Onderwijs

BNN-partij voor behoud basisbeurs

De jongerenpartij van BNN gaat de verkiezingen in als ‘Lijst 17’. De partij wil de basisbeurs behouden, softdrugs legaliseren en de AOW-leeftijd verhogen naar 68 jaar.

Dat melden het ANP en Novum. De jongerenpartij uit het BNN-programma Lijst 0 wilde eigenlijk als LEF meedoen aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 9 juni. De letters zouden staan voor liberté, égalité en fraternité. De lokale partij ‘LEF! in Emmen zag dat niet zitten en vroeg lijsttrekker Lot Feijen de naam te wijzigen. Het werd ‘Lijst 17’, gebaseerd op het lijstnummer dat de partij door de Kiesraad is toegewezen.

Speerpunten

Naast de nieuwe naam maakte de partij op 4 mei ook haar programma bekend. Speerpunten zijn het behoud van de basisbeurs, beter openbaar vervoer, het legaliseren van softdrugs, het beschermen van privacy op het internet en het verbouwen van leegstaande kantoorpanden tot studentenwoningen. Op de AOW, de Joint Strike Fighter en de hypotheekrenteaftrek mag van de jongerenpartij bezuinigd worden. De jongerenlijst heeft nog geen officiële website.

Begin augustus wapperde voorzitter Doekle Terpstra van de HBO-raad met de vooraanmeldingscijfers van het hbo. Hij voorspelde dat er veel meer eerstejaars naar de hogescholen zouden komen.

Menige krant en journaal sprak vervolgens van een groei van 18 procent in het eerste studiejaar. De officiële tellingen worden pas na de jaarwisseling bekend, maar valt er tijdens de introductieweken voor eerstejaars al iets van de toevloed te merken?

In Groningse KEI-week – de grootste introductieweek van Nederland – lopen naar schatting 4200 eerstejaars rond, tegen 3931 vorig jaar: een toename van zeven procent.

Dat is flink, maar volgens de vooraanmeldingscijfers van de IB-Groep zou de Rijksuniversiteit Groningen 35 procent extra eerstejaars kunnen verwachten. Aan de Hanzehogeschool Groningen is de voorspelde groei minder draconisch, maar nog altijd acht procent. Waar blijven die studenten?

In Maastricht leren dit jaar tweeëntwintighonderd aankomende eerstejaars de stad kennen. Dat zijn er honderd meer dan vorig jaar, wat neerkomt op een groei van vijf procent. Valt mee, vergeleken met de cijfers van de IB-Groep. Want de Universiteit Maastricht zou ruim veertig procent extra eerstejaars tegemoet kunnen zien en de Hogeschool Zuyd elf procent.

Wellicht komen er inderdaad iets meer studenten, maar uit de vooraanmeldingscijfers valt dat niet op te maken. Vorig jaar werden er ook de meest uitzinnige voorspellingen op gebaseerd. Aan de universiteiten was de uiteindelijke groei flink, maar niet uitzonderlijk: vier procent.

In het hbo was de toename iets meer dan twee procent, net als in andere jaren. Zelfs als die getallen verdubbelen, zitten de instellingen nog niet op achttien procent (hbo) of 22 procent (universiteit) waar de vooraanmeldingscijfers op wijzen.

De hogescholen en universiteiten houden daarom zelf een flinke slag om de arm. De Hogeschool Inholland staat momenteel 28 procent in de plus, maar verwacht net als vorig jaar een toename van vijf tot acht procent.

De Zwolse hbo-instelling Windesheim houdt rekening met negen à tien procent groei, in plaats van de 25 procent waar de vooraanmeldingscijfers op wijzen.

Bij de TU stond de teller eind juli op 3179 vooraanmeldingen. Dat is 23 procent meer dan vorig jaar rond deze tijd. De introductieweek moet hier nog beginnen, maar de TU verwacht een recordaantal van 2300 eerstejaarsstudenten van de TU en Hogeschool INHolland. Vierhonderd meer dan vorig jaar.

Inmiddels is één op de drie vooraanmelders daadwerkelijk ingeschreven. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat bij de Delftse vooraanmeldingen ook zo’n 250 internationale bachelorstudenten zijn meegeteld in tegenstelling tot vorig jaar. Daardoor valt de stijging in de vooraanmeldingen hoger uit.

De IB-Groep wijst er overigens al twee jaar op dat de cijfers niet goed vergelijkbaar zijn. Want twee jaar geleden is er een nieuw aanmeldingssysteem in gebruik genomen: Studielink. Getallen van een nieuw systeem laten zich niet zomaar met getallen van een oud systeem vergelijken.

Bovendien zijn er altijd opstartproblemen: vorig jaar moesten de instellingen nog wennen aan Studielink. Dit jaar staan de aanmeldingen eerder geregistreerd, waardoor ze naar verhouding opnieuw een stuk hoger lijken.

Nog één voorbeeld: vorig jaar meldden ongeveer 2880 eerstejaars zich aan voor de introductieweek van de Universiteit van Amsterdam, terwijl dat er nu ongeveer tien procent meer zullen zijn. Maar in de vooraanmeldingen staat de UvA op een onvoorstelbare 47 procent groei.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.