Campus

Barbaar

Vorige week, in vak HC van Ahoy.In de verte een kleine dikkerd, zwarte hoed, donkere bril. Hij schrijft zijn teksten met het rijmwoordenboek.

In zijn vrije tijd maakt hij reclame voor knakworstjes.

Inderdaad, ik ben bij een concert van Andre Hazes geweest.

Met z’n duizenden zwaaiden we langzaam met de armen heen en weer, aansteker in de hand. We zongen ons schor: ,,Want sij gelóóóft in mij. Sij siet toekomst in ons ááállebei.”

Ik geef het toe: ik ben een cultuurbarbaar. Gaap in elk museum, zing mee met iedere klapper-van-de-week. Begrijp niets van abstracte kunst en drink mijn bier het liefst uit plastic festivalbekers.

Pulp, ik ben een slaaf van pulp. Dit is niet iets waar ik trots op ben. Vaak heb ik geprobeerd te minderen. Dan nam ik me voor een Hollywoodfilm midden in de happy end scène uit te zetten. Maar terwijl mijn verstand zegt: ‘Dit is zó’n goedkope tranentrekkerij’, breekt mijn hart en vecht ik tegen mijn tranen. En zo blijft RTL mijn netvlies vullen en Sky Radio mijn oren prikkelen.

Om toch enigszins voor intellectueel door te kunnen gaan, bezocht ik een avond na Hazes de Rotterdamse Schouwburg. Het stuk heette Tragbar en speelde in de studio; een kleine ruimte waar alleen de hipste olijvenknabbelaars en brillen-met-zwart-montuur-dragers worden binnengelaten. Het was een monoloog van een uur. In het Duits.

Op het podium een masturberend meisje. Ze schreeuwt tegen haar koelkast en tegen haar antwoordapparaat. Ik begrijp er niets van.

Stilletjes pak ik het A5-je dat mij voor aanvang van de voorstelling is uitgereikt. Ik lees: ,,Isolation von allem Sozialen… Erfolgreich und unglücklich… Lebensmüdigkeit.”

Spontaan denk ik aan het refrein van de vorige avond: ,,Voor mij geen slingers aan de wand…”

Het Duitse meisje duwt in de slotscène haar neus op een draaiende grammofoonplaat. Een snikkende Hazes tolkt in mijn hoofd: ,,Niemand ziet dat ik mij eenzaam voel. Ik slenter maar door zonder plannen of doel.”

Ik dep mijn ogen droog en geef haar een staande ovatie.

Vorige week, in vak HC van Ahoy.

In de verte een kleine dikkerd, zwarte hoed, donkere bril. Hij schrijft zijn teksten met het rijmwoordenboek. In zijn vrije tijd maakt hij reclame voor knakworstjes.

Inderdaad, ik ben bij een concert van Andre Hazes geweest.

Met z’n duizenden zwaaiden we langzaam met de armen heen en weer, aansteker in de hand. We zongen ons schor: ,,Want sij gelóóóft in mij. Sij siet toekomst in ons ááállebei.”

Ik geef het toe: ik ben een cultuurbarbaar. Gaap in elk museum, zing mee met iedere klapper-van-de-week. Begrijp niets van abstracte kunst en drink mijn bier het liefst uit plastic festivalbekers.

Pulp, ik ben een slaaf van pulp. Dit is niet iets waar ik trots op ben. Vaak heb ik geprobeerd te minderen. Dan nam ik me voor een Hollywoodfilm midden in de happy end scène uit te zetten. Maar terwijl mijn verstand zegt: ‘Dit is zó’n goedkope tranentrekkerij’, breekt mijn hart en vecht ik tegen mijn tranen. En zo blijft RTL mijn netvlies vullen en Sky Radio mijn oren prikkelen.

Om toch enigszins voor intellectueel door te kunnen gaan, bezocht ik een avond na Hazes de Rotterdamse Schouwburg. Het stuk heette Tragbar en speelde in de studio; een kleine ruimte waar alleen de hipste olijvenknabbelaars en brillen-met-zwart-montuur-dragers worden binnengelaten. Het was een monoloog van een uur. In het Duits.

Op het podium een masturberend meisje. Ze schreeuwt tegen haar koelkast en tegen haar antwoordapparaat. Ik begrijp er niets van.

Stilletjes pak ik het A5-je dat mij voor aanvang van de voorstelling is uitgereikt. Ik lees: ,,Isolation von allem Sozialen… Erfolgreich und unglücklich… Lebensmüdigkeit.”

Spontaan denk ik aan het refrein van de vorige avond: ,,Voor mij geen slingers aan de wand…”

Het Duitse meisje duwt in de slotscène haar neus op een draaiende grammofoonplaat. Een snikkende Hazes tolkt in mijn hoofd: ,,Niemand ziet dat ik mij eenzaam voel. Ik slenter maar door zonder plannen of doel.”

Ik dep mijn ogen droog en geef haar een staande ovatie.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.