Campus

Aviation Design voor comfortabel vliegen

Lang wachten op vliegvelden, sjouwen met koffers, krap zitten in vliegtuigen, worstelen met zittend slapen: reizen met het vliegtuig is voor veel mensen een noodzakelijk kwaad vergeven van de ongemakken. Dat is koren op de molen van de faculteit Industrieel Ontwerpen.

“Van economy vliegen word je niet vrolijk.” Voor universitair docent designing user-centered organizations Christine De Lille is dat meer dan alleen een persoonlijke ervaring. Het betekent werk voor haar faculteit Industrieel Ontwerpen (IO). Die heeft, sinds de professoren Sicco Santema (voorheen ook Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) en Peter Vink (ergonoom) elkaar daar een aantal jaren geleden vonden, al tientallen projecten gedaan voor vliegtuigbouwers, vliegvaart-maatschappijen en interieurbedrijven. Het leverde bachelorprojecten op, afstudeerscripties, proefschriften en wetenschappelijke publicaties.


Het boekje ‘Aviation Design’ laat zien wat er aan de faculteit de afgelopen jaren is gedaan om het leven van passagiers, maar ook dat van luchthavenpersoneel en stewardessen, te verbeteren. Van comfortabeler stoelen in het vliegtuig tot een betere afhandeling van handbagage, van het vergroten van de privacy aan boord tot het ontwerpen van een modulaire trolley voor stewardessen. Wat te denken van virtual reality als middel om passagiers een gevoel van ruimte en ontspanning te bezorgen? Of van game chairs waarin reizigers door bewegingen te maken games spelen en daardoor fitter op hun eindbestemming aankomen?


Meerwaarde IO


Bij het zoeken naar dit soort oplossingen staat de gebruiker centraal en juist daar bewijst IO haar meerwaarde, aldus De Lille. “R&D-afdelingen van luchtvaartbedrijven denken vaak binnen bestaande keurslijven. Dat komt onder meer doordat de industrie heel veiligheid-gedreven is. Dat maakt veranderen moeilijk. En als ze willen veranderen, dan denken ze vanuit de techniek. Wij denken vanuit de passagier. Wat wil die en met welke techniek kunnen we dat voor elkaar krijgen?”


Het boekje Aviation Design is bedoeld om mogelijke industriële partners voor samenwerking te interesseren. Dat lukt volgens De Lille steeds beter. Ze noemt een reeks bedrijven waarmee IO samenwerkt die inderdaad indrukwekkend klinkt: onder meer KLM, AeroMexico, Transavia, Schiphol, Zodiac, B/E Aerospace, Scarabee, Boeing, Airbus, Emirates en Vanderlande. “En we worden overal gevraagd als sprekers. Op beurzen in Amsterdam, Keulen, Shanghai, Saoedi-Arabië en Las Vegas.”


De TU leidt ook het door de Europese Commissie gefinancierde onderzoeksproject PASSME. Dat heeft tot doel de reistijd van passagiers tussen twee Europese vliegvelden met minstens een uur te verkorten van het moment dat ze bij vliegveld één binnenkomen totdat ze bij vliegveld twee de deur uitlopen. De twaalf partners zoeken de antwoorden in betere en gepersonaliseerde informatievoorziening en het aanpassen van luchthavens en vliegtuigen voor een aangenamere reis.


Alleenreizende kinderen


Over informatievoorziening gesproken: een oplossing voor alleenreizende minderjarigen, bedacht door afstudeerder Marga Uña Borràs, wordt binnenkort daadwerkelijk uitgevoerd door opdrachtgever KLM.


Alleen al bij die luchtvaartmaatschappij reizen soms vierhonderd kinderen per dag zonder begeleiding van een volwassene, vaak mét overstap. De Lille: “Dat was slecht geregeld, met veel papier. Ouders wisten niks over hun kind tussen inchecken en aankomst. Ze stonden doodsangsten uit.” Uña Borràs’ oplossing bestaat uit een app in combinatie met een polsbandje met identificatiefunctie en locatie-detectie. Als ouders én kind de app installeren maakt dat communicatie mogelijk. En het kind heeft meteen een digitale reisbuddy.


Het klinkt mooi, al die bij IO bedachte oplossingen voor herkenbare problemen. De vraag is: willen passagiers ervoor betalen? Wint de laagste prijs uiteindelijk niet toch? Nee, zegt De Lille. “Prijs is niet voor iedereen het belangrijkste. Zestig procent van alle passagiers bestaat uit frequent flyers, mensen die vliegen voor hun werk. Hun werkgever heeft er wel iets voor over als zij fitter op hun bestemming aankomen.”


En duurzaamheid, hoe zit het daarmee? Leidt al dat comfort niet alleen maar tot meer vliegbewegingen terwijl we minder zouden moeten vliegen? Volgens Vink kunnen duurzaamheid en comfort samengaan. “Dat is één van de onderwerpen waar we ons bij IO op richten. Stoelen kunnen tot vijf kilo lichter worden, maar ook trolleys en in flight entertainment-schermen. Iedere kilo minder bespaart honderd liter kerosine per jaar. Een stoel van vijf kilo minder in een vliegtuig met driehonderd stoelen, dat tikt behoorlijk aan. En dit kan terwijl tegelijkertijd het comfort verbetert.”

Nepramen
Nepramen

Doordat mensen meer handbagage meenemen, blijft het ruim deels leeg. Wat te doen met die loze vierkante meters? Afstudeerder Hayagreev Narayan onderzocht voor interieurbouwer Zodiac of het mogelijk is om de laadruimte zó om te bouwen dat er passagiers kunnen zitten. Hij moest vooral een antwoord zien te vinden op het probleem dat mensen contact willen hebben met buiten. Ramen zijn er immers niet. Zijn lichtprojecties op de zijwanden geven het idee van ramen.


 


Hoogleraar Peter Vink denkt dat het in flight entertainment-scherm (IFE) ook een oplossing biedt. “Interessant is dat in veel vliegtuigen de schuifjes voor de ramen dicht gaan en mensen via de IFE naar buiten kunnen kijken. Dat vindt een deel van de reizigers prima. Een ander deel wordt echter claustrofobisch zonder ramen. Dat betekent dat je reizigers de keuze moet laten of ze beneden in het ruim willen zitten.”

Handbagage kiosk
Handbagage kiosk

Je handbagage meenemen in het vliegtuig scheelt vooral na aankomst veel tijd. Geen gewacht meer bij de bagageband, of erger nog: koffers die kwijt zijn. Luchtvaartmaatschappijen willen niet dat te grote koffers meegaan in de cabine. De bergruimte daar is immers beperkt. Afstudeerder Elise de Kok ontwierp voor KLM deze Hand Luggage Kiosk. De passagier zet er vóór het incheck-en zijn koffer in en weet meteen of die bij hem mag blijven of dat hij het bagageruim in moet.


 

Hyperspace
Hyperspace

Passagiers hebben nauwelijks ruimte om zich te bewegen en de trend naar steeds kleinere stoelen zal het comfort alleen maar verminderen. Binnen het Europese project Virtual Reality Hyperspace deden negen onderzoeksinstituten en universiteiten, waaronder de TU Delft, samen met vliegtuigbouwer Airbus onderzoek naar het gebruik van virtual reality en mixed reality om reizigers het gevoel te geven dat ze veel meer ruimte hebben. Het project eindigde in 2014.


 

Ontmoetingsplekken
Ontmoetingsplekken

Afstudeerder Yu Ting Christina Wang mocht voor Airbus het interieur ontwerpen van het vliegtuig van de toekomst. Haar concept gaat uit van het idee dat mensen in de samenleving met elkaar in verbinding staan en groepen vormen. In de vliegtuigen van nu zitten passagiers echter kriskras door elkaar zonder mogelijkheid om anderen op te zoeken. Wang denkt dat het welbevinden stijgt als dat wel kan, in bars of relaxruimtes.


 

Hoofdsteun
Hoofdsteun

Zittend slapen is voor velen een crime. Zo gauw je in slaap valt, ontspannen je nekspieren, valt je hoofd abrupt naar voren en ben je weer wakker. Deze hoofdsteun van afstudeerder Manon Kühne is een hangmat voor het hoofd, dat nergens meer heen kan als spieren ontspannen. Het ontwerp won in april de Crystal Cabin Award 2016, ‘een soort Oscar voor vliegtuiginterieuren’, aldus Peter Vink. Het ontwerp wordt nu ‘verder geoptimaliseerd’, zodat Zodiac Aerospace US het in productie kan nemen.


 

Hoofdredacteur Saskia Bonger

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

s.m.bonger@tudelft.nl

Comments are closed.