Campus

‘Als vrouw moet ik meer mijn best doen om mijn stem te laten horen’

All-gender toiletten, inclusief taalgebruik en evenementen waar alle studenten zich welkom voelen. Kleine aanpassingen maken volgens student Josephine een groot verschil.

Masterstudent Josephine Pockelé: “Zet tegenover de OWee Ladies Intro ook evenementen voor mensen die zich niet als man of vrouw identificeren.” (Foto: Justyna Botor)

Hoewel het landelijke onderzoek naar diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs voortijdig werd afgebroken, wilden meerdere TU-studenten graag verder praten over het onderwerp. In een korte portretserie delen zij hun ervaringen en aanbevelingen. Deze keer Josephine Pockelé, masterstudent European wind energy.

“Toen ik in 2017 aan mijn bachelor aerospace engineering begon, kwam ik meteen uit de kast als transvrouw. Eerst privé en een half jaar later kwam ik voor het eerst als vrouw naar buiten. Daarna was er steeds minder sprake van “uit de kast komen” en werd ik meer en meer mezelf.

“Hoewel ik me nooit expliciet buitengesloten voelde, maakte ik dat impliciet wel mee. Misschien een stom voorbeeld, maar op de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek heb je meer mannen- dan vrouwentoiletten. Vooral in de eerste maanden na mijn coming out was ik onzeker of ik die beperkte capaciteit van de vrouwentoiletten wel wilde gebruiken. Er stonden altijd rijen en ik twijfelde of men accepteerde als ik ook in die rij zou plaatsnemen. Ik vond het lastig te bepalen waar ik op dat moment bij hoorde.”

‘Een all gender toilet maakt een wereld van verschil’

“Als trans/non-binair persoon deed de hele discussie over all-gender-toiletten mij daarom veel pijn. Ik zag reacties voorbijkomen als ‘ik doe niet mee met die genderneutrale, non-binaire bullshit’, hoe moet ik me daarbij voelen? Zijn mijn gevoelens dan niet belangrijk? Zo’n toilet was tijdens mijn transitie juist een uitkomst geweest, want ik kan de hoeveelheid dagen niet opnoemen dat ik zo weinig mogelijk dronk zodat ik niet naar het toilet hoefde. Puur omdat ik me niet mannelijk of niet vrouwelijk genoeg voelde die dag.

“Transpersonen hebben vaak een slecht zelfbeeld en voelen zich onzeker. Door hen verplicht te laten kiezen tussen twee toiletten waarvan ze in de ene gediscrimineerd worden en zich in de ander niet op hun gemak voelen, bezorg je ze een mentale worsteling die ontzettend veel energie vergt. Zo’n all-gender toilet lijkt misschien iets ‘kleins’, maar maakt voor een groep mensen een wereld van verschil.”

  • Het is de bedoeling dat alle (onderwijs)gebouwen op de campus een blok genderneutrale toiletten krijgen. De eerste neutrale toiletgroep is op 19 januari in sport- en cultuurcentrum X opgeleverd. Ook worden all-gender toiletten vanaf nu standaard opgenomen in toekomstige TU-bouwbesluiten. 

“Hetzelfde geldt voor huisvesting. Als je je inschrijft voor een kamer wordt vaak naar je gender gevraagd. Soms staat in advertenties zelfs dat alleen mannen of vrouwen kunnen reageren. Daar kan de TU niet per se iets aan doen, maar het werpt wel een barrière op voor trans- en non-binaire personen. Ik heb gelukkig vier jaar lang dezelfde kamer kunnen huren, maar vroeg me vaak af hoe ik zou reageren op zo’n advertentie. Ik voel me comfortabel genoeg om te antwoorden ‘vrouw’, maar vanuit mijn eigen identiteit voel ik me niet honderd procent vrouw of man. Nu meer wordt ingezet op onzelfstandige huisvesting wordt het probleem alleen maar groter, want in grote(re) studentenhuizen zal sneller op gender worden geselecteerd.”

‘Herzie evenementen die speciaal voor vrouwen zijn’

“Iets waar de TU – samen met bijvoorbeeld studieverenigingen – wel iets aan kan doen is het herzien van evenementen die speciaal voor vrouwen zijn. Denk aan de OWee Ladies Intro of voorlichtingsbijeenkomsten speciaal voor meisjes. Zet daar ook evenementen tegenover voor mensen die zich niet als man of vrouw identificeren. Zo hoeven zij geen onmogelijke keuze te maken.

“Discriminatie gaat wat dat betreft ook nooit over grote problemen. Het zijn kleine, systematische zaken die grote struikelblokken vormen voor groepen mensen. Taalgebruik is daar een goed voorbeeld van. Veel Nederlandstalige docenten spreken – als het over de algemene populatie gaat – in het Engels over ‘he’ of ‘she’. Dat komt voort uit een taalbarrière, zij kiezen voor de letterlijke vertaling van ‘hij’ of ‘zij’. Een inclusiever alternatief is om ‘they’ of ‘them’ te gebruiken. Ook komt het op de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaartechniek regelmatig voor dat er enkel over mannen wordt gesproken als het over ingenieurs gaat.

“Moeten daarom alle docenten een diversiteitstraining volgen? Misschien, al is dat voor een universiteit met duizenden studenten en medewerkers een lastige opgave. Toch zou de universiteit kleine barrières voor specifieke doelgroepen kunnen wegnemen. Denk aan het installeren van all-gender toiletten, inzetten op inclusiever taalgebruik en evenementen voor alle studenten.”

‘Er moet meer gebeuren dan enkel achttienjarigen te overtuigen naar Delft te komen’

“Al van jongs af aan horen kinderen dat er beroepen zijn voor mannen en voor vrouwen. Wat de maatschappij wel of niet accepteert maakt een grote indruk op kinderen en werkt hun leven lang door. Dit is onderdeel van een breder maatschappelijk probleem rond gendernormen, dat men bijvoorbeeld probeert op te lossen door quota’s in te stellen. Daar heb ik gemengde gevoelens over, want zo loop je het risico dat je posities vult met mensen die minder capabel zijn.

“Zo kreeg ik, toen ik uit de kast kwam, meer dan eens de vraag of ik nog verder ging met mijn studie. Men verwachtte dat ik als vrouw plots andere interesses zou hebben en dacht dat ingenieur worden iets was dat ik wilde toen ik als man door het leven ging.

“Dat komt deels door de beeldvorming van transpersonen. Het zouden mannen zijn die hun vrouwelijke interesses hebben onderdrukt. Dat is in beperkte mate waar, maar niet zodanig dat ik plots verpleegkundige wil worden. Hoewel een minderheid van de mensen deze vragen stelde, gebeurde en gebeurt het wel. Die aannames zijn heel duidelijk in onze maatschappij verweven.

“Net als dat in projectgroepen minder of niet naar vrouwen wordt geluisterd. Naarmate mijn transitieproces vorderde, ontdekte ik dat ik meer mijn best moest doen om mijn stem te laten horen. Toen ik als man door het leven ging dacht ik nooit dat het een probleem was voor vrouwen om een punt te maken, maar dat is het wel. Gedurende mijn transitie merkte ik dat mijn mindset veranderde. In plaats van iets te zeggen denk ik nu een paar keer na of ik een bijdrage wil leveren, wat ik dan moet zeggen, hoe ik dat doe, of ik het kan onderbouwen en of ze willen luisteren.

“Wil je een meer diverse universiteit, kijk dan naar de maatschappij als geheel en niet naar wat je als TU kunt doen om op korte termijn meer vrouwen te trekken. Begin jong, laat kinderen zien dat het oké is om als meisje ingenieur te worden. Want er moet meer gebeuren dan enkel achttienjarigen overtuigen naar Delft te komen.”

  • Als het gaat om het aantrekken van meer vrouwen heeft de TU een ‘zacht quotum’ gesteld voor het aantal vrouwelijke hoogleraren (25 procent) in 2025. In gesprek met Delta vertelde vice rector magnificus Rob Mudde dat ook hij denkt dat harde quota de TU niet verder brengen. “Doelstellingen moet ambitieus zijn, maar wel realistisch en niet keihard.”
    Ook volgens diversity officer David Keyson lossen quota het probleem niet op. “We moeten veel harder ons best doen om vrouwen te vinden, we moeten onze cultuur veranderen. En we moeten echt kijken naar de pijplijn, niet alleen op de TU, maar ook helemaal aan het begin ervan.”

​​​Dit verhaal is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. 

Lees ook onze andere artikelen over het thema diversiteit en inclusie:

Nieuwsredacteur Marjolein van der Veldt

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

m.vanderveldt@tudelft.nl

Comments are closed.