Opinie

Anti-allochtoon

Een goed principe is om je ergens bij neer te leggen zolang je geen beter alternatief hebt. Zodoende heb ik tot nu toe ‘allochtoon’, een onbruikbaar, stigmatiserend woord, getolereerd.

Volgens Van Dale uit het jaar 1987 is een allochtoon iemand die zelf, of van wie een van zijn ouders, buiten Nederland is geboren. Maar een Duitser, Spanjaard of Amerikaan wordt nooit allochtoon genoemd. Een latere versie van Van Dale uit 1996 heeft, waarschijnlijk op basis van de bovengenoemde constatering, de definitie aangepast: iemand die afkomstig is uit een niet-rijk land.

Hoe men het rijkheidgehalte van een land bepaalt en hoe het zover is gekomen dat de wereld verdeeld moet worden in rijk en niet rijk, is een grote vraag; het loopt dus weer spaak. Misschien moeten we Van Dale, uit pragmatische overwegingen, vragen de definitie nogmaals aan te scherpen naar huids- of haarkleur. Ironisch genoeg is dit woord ooit verzonnen om het woord vreemdeling te mijden vanwege de negatieve ondertoon.

Maar waarom zouden we eigenlijk een dergelijk onderscheid moeten maken? Waarom zouden we de samenleving moeten verdelen over twee grote kooien? Dat het nodig is voor maatschappelijke analyses vind ik een non-argument, want Chinezen en Algerijnen verschillen wel degelijk van elkaar. Dus, bij het stoppen van de hele groep in een kooi, genaamd allochtoon, is niemand gebaat. Louter het feit dat iemand buiten Nederland is geboren, of het nu wel of geen rijk land is, verklaart geenszins zijn gedrag; gedrag is namelijk een onderdeel van je persoonlijkheid. Evenmin leent de verzamelnaam ‘autochtoon’ zich voor een maatschappelijke analyse, want volkeren verschillen ook onderling.

Over de wenselijkheid van het gebruik van dit mensen uit elkaar drijvende begrip, heb ik ook mijn twijfels. Wanneer je voortdurend verschillen blijft benadrukken, vergroot je daarmee de kloof. Maar, als je uitgaat van de overeenkomsten % en neem van mij aan dat mensen véél meer overeenkomsten hebben, ongeacht waar ze geboren zijn % laat je de eensgezindheid de boventoon voeren. En de verschillen moeten er ook zeker zijn, want die creëren ruimte voor groei en ontwikkeling.

Deze twee kooien, allochtoon en autochtoon, varen op de stromen van politiek en maatschappelijke conventies. De stromen bepalen in hoeverre en wanneer de afstand tussen de kooien verandert. Wanneer mensen die in de kooien zitten pogingen doen om dichterbij elkaar te komen, door hun hand tussen de tralies door naar elkaar uit te strekken % en dat moet de integratie voorstellen % komen de kooien wel eens tegen de stroom in dichterbij elkaar, maar de stroom is krachtiger en drijft ze weer uit elkaar. Immers, je hoort in een van de twee kooien thuis; eenmaal een buitenstaander, altijd een buitenstaander.

Dus, om wezenlijke veranderingen te bewerkstelligen in de samenleving, moeten allereerst de kooien worden ontdaan van slot en grendel. Laat mensen vrijuit zwemmen en zelf kiezen welke kant uit. Geen overbodige opdeling van de samenleving en geen stigmatiserende benamingen. Ban ‘allochtoon’ uit het Nederlands, schrap het in alle woordenboeken! Teruggaan naar vreemdeling? Ben ik ook niet voor. Wat dan, buitenlander? Ook niet. Wat is er mis met mens en medemens? Weg met alle kooien!

Behnam Taebi studeert materiaalkunde aan de TU Delft en is fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Delft

Een goed principe is om je ergens bij neer te leggen zolang je geen beter alternatief hebt. Zodoende heb ik tot nu toe ‘allochtoon’, een onbruikbaar, stigmatiserend woord, getolereerd. Volgens Van Dale uit het jaar 1987 is een allochtoon iemand die zelf, of van wie een van zijn ouders, buiten Nederland is geboren. Maar een Duitser, Spanjaard of Amerikaan wordt nooit allochtoon genoemd. Een latere versie van Van Dale uit 1996 heeft, waarschijnlijk op basis van de bovengenoemde constatering, de definitie aangepast: iemand die afkomstig is uit een niet-rijk land.

Hoe men het rijkheidgehalte van een land bepaalt en hoe het zover is gekomen dat de wereld verdeeld moet worden in rijk en niet rijk, is een grote vraag; het loopt dus weer spaak. Misschien moeten we Van Dale, uit pragmatische overwegingen, vragen de definitie nogmaals aan te scherpen naar huids- of haarkleur. Ironisch genoeg is dit woord ooit verzonnen om het woord vreemdeling te mijden vanwege de negatieve ondertoon.

Maar waarom zouden we eigenlijk een dergelijk onderscheid moeten maken? Waarom zouden we de samenleving moeten verdelen over twee grote kooien? Dat het nodig is voor maatschappelijke analyses vind ik een non-argument, want Chinezen en Algerijnen verschillen wel degelijk van elkaar. Dus, bij het stoppen van de hele groep in een kooi, genaamd allochtoon, is niemand gebaat. Louter het feit dat iemand buiten Nederland is geboren, of het nu wel of geen rijk land is, verklaart geenszins zijn gedrag; gedrag is namelijk een onderdeel van je persoonlijkheid. Evenmin leent de verzamelnaam ‘autochtoon’ zich voor een maatschappelijke analyse, want volkeren verschillen ook onderling.

Over de wenselijkheid van het gebruik van dit mensen uit elkaar drijvende begrip, heb ik ook mijn twijfels. Wanneer je voortdurend verschillen blijft benadrukken, vergroot je daarmee de kloof. Maar, als je uitgaat van de overeenkomsten % en neem van mij aan dat mensen véél meer overeenkomsten hebben, ongeacht waar ze geboren zijn % laat je de eensgezindheid de boventoon voeren. En de verschillen moeten er ook zeker zijn, want die creëren ruimte voor groei en ontwikkeling.

Deze twee kooien, allochtoon en autochtoon, varen op de stromen van politiek en maatschappelijke conventies. De stromen bepalen in hoeverre en wanneer de afstand tussen de kooien verandert. Wanneer mensen die in de kooien zitten pogingen doen om dichterbij elkaar te komen, door hun hand tussen de tralies door naar elkaar uit te strekken % en dat moet de integratie voorstellen % komen de kooien wel eens tegen de stroom in dichterbij elkaar, maar de stroom is krachtiger en drijft ze weer uit elkaar. Immers, je hoort in een van de twee kooien thuis; eenmaal een buitenstaander, altijd een buitenstaander.

Dus, om wezenlijke veranderingen te bewerkstelligen in de samenleving, moeten allereerst de kooien worden ontdaan van slot en grendel. Laat mensen vrijuit zwemmen en zelf kiezen welke kant uit. Geen overbodige opdeling van de samenleving en geen stigmatiserende benamingen. Ban ‘allochtoon’ uit het Nederlands, schrap het in alle woordenboeken! Teruggaan naar vreemdeling? Ben ik ook niet voor. Wat dan, buitenlander? Ook niet. Wat is er mis met mens en medemens? Weg met alle kooien!

Behnam Taebi studeert materiaalkunde aan de TU Delft en is fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Delft

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.