Campus

Beraadslaging over fossiele banden TU: ‘Ik heb mijn mening bijgesteld’

Met een beraadslaging probeerde de TU Delft op 5 april de meningen over de fossiele banden van de universiteit op een rijtje te zetten. Is dat gelukt?

Panelleden kregen stellingen voorgelegd over de TU-banden met de fossiele industrie. (Foto: Thijs van Reeuwijk)

De energietransitie is onmogelijk zonder hulp van de fossiele industrie. En, als de fossiele industrie de TU nodig heeft om hun werk duurzaam te maken, dan is het onze taak om samen te werken.

Met acht van dergelijke stellingen probeerden medewerkers en studenten van de TU Delft woensdagmiddag 5 april inzicht te krijgen in de mening van de TU-gemeenschap over samenwerken met de fossiele industrie. De stellingen waren in eerste instantie bedoeld voor twee groepen met in totaal negen panelleden. Daarnaast kon het publiek via een online poll meestemmen en af en toe meepraten via een microfoon die door de zaal ging. Wetenschapsjournalist Geert Maarse was moderator.

Van tevoren wilde medeorganisator en hoogleraar klimaatonderzoek prof.dr.ir. Herman Russchenberg één ding benadrukken met een gedragscode: het is oké om het oneens te zijn, maar niet om elkaars mening af te keuren.

Het panel bestond onder andere uit universitair hoofddocent ondergrondse opslag dr. Hadi Hajibeygi, hoogleraar koolstofarme systemen prof.dr.ir. Andrea Ramirez Ramirez en student systems and control en End Fossil-lid Emre Gökalan. Zij hadden uiteenlopende meningen over de uiteindelijke hoofdvraag die boven de beraadslaging hing: moet de universiteit samenwerken met de fossiele industrie?

‘Het blijft een complexe vraag’

Natuurlijk, zei Hajibeygi, heeft ‘de fossiele industrie ook fouten gemaakt in het verleden’. “Maar als er iemand naar je toe komt en zegt ‘ik heb fouten gemaakt, maar ik wil nu mijn best doen’, zou je diegene dan niet helpen? Het doorbreken van de banden met de fossiele industrie is het zwakste wat we op zo’n moment kunnen doen.”

Gökalan wilde daar niets van weten. “Het is echt te naïef om te denken dat de fossiele industrie radicaal wil veranderen”, zei hij. “Als ze dat echt willen, waarom zijn ze dan niet al begonnen?” Applaus volgde vanuit de zaal.

Ramirez Ramirez was genuanceerder. “Theoretisch kunnen we zonder de fossiele industrie, maar hebben we daar genoeg tijd voor?” Zij ziet het meest in samenwerking onder andere wetgeving, zodat fossiele bedrijven wel mee blijven doen aan de energietransitie, maar op voorwaarden die de overheid stelt.

Tegen het einde van de beraadslaging kwam het publiek uitgebreider aan bod. Daarbij rees de vraag: zou de TU Delft niet met andere universiteiten, landelijk en Europees één lijn moeten trekken wat de fossiele banden betreft? Het standpunt kreeg bijval vanuit de zaal en ook Russchenberg noemde het een interessante kwestie om te onderzoeken.

Moderator Geert Maarse wilde van rector magnificus en toehoorder prof.dr.ir. Tim van der Hagen horen of hij anders is gaan denken over het fossiele vraagstuk. “Het blijft een complexe vraag en we zullen deze discussie voortzetten”, wilde hij erover kwijt.

Panellid en universitair docent vloeistof-gesteente-interactie dr. Anne Pluymakers zei aan het einde iets te hebben opgestoken van de beraadslaging. “Ik heb mijn mening bijgesteld en denk dat we best een beetje activistischer mogen zijn.”

Wetenschapsredacteur Rob van der Wal

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

K.S.vanderWal@tudelft.nl

Comments are closed.