Onderwijs

‘Als je orde moet houden, klopt er iets niet’

Prof.dr.ir. Joost Walraven (bouwconstructies, Citg) ontvangt op 6 januari de jaarlijkse, door het Universiteitsfonds ingestelde Leermeesterprijs.

Wat is het geheim van uw succes?

“Ik weet niet of er een geheim is. Mijn aanpak is sober: een bord, een krijtje en af en toe wat dia’s of overheadsheets. Open staan voor studenten is belangrijk. De studenten die hun vraag niet in de volle collegezaal durfden te stellen, de gelegenheid geven om je na afloop even aan te schieten. Het aardige is dat het vaak briljante vragen blijken.”

Geen enkele truc?

“Ach, als de concentratie dreigt te verslappen wil ik wel eens roepen: deze som zou in het tentamen voor kunnen komen! Werkt altijd. Maar ik probeer vooral te doseren. Niet twintig minuten dia’s achter elkaar laten zien, bijvoorbeeld.”

Regeert u met strakke hand over de collegezaal?

“Gelukkig niet. Als je orde moet houden, klopt er iets niet. Studenten zijn heel goed in staat om lange tijd geconcentreerd te luisteren . als je maar een verhaal hebt dat logisch in elkaar zit.”

Gebruikt u ook recente voorbeelden?

“Zeker. Misschien herinner je je dat vorig jaar in Maastricht vijf balkons van een appartementencomplex zijn ingestort, met twee doden als gevolg. De aannemer dacht aanvankelijk dat de schuld bij de leverancier van de ophangconstructies lag, en als deskundige heb ik een rol gespeeld in het weerleggen van die theorie. Studenten vinden dat een boeiende casus.

Dingen gaan mis omdat er tegenwoordig in het bouwproces zoveel partners zijn, die onder grote druk staan om hun deadlines te halen. In een brief aan VROM heb ik met andere specialisten gepleit voor een terugkeer van de hoofdconstructeur. Die had nog het totaaloverzicht.”

Wat leert u van uw studenten?

“Het zijn getalenteerde mensen die nog niet in het keurslijf van een vaste baan zitten. Dat levert vaak heel interessante ideeën op. En de professionaliteit waarmee ze symposia en excursies naar het buitenland organiseren blijft me verbazen.”

Wie was uw leermeester?

“Mijn voorganger, professor Bruggeling. Een studievriend van me, die 35 jaar geleden met zijn studie stopte om acteur te worden, wist zich onlangs nog exact een uitleg van Bruggeling te herinneren. Prachtig, hoe die man theorie en praktijkvoorbeelden kon combineren.

Praktijkvoorbeelden zijn belangrijk. Als jongen snuffelde ik graag in de oude boeken die op zolder lagen. Mijn vader was ook civiel ingenieur, en in een oud studieboek van hem las ik een beschrijving van hoe water door een dijk trekt. Dat je wiskunde zo kunt toepassen in de werkelijkheid, was een eye-opener.

Als je jong bent ga je tegen je vader in, dus in eerste instantie wilde ik medicijnen gaan studeren. Gelukkig werd ik uitgeloot en werd het toch civiele techniek in Delft.”

Joost Walraven (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Wat is het geheim van uw succes?

“Ik weet niet of er een geheim is. Mijn aanpak is sober: een bord, een krijtje en af en toe wat dia’s of overheadsheets. Open staan voor studenten is belangrijk. De studenten die hun vraag niet in de volle collegezaal durfden te stellen, de gelegenheid geven om je na afloop even aan te schieten. Het aardige is dat het vaak briljante vragen blijken.”

Geen enkele truc?

“Ach, als de concentratie dreigt te verslappen wil ik wel eens roepen: deze som zou in het tentamen voor kunnen komen! Werkt altijd. Maar ik probeer vooral te doseren. Niet twintig minuten dia’s achter elkaar laten zien, bijvoorbeeld.”

Regeert u met strakke hand over de collegezaal?

“Gelukkig niet. Als je orde moet houden, klopt er iets niet. Studenten zijn heel goed in staat om lange tijd geconcentreerd te luisteren . als je maar een verhaal hebt dat logisch in elkaar zit.”

Gebruikt u ook recente voorbeelden?

“Zeker. Misschien herinner je je dat vorig jaar in Maastricht vijf balkons van een appartementencomplex zijn ingestort, met twee doden als gevolg. De aannemer dacht aanvankelijk dat de schuld bij de leverancier van de ophangconstructies lag, en als deskundige heb ik een rol gespeeld in het weerleggen van die theorie. Studenten vinden dat een boeiende casus.

Dingen gaan mis omdat er tegenwoordig in het bouwproces zoveel partners zijn, die onder grote druk staan om hun deadlines te halen. In een brief aan VROM heb ik met andere specialisten gepleit voor een terugkeer van de hoofdconstructeur. Die had nog het totaaloverzicht.”

Wat leert u van uw studenten?

“Het zijn getalenteerde mensen die nog niet in het keurslijf van een vaste baan zitten. Dat levert vaak heel interessante ideeën op. En de professionaliteit waarmee ze symposia en excursies naar het buitenland organiseren blijft me verbazen.”

Wie was uw leermeester?

“Mijn voorganger, professor Bruggeling. Een studievriend van me, die 35 jaar geleden met zijn studie stopte om acteur te worden, wist zich onlangs nog exact een uitleg van Bruggeling te herinneren. Prachtig, hoe die man theorie en praktijkvoorbeelden kon combineren.

Praktijkvoorbeelden zijn belangrijk. Als jongen snuffelde ik graag in de oude boeken die op zolder lagen. Mijn vader was ook civiel ingenieur, en in een oud studieboek van hem las ik een beschrijving van hoe water door een dijk trekt. Dat je wiskunde zo kunt toepassen in de werkelijkheid, was een eye-opener.

Als je jong bent ga je tegen je vader in, dus in eerste instantie wilde ik medicijnen gaan studeren. Gelukkig werd ik uitgeloot en werd het toch civiele techniek in Delft.”

Joost Walraven (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.