Campus

Apps – Niet leuker, wel makkelijker

Belastingaangifte al gedaan? Nee? Mooi. Kun je daar nog handig even een app bij inzetten.
Ja ja, het moet eígenlijk voor 1 april, die belastingaangifte. Maar ja, het is zo’n gedoe en achteraf heb je altijd het gevoel dat je toch nog zaken hebt laten liggen.

Nou, dat klopt ook. Studenten lopen jaarlijks tussen de 52 en 78 miljoen euro mis doordat ze geen belastingaangifte doen of belangrijke aftrekposten over het hoofd zien, blijkt uit onderzoek. Daarop presenteerde MaxYourTax, een belastingadviesbureau voor en door studenten, vorige week een app waarmee studenten eenvoudig belastingaangifte kunnen doen – én eindelijk geld terugkrijgen. In een tijd waarin de overheid zo kort op studeren, wel zo eerlijk, vindt oprichter Marko Groen. Er zit natuurlijk een addertje onder het gras. Want jíj bent met het invoeren van je gegevens in de app dan wel klaar, MaxYourTax gaat er volgens mee aan het rekenen. Dat kost je uiteindelijk €17,50 bij een teruggave van minimaal €20,-. Maar dat levert behalve tijd- en frustratiebesparing altijd nog meer op dan wanneer je door je eigen laksheid niks terugkrijgt.


Waarom niet meteen besparen op je waterrekening? Door een minuut korter per dag te douchen, houd je al tientallen euro’s per jaar over. De app ShowerTimer start automatisch als de douche aangaat, stopt wanneer hij uit gaat en knippert met geluid wanneer het tijd is om af te spoelen. Ook geeft hij de liters verbruikt water en bijbehorende kosten aan. Goed voor de bewustwording, maar je moet je telefoon er wel eerst omslachtig op instellen. Bovendien vraagt het een dure, waterdichte hoes om ervoor te zorgen dat je telefoon niet het loodje legt tijdens je douchefestijn. En zo spoel je je hele besparing zó weer door het doucheputje.

Wat is ‘civiel in ontwikkeling’?
“Dat is een commissie van Gezelschap Practische Studie. Civiel in ontwikkeling is voortgekomen uit African Case Studies, waarbij je oplossingen kon bedenken voor problemen in Afrika. Later verbreedde zich dat en kon je ook nadenken over bijvoorbeeld overstromingen in Bangladesh. Elke keer als daar een overstroming is geweest, bouwen mensen hun huis opnieuw, maar als je ze geld geeft voor een dijk of een dam kost het ze uiteindelijk minder.”

Waarom dit initiatief?
“Civiele techniek is een studie waar je wat mee kunt in het buitenland. Denk aan watermanagement en drinkwatervoorzieningen. In Afrika en Zuidoost-Azië is er een probleem om schoon drinkwater te krijgen. Denk ook aan dijken of dammen bouwen in Bangladesh. In Afrika staan rivierbeddingen de helft van de tijd droog, maar soms stroomt er ook weer te veel water. Irrigatie in de landbouw is belangrijk en ook de wegenbouw, om de bereikbaarheid te vergroten. We willen bij studenten onder de aandacht brengen hoe gemakkelijk je al iets bij kunt dragen en hoe spannend en interessant dat is.” 

Hoe gaan jullie dat aanpakken?
“We houden van maandag 9 mei tot en met donderdag 12 mei een ‘week van ontwikkeling’ in het pand van civiele techniek. Thema is The white man’s burden. Oud-minister Jan Pronk geeft op maandag een lezing in een tent voor de aula. Op dinsdag 10 mei hebben we twee case studies. Een daarvan is van Artsen zonder Grenzen over de vraag hoe je medische hulp kunt bieden aan landen die dat acuut nodig hebben. Woensdag 11 mei is er een lezingenreeks met onder meer Amref Flying Doctors over watermanagement in Kenia. Donderdag 12 mei sluiten we af met een debat over ontwikkelingssamenwerking.” 

Vanwaar ‘The white man’s burden’?
“Westerlingen denken dat zij de problemen in ontwikkelingslanden moeten oplossen, terwijl dat misschien niet zo is. Hebben ze onze hulp wel nodig? Moet het wel op een blanke manier? Moet het niet anders? Met technische kennis kun je veel, maar je moet culturele verschillen niet vergeten. Een voorbeeld is het houden van een siësta als er sprake is van hitte.”

Wat doe jij zelf aan ontwikkeling?
“Ik heb de eerste negen jaar van mijn leven in Zambia, Nicaragua en Bhutan gewoond. Mijn ouders deden aan ontwikkelingshulp in de landbouw. Tijdens een reis in India heb ik twee weken lesgegeven aan kinderen, maar ik voelde me erg nutteloos. Ik zocht ze ’s ochtends tussen zes en zeven uur op bij een station in Calcutta, nam ze mee naar een fontein en liet ze daar hun tanden poetsen. Daarna wilde ik lesgeven, maar ik kende alleen Engels en zij niet. Ook wist ik niet hoe ik les moest geven. Toen kwam bij mij het besef: zonder kennis kun je niks.”

www.ps.tudelft.nl/cio

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.