Opinie

[Boek] De vonk die op Anton Mussert viel

Civiel ingenieur Anton Mussert werd in 1946 gefusilleerd, wegens verraad. Van de TH Delft-alumnus zijn nu de celbrieven en een verantwoording, die hij vanuit strafgevangenis Scheveningen schreef, voor het eerst gepubliceerd.

“Hoeveel pontjes we samen niet hebben gezien!”, roept Musserts volle nicht en minnares Marietje Mijnlieff uit in ‘Nagelaten Bekentenissen’, tegen samensteller Gerard Groeneveld. “Met name plekjes waar hij als ingenieur projecten had begeleid, waren favoriete bestemmingen. Hij legde dan uit waarom hij voor een bepaald ontwerp voor een brug had gekozen. Bijvoorbeeld omdat die zo veel beter paste in het landschap. De brug bij de Vecht was zo’n plek. Die had hij zelf gebouwd. Daar was hij zó apetrots op.”

Anton Mussert zal door de meeste mensen niet als de bovengenoemde bevlogen ingenieur herinnerd worden, maar als de collaborerende en diep gehate leider van Nederland in oorlogstijd. Mussert was het gezicht van de Duitse bezetting. Tot zijn grote ongenoegen, zoals blijkt uit zijn celbrieven en verantwoording: ‘De NSB in oorlogstijd. De offergang voor Volk en Vaderland’.

Samensteller Groeneveld schreef een uitstekende inleiding voor ‘Nagelaten Bekentenissen’. Maar de reden om het boek te lezen zijn natuurlijk de ‘bekentenissen’ van Mussert zelf. We leren hem kennen als ijverige patriot met een groot gebrek aan zelfkennis en politieke realiteitszin. Geen biograaf had dat zo duidelijk kunnen laten zien. Dat is de grote meerwaarde van deze ‘bekentenissen’.

Mussert verdient de twijfelachtige eer de meest beruchte alumnus van de TH Delft te zijn. In zijn, dit jaar herdrukte, biografie van Mussert beschrijft historicus Jan Meyers hem als een ‘nauwgezet en ijverig student’. Hij bezocht trouw ieder college. Een uitbundig studentenleven hield hij er niet op na en met meisjes wist hij zich geen raad. Hij speelde liever ‘patience’ met zijn jonge zusje Coby. “Omgang met studenten had hij niet”, schrijft Meyers. “Het enige naspeurbare contact is dat met Willem Schermerhorn . en dat was nog oppervlakkig . die hij in 1914 leerde kennen. Uitgaan deed hij nooit.”

En juist Schermerhorn zou een belangrijke rol spelen in de laatste weken van Musserts leven. Toen Mussert in de cel belandde was de Delftse hoogleraar Schermerhorn minister-president. De interessantste celbrief uit ‘Nagelaten Bekentenissen’ is aan zijn oude ‘studievriend’ gericht. “Er is voor de tweede maal in mijn leven ‘een vonk op mij gevallen'”, schrijft Mussert aan Schermerhorn. “Ik heb namelijk de stellige overtuiging (de innerlijke zekerheid) de sleutel te hebben gekregen voor de vierde revolutie in de wereldscheepvaart.” Mussert kent een ‘groot maritiem wapen’, maar heeft dat ‘geheim’ de gehele oorlog voor zich gehouden. Maar nu, 20 november 1945, wil hij het delen met zijn oude, Delftse vriend, de nieuwe minister-president.

Wat het voor wapen is, licht Mussert niet toe. De Amerikaanse president Truman ‘zal daarvan meer plezier en minder narigheid beleven dan van den atoombom’. Het wapen is nooit ontdekt en bestond waarschijnlijk alleen in Musserts hoofd. Schermerhorn reageert niet op Musserts brief. De brief is vooral interessant, omdat Mussert dacht dat hij nog politieke invloed had. “Zelfoverschatting”, noemt Groeneveld dat terecht.
Protest

Mussert stortte zich eind 1931 in het duistere onheil door de oprichting van de NSB. Nederland en België besloten tot de aanleg van een kanaal van het Ruhrgebied, door Limburg naar Antwerpen. Het deed Mussert pijn in zijn vaderlandslievende ingenieurshart. Rotterdam zou daar namelijk ernstig economische hinder van ondervinden, meende hij. Hij richtte de NSB, als protest, op.

Die beslissing bombardeerde Mussert tot politicus. Voor 1931 was hij vooral een getalenteerd ingenieur. Want nadat hij in 1918 ‘met lof’ was afgestudeerd als civiel ingenieur, ging het hem voor de wind. Hij schopte het tot jongste hoofdingenieur, bij de Provinciale Waterstaat Utrecht, van het land. Zijn werk aan het Amsterdam-Rijnkanaal zag hij als een belangrijk wapenfeit, waarvoor hem in de kranten lof werd toegezwaaid. Maar in 1935 kwam er een abrupt einde aan zijn ingenieursloopbaan. Mussert werd ontslagen, omdat hij lid was van de NSB. De veelbelovende ingenieur, werd daarna fulltime politicus. Met desastreuze gevolgen.

Als ingenieur bezat hij ontegenzeggelijk kwaliteiten, maar als politicus schoot hij ernstig tekort. De Duitsers selecteerden hem als leider van Nederland, omdat hij als meegaand bekend stond. In zijn verantwoording onderstreept Mussert keer op keer, ongewild, dit beeld.

De NSB was de ‘Nederlandse verzekeringspolis’, schrijft hij in zijn verantwoording. Maar Nederland bleef bezet, in 1944 leed zijn geliefde vaderland onder de hongerwinter, Nederlandse en joodse kunstschatten werden geroofd en aanzienlijk veel joden gedeporteerd naar vernietigingkampen. Pagina na pagina legt Mussert uit, dat hij hier tegen in het verweer is gekomen. Om keer op keer tot de treurige conclusie te komen: “Het doet mij leed, dat dit niet gelukt is, maar met mijn getrouwe medewerkers heb ik gedaan, wat in mijn vermogen was.”

‘Nagelaten Bekentenissen’ onderstreept een ding eens te meer: als ingenieur was hij een belofte, als politicus zonder ruggengraat niets meer dan een strop voor het noodlijdende Nederland.

Anton Mussert, ‘Nagelaten Bekentenissen’, samengesteld door Gerard Groeneveld, 253p., Vantilt, 19,95 euro.

“Hoeveel pontjes we samen niet hebben gezien!”, roept Musserts volle nicht en minnares Marietje Mijnlieff uit in ‘Nagelaten Bekentenissen’, tegen samensteller Gerard Groeneveld. “Met name plekjes waar hij als ingenieur projecten had begeleid, waren favoriete bestemmingen. Hij legde dan uit waarom hij voor een bepaald ontwerp voor een brug had gekozen. Bijvoorbeeld omdat die zo veel beter paste in het landschap. De brug bij de Vecht was zo’n plek. Die had hij zelf gebouwd. Daar was hij zó apetrots op.”



Anton Mussert zal door de meeste mensen niet als de bovengenoemde bevlogen ingenieur herinnerd worden, maar als de collaborerende en diep gehate leider van Nederland in oorlogstijd. Mussert was het gezicht van de Duitse bezetting. Tot zijn grote ongenoegen, zoals blijkt uit zijn celbrieven en verantwoording: ‘De NSB in oorlogstijd. De offergang voor Volk en Vaderland’.



Samensteller Groeneveld schreef een uitstekende inleiding voor ‘Nagelaten Bekentenissen’. Maar de reden om het boek te lezen zijn natuurlijk de ‘bekentenissen’ van Mussert zelf. We leren hem kennen als ijverige patriot met een groot gebrek aan zelfkennis en politieke realiteitszin. Geen biograaf had dat zo duidelijk kunnen laten zien. Dat is de grote meerwaarde van deze ‘bekentenissen’.



Mussert verdient de twijfelachtige eer de meest beruchte alumnus van de TH Delft te zijn. In zijn, dit jaar herdrukte, biografie van Mussert beschrijft historicus Jan Meyers hem als een ‘nauwgezet en ijverig student’. Hij bezocht trouw ieder college. Een uitbundig studentenleven hield hij er niet op na en met meisjes wist hij zich geen raad. Hij speelde liever ‘patience’ met zijn jonge zusje Coby. “Omgang met studenten had hij niet”, schrijft Meyers. “Het enige naspeurbare contact is dat met Willem Schermerhorn . en dat was nog oppervlakkig . die hij in 1914 leerde kennen. Uitgaan deed hij nooit.”



En juist Schermerhorn zou een belangrijke rol spelen in de laatste weken van Musserts leven. Toen Mussert in de cel belandde was de Delftse hoogleraar Schermerhorn minister-president. De interessantste celbrief uit ‘Nagelaten Bekentenissen’ is aan zijn oude ‘studievriend’ gericht. “Er is voor de tweede maal in mijn leven ‘een vonk op mij gevallen'”, schrijft Mussert aan Schermerhorn. “Ik heb namelijk de stellige overtuiging (de innerlijke zekerheid) de sleutel te hebben gekregen voor de vierde revolutie in de wereldscheepvaart.” Mussert kent een ‘groot maritiem wapen’, maar heeft dat ‘geheim’ de gehele oorlog voor zich gehouden. Maar nu, 20 november 1945, wil hij het delen met zijn oude, Delftse vriend, de nieuwe minister-president.



Wat het voor wapen is, licht Mussert niet toe. De Amerikaanse president Truman ‘zal daarvan meer plezier en minder narigheid beleven dan van den atoombom’. Het wapen is nooit ontdekt en bestond waarschijnlijk alleen in Musserts hoofd. Schermerhorn reageert niet op Musserts brief. De brief is vooral interessant, omdat Mussert dacht dat hij nog politieke invloed had. “Zelfoverschatting”, noemt Groeneveld dat terecht.



Protest



Mussert stortte zich eind 1931 in het duistere onheil door de oprichting van de NSB. Nederland en België besloten tot de aanleg van een kanaal van het Ruhrgebied, door Limburg naar Antwerpen. Het deed Mussert pijn in zijn vaderlandslievende ingenieurshart. Rotterdam zou daar namelijk ernstig economische hinder van ondervinden, meende hij. Hij richtte de NSB, als protest, op.



Die beslissing bombardeerde Mussert tot politicus. Voor 1931 was hij vooral een getalenteerd ingenieur. Want nadat hij in 1918 ‘met lof’ was afgestudeerd als civiel ingenieur, ging het hem voor de wind. Hij schopte het tot jongste hoofdingenieur, bij de Provinciale Waterstaat Utrecht, van het land. Zijn werk aan het Amsterdam-Rijnkanaal zag hij als een belangrijk wapenfeit, waarvoor hem in de kranten lof werd toegezwaaid. Maar in 1935 kwam er een abrupt einde aan zijn ingenieursloopbaan. Mussert werd ontslagen, omdat hij lid was van de NSB. De veelbelovende ingenieur, werd daarna fulltime politicus. Met desastreuze gevolgen.



Als ingenieur bezat hij ontegenzeggelijk kwaliteiten, maar als politicus schoot hij ernstig tekort. De Duitsers selecteerden hem als leider van Nederland, omdat hij als meegaand bekend stond. In zijn verantwoording onderstreept Mussert keer op keer, ongewild, dit beeld.



De NSB was de ‘Nederlandse verzekeringspolis’, schrijft hij in zijn verantwoording. Maar Nederland bleef bezet, in 1944 leed zijn geliefde vaderland onder de hongerwinter, Nederlandse en joodse kunstschatten werden geroofd en aanzienlijk veel joden gedeporteerd naar vernietigingkampen. Pagina na pagina legt Mussert uit, dat hij hier tegen in het verweer is gekomen. Om keer op keer tot de treurige conclusie te komen: “Het doet mij leed, dat dit niet gelukt is, maar met mijn getrouwe medewerkers heb ik gedaan, wat in mijn vermogen was.”



‘Nagelaten Bekentenissen’ onderstreept een ding eens te meer: als ingenieur was hij een belofte, als politicus zonder ruggengraat niets meer dan een strop voor het noodlijdende Nederland.



Anton Mussert, ‘Nagelaten Bekentenissen’, samengesteld door Gerard Groeneveld, 253p., Vantilt, 19,95 euro.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.