Opinie

Bezuinigingen: nog meer klagen is zinloos

Een maand na de opening van het academisch jaar staan de universiteiten voor de vraag: hoe omgaan met dit kabinet? Met tachtig miljoen euro minder het gevecht aangaan met de groeiende internationale concurrentie.

Dat dwingt de universiteiten tot snijden in de ondersteunende diensten en/of beperking van het aantal opleidingen.

Minder klagen, meer vernieuwen. Niet allemaal dezelfde opleidingen aanbieden, maar specialiseren. Dat zei de Wageningse collegevoorzitter Aalt Dijkhuizen tegen verschillende media. Het is hem niet in dank afgenomen. In de eerstvolgende vergadering van universiteitenclub VSNU vielen bijna al zijn collega’s over hem heen. Aan het einde van die sessie was het de partijen niet gelukt om tot elkaar te komen. En dat is illustratief voor de benarde positie van veel Nederlandse universiteiten.

Begrijpelijk, want de dissonant in de klaagzang op de bezuinigingen klonk Annette Nijs als muziek in de oren. Ook de staatssecretaris wil meer kwaliteit door meer efficiëntie.

Het antwoord vanuit de universitaire wereld is, dat de meeste studenten in Nederland niet bereid zijn om op twee-en-een-half uur reisafstand van hun ouderlijk huis een opleiding te gaan volgen. Verregaande specialisatie werkt dus niet. Wageningen heeft makkelijk praten, vanuit zijn uitzonderingspositie als kleine universiteit in de niche-markt voor agrarische opleidingen.

Toch moeten de universiteiten het roer om gooien, betoogde de Eindhovense organisatiekunde-hoogleraar Mathieu Weggeman onlangs in NRC Handelsblad. Nederland heeft meer universiteiten dan provincies. Allemaal hebben ze dezelfde stafdiensten en vele beschikken over dezelfde dure laboratoria of kostbare spullen. Vijftien financiële diensten en voorlichtingsafdelingen, ‘die allemaal nèt iets anders roepen’. Liever ziet Wegman dat één of twee universiteiten hun deuren sluiten en het totale budget constant blijft.

De universiteiten hoeven niet te verwachten dat het zware weer op korte termijn overtrekt. Het hoger onderwijs staat, de ambities ten aanzien van de kenniseconomie ten spijt, laag op de politieke agenda. Eerst moeten de problemen in zorg, veiligheid, basis- en middelbaar onderwijs worden aangepakt, vervolgens is het wachten op het herstel van de economie. Pas dan komt er misschien weer extra geld voor hogescholen en universiteiten.

Tegelijkertijd blijft op het departement van OC&W een liberale wind waaien. Aan het roer staan een minister en een staatssecretaris die zich afvragen of het nodig is dat studenten – bijvoorbeeld – op tien plaatsen in Nederland psychologie kunnen studeren. Beter zouden instellingen zich kunnen toeleggen op hun sterke punten. Op die manier kunnen ze topprestaties leveren die hen een goede (inter)nationale positie oplevert.

De collegevoorzitters hebben in september de jaaropeningen kunnen benutten om hun instellingen te vertellen wat ze van de bezuinigingen vinden. Nog meer klagen lijkt zinloos. Los van de wenselijkheid van de door Den Haag gewenste rationalisatie, doen deinstellingen er verstandig aan om zich niet langer in te graven en de discussie over dit hete hangijzer aan te gaan.

Met tachtig miljoen euro minder het gevecht aangaan met de groeiende internationale concurrentie. Dat dwingt de universiteiten tot snijden in de ondersteunende diensten en/of beperking van het aantal opleidingen.

Minder klagen, meer vernieuwen. Niet allemaal dezelfde opleidingen aanbieden, maar specialiseren. Dat zei de Wageningse collegevoorzitter Aalt Dijkhuizen tegen verschillende media. Het is hem niet in dank afgenomen. In de eerstvolgende vergadering van universiteitenclub VSNU vielen bijna al zijn collega’s over hem heen. Aan het einde van die sessie was het de partijen niet gelukt om tot elkaar te komen. En dat is illustratief voor de benarde positie van veel Nederlandse universiteiten.

Begrijpelijk, want de dissonant in de klaagzang op de bezuinigingen klonk Annette Nijs als muziek in de oren. Ook de staatssecretaris wil meer kwaliteit door meer efficiëntie.

Het antwoord vanuit de universitaire wereld is, dat de meeste studenten in Nederland niet bereid zijn om op twee-en-een-half uur reisafstand van hun ouderlijk huis een opleiding te gaan volgen. Verregaande specialisatie werkt dus niet. Wageningen heeft makkelijk praten, vanuit zijn uitzonderingspositie als kleine universiteit in de niche-markt voor agrarische opleidingen.

Toch moeten de universiteiten het roer om gooien, betoogde de Eindhovense organisatiekunde-hoogleraar Mathieu Weggeman onlangs in NRC Handelsblad. Nederland heeft meer universiteiten dan provincies. Allemaal hebben ze dezelfde stafdiensten en vele beschikken over dezelfde dure laboratoria of kostbare spullen. Vijftien financiële diensten en voorlichtingsafdelingen, ‘die allemaal nèt iets anders roepen’. Liever ziet Wegman dat één of twee universiteiten hun deuren sluiten en het totale budget constant blijft.

De universiteiten hoeven niet te verwachten dat het zware weer op korte termijn overtrekt. Het hoger onderwijs staat, de ambities ten aanzien van de kenniseconomie ten spijt, laag op de politieke agenda. Eerst moeten de problemen in zorg, veiligheid, basis- en middelbaar onderwijs worden aangepakt, vervolgens is het wachten op het herstel van de economie. Pas dan komt er misschien weer extra geld voor hogescholen en universiteiten.

Tegelijkertijd blijft op het departement van OC&W een liberale wind waaien. Aan het roer staan een minister en een staatssecretaris die zich afvragen of het nodig is dat studenten – bijvoorbeeld – op tien plaatsen in Nederland psychologie kunnen studeren. Beter zouden instellingen zich kunnen toeleggen op hun sterke punten. Op die manier kunnen ze topprestaties leveren die hen een goede (inter)nationale positie oplevert.

De collegevoorzitters hebben in september de jaaropeningen kunnen benutten om hun instellingen te vertellen wat ze van de bezuinigingen vinden. Nog meer klagen lijkt zinloos. Los van de wenselijkheid van de door Den Haag gewenste rationalisatie, doen deinstellingen er verstandig aan om zich niet langer in te graven en de discussie over dit hete hangijzer aan te gaan.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.