Onderwijs

Betere medezeggenschap

De positie van de medezeggenschap is verbeterd met de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Dat stelt het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). De WHW is dinsdag 4 februari aangenomen door de Eerste Kamer.

Volgens het ISO draagt medezeggenschap positief bij aan een goed bestuur, de kwaliteit van het onderwijs en draagvlak onder studenten. Wel betreurt het ISO dat de voorwaarden rondom de collegegelden voor de tweede studie niet in de wet zijn opgenomen.

Verruiming

Het ISO is zeer tevreden met de verruiming van de rechten voor de medezeggenschap. Met name het adviesrecht op het instellingscollegegeld en het instemmingsrecht op het profileringfonds hebben een duidelijke meerwaarde, vinden de verenigde studentenorganisaties. Door middel van het profileringfonds kunnen bijvoorbeeld bestuurlijk actieve studenten (financieel) worden ondersteund.

Over de invulling en vormgeving van medezeggenschap bestaan verschillende inzichten. Het ISO vindt dat er een duidelijke scheiding moet zijn tussen het uitvoerende orgaan (college van bestuur), het toezichthoudende orgaan (raad van toezicht) en de medezeggenschap. Zo kunnen maatregelen en genomen beslissingen goed worden getoetst, omdat er tussen deze drie organen geen vage grenzen bestaan.

Assessor

Het ISO is daarom altijd kritisch geweest over het idee ‘studentassessor’ om de medezeggenschap versterken. Er zijn weliswaar praktijkvoorbeelden waarbij het inzetten van een raadgevende student goed blijkt te werken en dat juicht het ISO toe. Het ISO is alleen geen voorstander om dit in de wet te regelen, want medezeggenschap gebeurt op basis van vertrouwen en strookt niet met een wettelijk voorgeschreven assessor.

Volgens het ISO is het nu al mogelijk om in samenspraak met het cvb een studentassessor in te stellen, dus als een medezeggenschapsraad dit graag wil, dan kan dit in overleg altijd nog geregeld worden. In plaats van de assessor heeft minister Plasterk toegezegd het initiatiefrecht voor medezeggenschapsraden uit te breiden. Dit is iets waar het ISO zich altijd voor heeft ingezet en het zal dit ook blijven doen.

Collegegeld

Wat betreft het instellingscollegegeld voor tweede studies lijkt de storm tijdelijk te zijn gaan liggen: door een drie jaar durende subsidieregeling hebben ook de HBO-raad en de VSNU aangegeven zich aan het bekostigingsakkoord uit 2007 te houden.

Hierin staat dat studenten die tijdens hun eerste studie (bachelor of master) aan hun tweede studie beginnen, het recht op het wettelijke (lage) collegegeld behouden. Echter, voor de studenten voor wie wel het instellingscollegegeld geldt, is het van groot belang dat de studentmedezeggenschap hier adviesrecht over heeft. Dit laatste is nu dus ook het geval.

Naam: Stefan de Kok (25)
Nationaliteit:
Nederlandse
Promotor:
Prof.dr. J.T. Pronk (Technische Natuurwetenschappen)
Onderwerp:
Verbeteren van melkzuurproductie in bakkersgis
Tussenstand:
Anderhalf jaar achter de rug

“Ik wil bakkersgist effectiever melkzuur laten produceren. Melkzuur is de grondstof voor het bioplastic polymelkzuur, dat onder meer in koffiebekertjes wordt verwerkt. Bioplastics zijn duurzaam: ze zijn biologisch afbreekbaar en voor de productie ervan heb je geen olie nodig, maar bijvoorbeeld maïs.
Melkzuur (lactaat) wordt al op industriële schaal geproduceerd, maar dan met behulp van melkzuurbacteriën. Een groot nadeel van dit productieproces is dat per kilo lactaat een kilo gips als bijproduct wordt gevormd. De bacteriën gedijen bij neutrale pH, maar door de vorming van melkzuur verzuurt het medium. Het continu toevoegen van een base gaat deze verzuring tegen. Om lactaat vervolgens te zuiveren voegt men een zuur toe, met als gevolg gipsvorming. Op de huidige schaal kan de industrie dat gips nog wel kwijt. Maar door de groeiende interesse in bioplastics zal de melkzuurproductie waarschijnlijk toenemen, waardoor we met overtollig gips opgescheept zullen zitten.
Melkzuur door bakkersgist laten produceren is aantrekkelijker. Gist kan namelijk bij lage pH groeien, waardoor je veel minder gips als bijproduct krijgt. Als er geen zuurstof aanwezig is, maakt bakkersgist van nature geen melkzuur aan maar alcohol. De sectie industriële microbiologie heeft een giststam gemaakt waarin het gen voor melkzuurproductie is ingebouwd en de genen voor alcoholproductie zijn verwijderd. Helaas blijkt deze gist niet te groeien in afwezigheid van zuurstof. De grote vraag is: waarom niet?
Aan mij de taak om deze vraag te beantwoorden. Daarnaast werk ik aan strategieën om het probleem te omzeilen, zodat de gist toch kan groeien. Tot nu toe heb ik vooral nieuwe giststammen ontworpen: met moderne DNA-technieken heb ik bepaalde genen ingebouwd of uitgeschakeld. Ik ga binnenkort testen hoe goed deze stammen het doen, het wordt een spannende tijd. In het ideale scenario zal ik in de resterende jaren van mijn promotie uitvinden waardoor die gist niet kan groeien zonder zuurstof en zal het me lukken bakkersgist melkzuur te laten maken zonder beluchting.
Mijn project wordt gefinancierd door het bedrijf Tate & Lyle Ingredients. Als ik resultaten heb, heeft dit bedrijf een half jaar de tijd om patenten aan te vragen. Daarna mag ik mijn data wereldkundig maken en publiceren. Voor die tijd kan ik helaas niet in details treden over mijn aanpak en resultaten.
Ik heb mezelf beloofd na mijn promotieonderzoek een paar jaar het bedrijfsleven in te gaan. Daarna kan ik beslissen of ik terugkeer naar de universiteit of niet. Wel wil ik met industriële biotechnologie bezig blijven, daar ligt toch mijn passie.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.