerosolen in binnenruimten. Ze is een van de 239 onderzoekers die de open brief naar de wereldgezondheidsorganisatie WHO ondertekende. Daarin roepen de wetenschappers de WHO op meer aandacht te geven aan ‘de derde besmettingsroute’ van het coronavirus. 
‘Sinds ons eerste schrijven van begin april is er nieuw bewijs dat wijst op verspreiding van Covid-19 via kleine zwevende vochtdeeltjes (aerosolen)’, schrijven ze. Tegelijkertijd lijken de twee andere besmettingsroutes – speekseldruppels en aanraking – door naleving van afstand houden en handen wassen sterk af te nemen. 

Videoregistratie van het aerosolenexperiment in het Senselab

Wat is de motivatie voor de brief?
Bluyssen: “Ondanks de bewijzen die we nu zien van transmissie door de lucht, wordt die manier van besmetting door de WHO nog steeds niet erkend.”

Het RIVM, dat de WHO volgt, beveelt het Bouwbesluit aan als richtlijn voor ventilatie. Wat is daar mis mee?
“Het Bouwbesluit is niet ontwikkeld om transmissies van infectieziektes te voorkomen, het is bedoeld om te voorzien in minimale ventilatie. En dat is niet voldoende voor handhaving van de volksgezondheid.”

U hebt samen met prof.dr. Fulvio Scarano (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) onderzoek gedaan naar circulatie van aerosolen. Komt uw stellingname daaruit voort?
“Onder andere. We kunnen laten zien dat wanneer je uitademt, aerosolen verder komen dan 1,5 meter. Als er niet voldoende geventileerd wordt, bouwt de concentratie aan aerosolen zich op. Ze kunnen heel lang in de lucht blijven zweven.” 

Wat wij aanbevelen: 100% verse buitenlucht en geen recirculatie

Jullie bevelen meer aanvoer van buitenlucht aan, en minder recirculatie. Hebben jullie dat gekwantificeerd? 
“Nee, nog niet. We richten ons op het gebruik van natuurlijke ventilatie bij de afwezigheid van ventilatiesystemen. Er moet onderzoek komen naar de effectiviteit daarvan. Is het voldoende om een raam tien minuten open te zetten, of moet je de hele tijd het raam openhouden als je gasten hebt? Daarnaast richten we ons op verschillende vormen van mechanische ventilatie, zoals meng- en verdringingsventilatie.” 

Wat betekent dit voor collegezalen van de TU Delft?
“In collegezalen werd altijd een boel lucht hergebruikt. Warme lucht werd gerecirculeerd om energie te sparen. Verhoogd energiegebruik wordt dus nog een issue, want wat wij aanbevelen is: 100% verse buitenlucht en geen recirculatie. Omdat we niet weten hoeveel van het virus via de installaties weer terug kan komen. Dat moet worden onderzocht.” 

Dus als je uit voorzorg handelt is het 100% verse lucht inlaten, en met warmtewisselaars de warmte terugwinnen? 
“Precies. Daarnaast is de richting van de luchtstroom belangrijk. Bij mechanische ventilatie blaas je ergens lucht in en zuigt het af. Als jij net in de stroom zit van besmette lucht, dan krijg je alles langs. Ook daar moeten we rekening mee houden. Doordat bepaalde factoren nog onderzocht moeten worden, kunnen we nog geen kwantificaties geven.”

U hebt uit het TU Delft Covid Response Fund 10.000 euro ontvangen voor onderzoek. Is dat genoeg?
“Nee, dat is helemaal niet genoeg. We hebben funding aangevraagd bij ZonMW, dat kan helpen. Maar om echt goed onderzoek te doen is veel meer geld nodig, en ook meer mensen.”  

  • De open brief verwijst naar de publicatie It is Time to Address Airborne Transmission of COVID-19 door Lidia Morawska (International Laboratory for Air Quality and Health, Queensland University of Technology) en Donald K. Milton (Institute for Applied Environmental Health, University of Maryland School of Public Health).
  • Het gedrag van aerosolen is zichtbaar gemaakt door een techniek die door prof.dr. Fulvio Scarano is ontwikkeld. Directe afbeelding van aerosolen met een afmeting van een micrometer is onmogelijk. In plaats daarvan maakt Scarano gebruik van goed zichtbare zeepbellen die 500 keer groter zijn maar, net als aerosolen, in de lucht zweven.
  • Na het interview heeft het RIVM een publicatie geplaatst waarin de mogelijkheid van besmetting via aerosolen erkend wordt. Zo lang onzeker is welk gedeelte van de aerosolen van ademen, spreken, hoesten en niezen besmettelijk is, en zo lang niet bekend is welke dosis tot besmetting leidt, raden we aan voorzorg te betrachten, schrijven de RIVM-onderzoekers. Ik ben blij dat het onderzocht wordt, reageert Philo Bluyssen per email op de publicatie.
  • Lees ook Huidige ventilatierichtlijnen niet voldoende in strijd tegen corona op TU Delft Stories.
Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.