Ambassadeur in China nieuwe collegevoorzitter

De Raad van Toezicht (rvt) van de universiteit benoemt Van den Berg (53) per 1 maart 2008. “Als rvt vonden we hem het beste passen bij de fase waarin de TU zich nu bevindt”, zegt rvt-voorzitter Gert-Jan Kramer. “Er zijn vrij veel grote dingen gebeurd, zoals de OOD en de wijzigingen in het studieprogramma.”

Van den Berg heeft ruim twintig jaar bestuurlijke ervaring op zeer hoog leidinggevend niveau. Zo heeft hij als secretaris-generaal het ministerie van Buitenlandse Zaken gereorganiseerd. “Hij weet wat de hoofdzaken zijn”, zegt Kramer daarover. “Hij heeft ook het ministerie van Economische Zaken meegemaakt en heeft als ambassadeur veel met het bedrijfsleven. Hij is een uitstekende opvolger van Van Luijk.”

Van den Berg is bovendien een bètaman: hij rondde zijn studie econometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen cum laude af in 1980. Hij volgde een postacademische studie aan de Ecole Nationale d’Administration in Parijs.

Hij trad in 1980 in dienst van het ministerie van Economische Zaken op de Directie Algemene Economische Politiek en werd in 1987 op het ministerie benoemd tot directeur Algemeen Industrie Beleid. Daarnaast was Van den Berg van september 1986 tot eind 1989 namens het ministerie co-directeur van de beroepsopleiding financieel economisch beleidsmedewerker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Van den Berg begon in 1989 als plaatsvervangend directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen en drie jaar later als plaatsvervangend directeur-generaal van Industrie.

In september 1992 stapte hij over naar het ministerie van Buitenlandse Zaken om daar secretaris-generaal te worden. Negen jaar later volgde zijn benoeming tot Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties in New York. Sinds 2005 is hij ambassadeur van Nederland in China en Mongolië.

Juist deze bestuurlijke ervaring van ruim twintig jaar op hoog leidinggevend niveau, zijn internationale oriëntatie, zijn ervaring met de bestuurlijke praktijk bij de overheid en belangstelling voor technologie en bedrijfsleven maken Van den Berg volgens de rvt tot een geschikte collegevoorzitter.

De kandidaat die de rvt zocht, moest volgens Kramer immers de positie van de TU Delft als gerenommeerde internationale faculteit uitbouwen. Ook moest de nieuwe collegevoorzitter de vele veranderingen op het terrein van onderzoek en onderwijs verder vaststellen en uitwerken. Van den Berg laat zich al per 1 februari inwerken door Van Luijk, die daarom tot 1 maart aanblijft.

Dat de nieuwe bestuurder van onderwijsminister Plasterk niet meer mag verdienen dan 171 duizend euro per jaar (de norm vastgesteld door de commissie Dijkstal) heeft volgens Kramer tot gevolg gehad dat één kandidaat heeft afgehaakt. “Over procedures en hoe we er met Plasterk zijn uitgekomen, wil ik niets zeggen. We hebben dit opgelost op een manier die goed is voor de TU en kennelijk ook voor het ministerie.”

De Raad van Toezicht (rvt) van de universiteit benoemt Van den Berg (53) per 1 maart 2008. “Als rvt vonden we hem het beste passen bij de fase waarin de TU zich nu bevindt”, zegt rvt-voorzitter Gert-Jan Kramer. “Er zijn vrij veel grote dingen gebeurd, zoals de OOD en de wijzigingen in het studieprogramma.”

Van den Berg heeft ruim twintig jaar bestuurlijke ervaring op zeer hoog leidinggevend niveau. Zo heeft hij als secretaris-generaal het ministerie van Buitenlandse Zaken gereorganiseerd. “Hij weet wat de hoofdzaken zijn”, zegt Kramer daarover. “Hij heeft ook het ministerie van Economische Zaken meegemaakt en heeft als ambassadeur veel met het bedrijfsleven. Hij is een uitstekende opvolger van Van Luijk.”

Van den Berg is bovendien een bètaman: hij rondde zijn studie econometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen cum laude af in 1980. Hij volgde een postacademische studie aan de Ecole Nationale d’Administration in Parijs.

Hij trad in 1980 in dienst van het ministerie van Economische Zaken op de Directie Algemene Economische Politiek en werd in 1987 op het ministerie benoemd tot directeur Algemeen Industrie Beleid. Daarnaast was Van den Berg van september 1986 tot eind 1989 namens het ministerie co-directeur van de beroepsopleiding financieel economisch beleidsmedewerker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Van den Berg begon in 1989 als plaatsvervangend directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen en drie jaar later als plaatsvervangend directeur-generaal van Industrie.

In september 1992 stapte hij over naar het ministerie van Buitenlandse Zaken om daar secretaris-generaal te worden. Negen jaar later volgde zijn benoeming tot Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties in New York. Sinds 2005 is hij ambassadeur van Nederland in China en Mongolië.

Juist deze bestuurlijke ervaring van ruim twintig jaar op hoog leidinggevend niveau, zijn internationale oriëntatie, zijn ervaring met de bestuurlijke praktijk bij de overheid en belangstelling voor technologie en bedrijfsleven maken Van den Berg volgens de rvt tot een geschikte collegevoorzitter.

De kandidaat die de rvt zocht, moest volgens Kramer immers de positie van de TU Delft als gerenommeerde internationale faculteit uitbouwen. Ook moest de nieuwe collegevoorzitter de vele veranderingen op het terrein van onderzoek en onderwijs verder vaststellen en uitwerken. Van den Berg laat zich al per 1 februari inwerken door Van Luijk, die daarom tot 1 maart aanblijft.

Dat de nieuwe bestuurder van onderwijsminister Plasterk niet meer mag verdienen dan 171 duizend euro per jaar (de norm vastgesteld door de commissie Dijkstal) heeft volgens Kramer tot gevolg gehad dat één kandidaat heeft afgehaakt. “Over procedures en hoe we er met Plasterk zijn uitgekomen, wil ik niets zeggen. We hebben dit opgelost op een manier die goed is voor de TU en kennelijk ook voor het ministerie.”