Campus

The bike of…

Name: Nishant Lawand (PhD-student at faculty of EWI, from India)
Price: € 650
Brand: Batavus Nova Versa 24
Striking feature: The rider

Nishant gushes with immense pride when he starts talking about his bike.

“I sold my holidays to pay for my bike in 2010, partly. So you can imagine how much my bike means to me”, he says. Being a foldable model, Nishant’s bike is easy to carry around. A foldable bike also means that he doesn’t have to buy a separate ticket for the bike while traveling by train. “Once, when I was in a hurry, I took my bike into the train without folding it. Because of the big wheels, the ticket examiner refused to believe it was foldable. I had to demonstrate until he was convinced,” Nishant says, laughing. Yet another advantage of having a foldable bike is that, while normal bikes are not allowed on a train during peak hours, foldable bikes are allowed. “A normal bike occupies too much space in the train, while foldables don’t.”


In the Netherlands, it isn’t a surprise to find out one’s bike has simply disappeared from a parking slot. So what can one do to compensate for theft of an expensive bike? Nishant: “As a precaution, I insured my bike for three years. In order to get your bike insured, you’re obliged to buy a lock with a 3-star rating. I use this lock along with another simpler lock for my bike. Besides all this, I also carry my bike wherever and whenever I can. It doesn’t take any effort since it’s also very light and convenient to carry.”


Nishant’s bike has never given him any problems so far. “When you are a PhD, you wouldn’t want to worry about a flat tire or being late, on top of worrying about experiments and deadlines,” he says. “I specifically wanted to buy a bike with large wheels, since I can cover more distance with less pedaling and hence less time. After all, time is extra valuable to a researcher.”

Nishant says the only disadvantage is that his foldable bike doesn’t come with a rear carrier: “It’s not possible for me take my wife for a bike ride! But the advantages easily outweigh this single disadvantage, so I’m not complaining.”

Toen ik een nest kinderen geleden vanuit de binnenstad van Delft naar de buitenwijken verhuisde deed ik dat omdat je daar voor hetzelfde geld veel meer kubieke meters huis kon kopen. Het is jammer dat op dat moment niemand mij ooit heeft verteld dat je er behalve extra ruimte ook zoveel natuur bij kreeg. Want om je de waarheid te zeggen heb ik een hekel aan natuur. Ja mooi, als uitzicht vanaf een schilderachtig gelegen bergterras. Of strak ingekaderd tussen Belgisch hardsteen zoals je in de tuinprogramma’s ziet. Maar niet zoals hier, waar de natuur geheel de macht overgenomen heeft. Waar een zooi kraaien (a ‘murder’ of crows, zoals dat terecht in het Engels heet) hoog onder mijn dak een soort zuipkeet heeft ingericht waar ze, als je op het geluid moet afgaan, keihard gaan zitten bieren om vervolgens een paar piano’s van de trap te sodemieteren. Waar je kunt schoffelen en snoeien tot je blauw ziet om vervolgens op weg naar de achterdeur al weer gewurgd te worden door een uitloper van de passiebloem of gespietst door een verse bamboescheut, die je dan weer met knippers en zagers te lijf moet gaan. Waar de mieren in colonnes over mijn aanrecht marcheren, beladen met de inhoud van mijn broodrooster, mijn suikerpot en, als je ze de kans zou geven ongetwijfeld ook, mijn bestekbak. En waar onlangs een stel tortelduiven twintig centimeter boven mijn deur mijn druivenwingerd hebben gekraakt om een nest te bouwen. Nou ja bouwen, in elkaar flansen is een beter woord, bij Ikea zou zo’n nest PRØTS of KNØLLIG heten waarschijnlijk. En net toen ik op het punt stond dit nest, inclusief de vanaf zes uur ‘s ochtends onder het slaapkamerraam luid koerende illegale bewoners, met een bezem te verwijderen ontdekte ik dat er twee witte eitjes in lagen. Ach gossie, dacht ik, eitjes, wat schattig. En mijn brute verdrijvingsplannen smolten als sneeuw voor de zon. Ik werd zelfs een beetje beschermend naar de duiven toe, die er half soezend, half alert bij toerbeurt 24/7 de eieren warm zaten te houden. De vriend van mijn dochter zei dat die vogels totolika heetten op Curaçao, waar hij is opgegroeid. Maar hij sprak het uit alsof het een snackbarsnack was en hij keek er bij alsof hij er wel twee lustte ook, dus hij mocht van mij niet in de buurt van het nest komen. En een goede vriend mailde me wel twaalf recepten met duivenborst, die ik beledigd wiste. Helaas had de natuur geen boodschap aan de broedijver van de duiven en mijn beschermingsdrang. Na een week werden de eitjes gestolen door een stel eksters. En toen de duiven het niet lang daarna nog een keer probeerden wisten ze de eitjes wel uit te broeden, maar vielen de jongen na een week alsnog ten prooi aan de kraaien. Waarna ik de magere stoffelijke overschotjes, bedekt met mieren, tussen het hoog opgeschoten onkruid vandaan moest vissen. Kløte natuur. Ik zei toch dat ik er een hekel aan had.

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.