Opinie

Angelsaksisch model zet onderwijs op zijn kop

De TU moet een bachelor/masterstructuur voorzichtig en doordacht invoeren, betogen studentenbond VSSD en de studentenpartijen Aag en Oras.Een afgestudeerde van de TU Delft mag in plaats van zijn ingenieurstitel ook de mastertitel uit het Angelsaksische onderwijsmodel voeren.

Naar aanleiding van een internationale verklaring die minister Hermans vorig jaar heeft getekend, de Bolognaverklaring, is de TU nu bezig ook de andere titel uit het Angelsaksische model, de bachelorstitel, in te voeren. Dit zou betekenen dat de Delftse opleidingen in tweeën worden geknipt. Na drie jaar de bachelorstitel, twee jaar later de master. De TU wil zo spoedig mogelijk overgaan op dit model. Deze overgang brengt echter meer met zich mee dan een extra papiertje om aan je ouders te laten zien.

Allereerst wil de TU een voortgangseis stellen aan studenten voordat zij mogen beginnen aan de masterfase. Het getal dat nu genoemd wordt is 115 punten. Dit betekent dat je uit je eerste drie jaar maar 11 punten mag missen voordat je vierdejaars vakken mag volgen. Dit betekent voor veel studenten een flinke vertraging, aangezien bijna niemand nominaal loopt, en dus vakken uit meerdere jaren volgt.

Een bachelorsopleiding is in het Angelsaksische model echter een brede basisopleiding is, waarmee je ook aan een andere universiteit de masterfase kunt volgen. Zolang de bachelorsfase nog geen afgeronde opleiding is, is zo’n voortgangseis niet meer dan een blokkade.

De scheiding tussen bachelor en master is de logische plaats voor instroom van buiten de TU. Er zullen buitenlanders en hbo-ers instromen. Deze zullen slechts na strenge selectie worden toegelaten. Het is dus niet helemaal onlogisch om ook van TU-studenten te vragen een zekere voortgang geboekt te hebben voordat zij doorstromen, maar de huidige grens zal veel studenten in de problemen brengen.

Arbeidsmarkt

De TUD geeft net als de minister aan dat het niet de bedoeling is dat studenten na het behalen van hun bachelors uitstromen naar de arbeidsmarkt. Dit is echter niet een keuze die de minister of de TU kunnen maken. Als het bedrijfsleven TU-bachelors wil hebben dan zullen er studenten zijn die aan die vraag gehoor geven. Daar moet terdege rekening mee worden gehouden.

Doordat alle universiteiten hun eigen invulling geven aan de bachelor- en masteropleiding zal de waarde van een titel straks erg gaan afhangen van waar hij behaald is. Een TU-master zal anders gewaardeerd worden door de arbeidsmarkt dan een master uit Eindhoven of Enschede. Dit is jammer voor mensen die straks gaan afstuderen aan de slechtste TU, welke dat dan ook mag wezen. Het dwingt de universiteiten echter wel tot het leveren van kwaliteit. Studenten zullen eisen dat hun diploma zoveel mogelijk waard is ten opzichte van de andere universiteiten. Deze aandacht voor de kwaliteit van de ingenieursopleiding in zijn geheel kan een zeer positieve werking hebben op het onderwijs dat wij hier volgen. Gevaar is wel dat de beste straks ook de duurste wordt. Het is namelijk nog niet duidelijk hoe de bekostiging van de overheid er in de bachelor/masterstructuur uit zal gaan zien en of het collegegeld wel overal gelijk blijft. Een dure masteropleiding is onwenselijk, omdat dat eliteonderwijs tot gevolg heeft. Bovendien zal het de door de TU niet gewenste uitstroom van bachelors naar de arbeidsmarkt vergroten.

Er zijn nog veel vragen over de bachelor/ masterstructuur, maar geen enkele universiteit wil het risico lopen de boot te missen. Er wordt overal hard gewerkt aan het invoeren ervan. Wij vinden het goed dat de TU er grondig over nadenkt. Al te veel haast met het invoeren maakt de kans alleen maar groter dat het systeem later opnieuw moet worden aangepast. Niet overhaasten dus!

.aut Renee Wever, Debbie Bruinsma, Jan-Mark Vorstenbosch – Namens VSSD, Aag en Oras

De TU moet een bachelor/masterstructuur voorzichtig en doordacht invoeren, betogen studentenbond VSSD en de studentenpartijen Aag en Oras.

Een afgestudeerde van de TU Delft mag in plaats van zijn ingenieurstitel ook de mastertitel uit het Angelsaksische onderwijsmodel voeren. Naar aanleiding van een internationale verklaring die minister Hermans vorig jaar heeft getekend, de Bolognaverklaring, is de TU nu bezig ook de andere titel uit het Angelsaksische model, de bachelorstitel, in te voeren. Dit zou betekenen dat de Delftse opleidingen in tweeën worden geknipt. Na drie jaar de bachelorstitel, twee jaar later de master. De TU wil zo spoedig mogelijk overgaan op dit model. Deze overgang brengt echter meer met zich mee dan een extra papiertje om aan je ouders te laten zien.

Allereerst wil de TU een voortgangseis stellen aan studenten voordat zij mogen beginnen aan de masterfase. Het getal dat nu genoemd wordt is 115 punten. Dit betekent dat je uit je eerste drie jaar maar 11 punten mag missen voordat je vierdejaars vakken mag volgen. Dit betekent voor veel studenten een flinke vertraging, aangezien bijna niemand nominaal loopt, en dus vakken uit meerdere jaren volgt.

Een bachelorsopleiding is in het Angelsaksische model echter een brede basisopleiding is, waarmee je ook aan een andere universiteit de masterfase kunt volgen. Zolang de bachelorsfase nog geen afgeronde opleiding is, is zo’n voortgangseis niet meer dan een blokkade.

De scheiding tussen bachelor en master is de logische plaats voor instroom van buiten de TU. Er zullen buitenlanders en hbo-ers instromen. Deze zullen slechts na strenge selectie worden toegelaten. Het is dus niet helemaal onlogisch om ook van TU-studenten te vragen een zekere voortgang geboekt te hebben voordat zij doorstromen, maar de huidige grens zal veel studenten in de problemen brengen.

Arbeidsmarkt

De TUD geeft net als de minister aan dat het niet de bedoeling is dat studenten na het behalen van hun bachelors uitstromen naar de arbeidsmarkt. Dit is echter niet een keuze die de minister of de TU kunnen maken. Als het bedrijfsleven TU-bachelors wil hebben dan zullen er studenten zijn die aan die vraag gehoor geven. Daar moet terdege rekening mee worden gehouden.

Doordat alle universiteiten hun eigen invulling geven aan de bachelor- en masteropleiding zal de waarde van een titel straks erg gaan afhangen van waar hij behaald is. Een TU-master zal anders gewaardeerd worden door de arbeidsmarkt dan een master uit Eindhoven of Enschede. Dit is jammer voor mensen die straks gaan afstuderen aan de slechtste TU, welke dat dan ook mag wezen. Het dwingt de universiteiten echter wel tot het leveren van kwaliteit. Studenten zullen eisen dat hun diploma zoveel mogelijk waard is ten opzichte van de andere universiteiten. Deze aandacht voor de kwaliteit van de ingenieursopleiding in zijn geheel kan een zeer positieve werking hebben op het onderwijs dat wij hier volgen. Gevaar is wel dat de beste straks ook de duurste wordt. Het is namelijk nog niet duidelijk hoe de bekostiging van de overheid er in de bachelor/masterstructuur uit zal gaan zien en of het collegegeld wel overal gelijk blijft. Een dure masteropleiding is onwenselijk, omdat dat eliteonderwijs tot gevolg heeft. Bovendien zal het de door de TU niet gewenste uitstroom van bachelors naar de arbeidsmarkt vergroten.

Er zijn nog veel vragen over de bachelor/ masterstructuur, maar geen enkele universiteit wil het risico lopen de boot te missen. Er wordt overal hard gewerkt aan het invoeren ervan. Wij vinden het goed dat de TU er grondig over nadenkt. Al te veel haast met het invoeren maakt de kans alleen maar groter dat het systeem later opnieuw moet worden aangepast. Niet overhaasten dus!

.aut Renee Wever, Debbie Bruinsma, Jan-Mark Vorstenbosch – Namens VSSD, Aag en Oras

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.