Wetenschap

Ankle scan wins Imtech/UfD grant

What are the smallest ankle injuries that ultrasound can detect? This BSc project was among the five winners of the Imtech/University Fund Bachelor’s awards, which will be presented next Monday.


A wrong step, a bad landing, or skating or biking accidents that often result in sprained ankles. Painful, temporarily disabling, but mostly without long-term consequences, unless the injury has caused a hidden fracture in the ankle bone or ‘talus’. In that case, the ankle will not spontaneously recover without extensive rest, or even surgical intervention may be required. Such fractures are often only discovered long after the original injury, by expensive imaging techniques like MRI or CT. Wouldn’t it be nice, Dr Gabrielle Tuijthof thought, if an inexpensive ultrasound device could be used to inspect the sprained ankle and provide the right treatment.


A BSc student team (Elise Buiter, Thijs Bosma, Wouter Roobeek and Goof van de Weg at 3mE) set out to test the resolution of an ultrasound device in detecting defects in the talus (the bone between the leg and foot at the front of the ankle) as a pilot project. Their article, ‘Detection of osteochondral defects with ultrasound: a cadaveric pilot study’, describes how they drilled 4 millimetre deep holes of various diameters (0.7, 1.8 and 4.0 mm) in the talus of human ankle bones, covered these with flesh and skin, and then tried to detect the defects with ultrasound. “Working with human body parts was eerie at first,” admits Buiter, “but once the toes were covered, it became easier to concentrate on the task.”


The students found that almost all trained observers were able to detect 4 mm holes in the bone. Tinier holes were detected less frequently (75 percent of 1.7 mm and 25 percent of 0.8 mm holes). These results were encouraging enough to embark on a full study, which has been performed together with the Amsterdam Medical Centre.


The ankle scanner is one of five distinguished BSc studies, each of which will receive 2,000 euros. The others are:


  • ‘EchoStop’: Special music earplugs, by Eline van der Kruk (IDE);

  • ‘Clean drinking water in disaster areas; desinfecting with chloride’ by Martijn Sparnaaij (CEGS);

  • ‘City Cloud’ by Jos Kraaijeveld, Johan Laanstra and Tom Verhoeff (EEMCS);

  • ‘AcoustiCam: Low cost/High resolution acoustic camera’ by Maurice Boon, Maarten Debrouwere, Joris Domhof, Rick van der Groot, Jorg Hendriks, Anne Koelewijn, Kirk Scheper, Ewoud Smeur, Laura Uyttersprot and Jan Verwilligen.


Universiteitsfonds.tudelft.nl/?page_id=65

Naam: Ir. Susan van Bokhorst (34)
Woonplaats: Groningen
Verliefd/verloofd/getrouwd: Woont samen
Studie: Scheikundige technologie
Afstudeerrichting: Heterogene katalyse
Afstudeerjaar: 2001
Loopbaan: Al tijdens haar afstuderen wist ir. Susan van Bokhorst dat ze graag bij Akzo Nobel wilde werken. Maar eerst wilde ze nog even op reis. Haar reis door Mexico werd nog een beetje zonniger, toen ze per email hoorde dat ze erna bij Akzo kon beginnen. Tot 2005 werkte ze daar met veel plezier aan de nieuwste productietechnieken voor katalysatoren. Maar de liefde, die jaren eerder tijdens een stage in Madrid tussen haar en een Spanjaard was opgebloeid, lokte haar naar Groningen. Ze werkte er eerst bij ingenieursbureau Tebodin en nu, sinds 2,5 jaar, bij Gasunie. Daar adviseert ze iedereen binnen het bedrijf over bedrijfszekerheid. “Als een koekjesfabriek een paar dagen stil staat, is dat vervelend. Maar geen gas leveren, dat kan gewoon niet.”

Wie Groningen binnenrijdt, ziet meteen het markante gebouw van de Gasunie. Van buiten doet het, met zijn organische architectuur, denken aan een rotspartij met hier en daar een waterval van ramen. Eenmaal binnen in wat Groningers de ‘apenrots’ noemen, wacht ir. Susan van Bokhorst in de grote entree met veel planten. In de drukke kantine vertelt ze over haar loopbaan, die ze in Groningen opnieuw vorm moest geven. 

“Ik was hier twee keer eerder geweest, bij een nichtje dat in Groningen studeerde”, vertelt Van Bokhorst. Maar er gaan wonen, trok haar in eerste instantie niet zo. Ze had een baan bij Akzo Nobel in Amsterdam die haar goed beviel. Maar toen haar vriend werk kreeg bij de universiteit van Groningen, stond ze voor een keuze. “In eerste instantie wilden we in Zwolle gaan wonen, een beetje in het midden van onze werkplekken.”

Het aanbod van technische banen in Groningen leek haar niet groot. “Zeker niet in vergelijking met bijvoorbeeld Rotterdam”, zegt Van Bokhorst. “Maar je hebt de industrie in Delfzijl, en Gasunie en de Nam. Dus ik ben meegegaan. Ik heb gedacht dat het wel goed zou komen.”

En dat was ook zo. Van Bokhorst accepteerde al snel een baan bij ingenieursbureau Tebodin dat een vestiging in Groningen heeft. Dat kwam mooi uit, want op het salaris van de baan die ze op moest zeggen, kocht het stel een huis. “Ik had er toen alle vertrouwen in dat het goed zou komen, maar achteraf denk ik dat we het toen wel erg spannend hadden gemaakt.”

Spanning
Van Bokhorst en haar Spaanse vriend ontmoetten elkaar tijdens haar stage in Madrid. Beiden werkten ze aan heterogene katalyse, waarbij een katalysator in vaste vorm een chemisch productieproces moet versnellen. Op het Instituto de Catálisis y Petroleoquímica deelden ze een werkkamer. Pas aan het einde van de stage, tegen de kerst, ontstond de spanning tussen hen. Maar haar vriend vertrok voor de kerstdagen naar zijn ouders in Tenerife, zij ging terug naar Nederland. 

“In januari kwam hij naar Nederland”, vertelt Van Bokhorst. “Op het strand in Scheveningen vertelde hij dat hij verliefd was.” Tweeënhalf jaar reisden de twee iedere zes weken op en neer tussen Spanje en Nederland. Skype bestond nog niet, dus de studente Van Bokhorst had ook nog eens torenhoge telefoonrekeningen. “Dat ging gewoon zo”, relativeert ze. “De afstand was voor ons geen reden om te stoppen.”

Toen haar vriend na zijn promotie als postdoc ging werken in Delft, kwam hij op haar oude faculteit terecht. Toen dat traject was afgelopen, solliciteerde hij in Groningen. “We dachten dat het goed was voor hem om een keer te solliciteren om ervaring op te doen. Maar hij werd dus aangenomen”, zegt Van Bokhorst. “We zijn gegaan. Want voor hem is het, als Spanjaard, toch moeilijker om in Nederland aan de slag te kunnen. En dit was een goede kans.”

In het diepe
Bij ingenieursbureau Tebodin, haar eerste Groningse baan, bracht Van Bokhorst haar studie weer in de praktijk. “Ik maakte massabalansen en rekende aan pompen. Dat was precies wat ik geleerd had tijdens mijn studie”, vertelt ze, “maar het was niet echt iets voor mij.” Wat ze vooral jammer vond was dat ze de fabrieken waar ze aan rekende nooit meer te zien kreeg. 

Eerder was dat wel anders. In haar eerste baan in Amsterdam, bij Akzo Nobel Catalysts (het latere Albemarle), deed ze proeven in een fabriek voor katalysatoren in Houston. Er was een nieuwe techniek bedacht en Van Bokhorst moest testen of die techniek ook op grotere schaal dan op laboratoriumschaal werkte. “In plaats van een paar gram katalysator maken in een laboratorium, moest ik de proef opschalen naar een aantal kilo per uur in een pilot-plant-opstelling om uiteindelijk te kunnen bepalen of een fabriek met een capaciteit van een paar ton per uur ook zou gaan werken”, herinnert ze zich. “Toen had ik het niet zo door, maar ik ben behoorlijk in het diepe gegooid.”

De katalysator waar Van Bokhorst aan werkte is een soort ‘hagelslag’ van zwavel op een aluminium drager. Dat gaat in een reactor van een raffinaderij om daar een paar jaar zijn versnellende effect op het productieproces te hebben. Een fabriek in Houston moest uitgebreid en er mocht, vanwege Europese regels, minder zwavel in de katalysator. “Het drogen was de bottleneck in het proces. Dat wilden we verbeteren”, aldus Van Bokhorst die in Houston een nieuwe droogtechniek testte. “Gelukkig had onze techniek een goed resultaat.” 

Hoewel Van Bokhorst tijdens haar studie nog niet veel nadacht over het werk dat ze daarna wilde doen, wist ze tijdens haar afstuderen dat ze bij Akzo Nobel terecht wilde komen. Het aanbod om te promoveren sloeg ze af. “Ik wilde in een bedrijf werken.” Om te oefenen, solliciteerde ze ook bij andere bedrijven. Maar ze wilde Akzo en dat werd het. Terwijl ze met vrienden door Mexico reisde, kreeg ze een mail dat ze na haar vakantie kon beginnen. “Achteraf is het heel makkelijk gegaan.”

Topklasje
Na twee jaar bij Tebodin gewerkt te hebben, solliciteerde Van Bokhorst bij de Gasunie. Met succes. “Ik wilde niet in dertig jaar in dezelfde functie een specialist worden. Ik zoek afwisseling en wil ook iets anders kunnen doen dan techniek, bijvoorbeeld op een financiële afdeling.”

Nu zit ze in het topklasje van Gasunie, waarin iedere twee jaar rond de twaalf medewerkers extra opleiding krijgen als voorbereiding op een eventuele verdere carrière in het management. In het eerste jaar krijgen de deelnemers lessen over financiën en strategie op de universiteit van Groningen. “In het tweede jaar ligt het accent meer op de persoonlijke vaardigheden”, vertelt Van Bokhorst. “Ik vond het erg leuk dat ik gevraagd werd hieraan mee te doen.” 

Op welke functie ze er precies mee terecht wil komen, heeft Van Bokhorst nog niet uitgestippeld. “Je kunt wel van alles plannen, maar je weet toch niet hoe het loopt”, zegt ze. “Ik had ook nooit gedacht dat ik hier terecht zou komen.”

Als senior adviseur bedrijfszekerheid adviseert Van Bokhorst iedereen binnen Gasunie over bedrijfszekerheid. Zo gaf ze advies voor een te bouwen ketelhuis in de Botlek om gas, dat tijdens het transport is afgekoeld, weer tot de juiste temperatuur te verwarmen. “Kunnen de drie ketels in één gebouw, of moeten ze in drie gebouwen.” De laatste optie is duurder, maar in het geval van brand, is er minder kans dat de levering van het gas in gevaar komt. 

“Om die reden zetten we ook een extra ketel neer. Gasunie is in vergelijking met andere bedrijven heel conservatief”, legt Van Bokhorst uit. “Dat moet ook. Het kan niet zo zijn dat we geen gas kunnen leveren.” Van Bokhorst maakt de vergelijking met elektriciteit, treinen en water. “Daar gaat nog wel eens iets mis, maar dat mag natuurlijk eigenlijk niet.” Gasunie heeft zoveel extra zekerheden ingebouwd in de hele infrastructuur, dat er wel iets heel groots moet gebeuren wil de levering niet goed gaan, verzekert ze. “Dat is bijna onmogelijk, maar je kunt nooit nooit zeggen.” 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.