Campus

‘Afvalverzameling op de campus is huilen met de pet op’

De TU kan veel meer doen om de campus te verduurzamen. Samen met een groep studenten werkt de dienst facilitair management en vastgoed aan maatregelen die duurzaamheid in kaart moeten brengen én vergroten. “We hebben consistent beleid nodig.”


Voor Delftenaren die duurzaamheid belangrijk vinden, was 18 juni 2013 geen goede dag. Die dag maakte Studenten voor Morgen, een studentennetwerk dat zich inzet voor een duurzame toekomst, voor de tweede keer hun SustainaBul-ranglijst bekend: de duurzaamheidsscores over het jaar 2012 van dertien hogescholen en dertien universiteiten onder elkaar. De TU Delft eindigde op plaats zeventien. Van de universiteiten scoorde alleen de Vrije Universiteit lager.


De TU deed het in hetzelfde peiljaar – 2012 – ook niet goed in een vergelijking van AgentschapNL. Dat monitort de voortgang van de universitaire meerjarenafspraken over energie-efficiëntie (MJA3). Op ‘primaire energiebesparing’ vanaf 2009 en ‘inzet van duurzame energie’ is de TU weer de op één na laatste. Beide percentages zijn vrijwel nul.


Dat moet beter, vindt beleidsmedewerker duurzaamheid Ad Winkels van de dienst facilitair management en vastgoed (FMVG). Toen hij eind 2013 werd benaderd door student sustainable energy technology Barend Dronkers gingen ze samen met energieadviesbureau SunSolutions verder. Dronkers had half oktober Smart Campus opgericht. Hij wilde met een groep studenten het duurzaamheidsgehalte van de campus monitoren en verhogen. Winkels zag in het studenten-initiatief een kans om zijn eigen werk ‘in een stroomversnelling te brengen’. “Studenten werken op een andere manier en kunnen andere routes bewandelen. Als we ons werk op elkaar afstemmen, kunnen we meer voor elkaar krijgen.”


Winkels, SunSolutions en Dronkers werken nu samen met een groepje industrial ecology-studenten aan het ontwikkelen van een ‘duurzaamheidszorgsysteem’. Ze hebben deelgebieden opgesteld, waarvoor een nulmeting moet komen en waarvan de studenten moeten uitzoeken wat er al gebeurt. Daarna moeten er doelstellingen komen en concrete plannen voor verduurzaming. De deelgebieden waar het om gaat zijn: duurzaam bouwen, transport, emissies, afval, gezondheid en voedsel, grondgebruik en biodiversiteit, materiaal(her)gebruik, (drink)water en energie.


Ambitieus


Voor het deelgebied energie is een notitie in ontwikkeling met ambitieuze doelstellingen. Het energieverbruik per vierkante meter moet in 2020 dertig procent lager zijn dan in 2005. De TU moet in dat jaar 25 procent van het energieverbruik zelf duurzaam opwekken. De CO2-uitstoot moet dan met vijftig procent zijn afgenomen.


Winkels vertelt dat die doelstellingen al behoorlijk in de buurt komen door eerder voorgenomen maatregelen. De faculteiten Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) en Technische Natuurwetenschappen (TNW) krijgen bijvoorbeeld een renovatie. Computers en verlichting worden na afschrijving vervangen door energiezuinige systemen. Eerder is de warmtekrachtcentrale voorzien van twee nieuwe verwarmingsketels die meer dan twee keer zoveel elektriciteit opwekken als voorheen. Door samenwerking met onderzoekers moet de campus gaan dienen als proeftuin voor energiegerelateerd onderzoek. En daarbij zijn ook op lagere niveaus – binnen diensten en faculteiten – mensen uit eigen beweging bezig met verduurzaming.


Zuinige douches


Neem de unit sport en cultuur (S&C). Die is eind 2012 overgegaan op TL-verlichting in de sporthallen en LED-verlichting in de andere ruimtes. De lichtrekening daalde daardoor met zesduizend euro. S&C hoopt die besparing te vergroten door de buitenlampen van duizend watt terug te brengen naar honderd watt, al is dat nog in overleg. De douches verbruiken sinds de zomer van 2013 nog maar zeven liter per minuut, in plaats van vijftien liter. Niemand die erover heeft geklaagd. Samen met FMVG zoekt sport en cultuur bovendien naar een oplossing voor de veertigduizend petflesjes die jaarlijks in de prullenbakken belanden.


Een ander voorbeeld zijn de twee datacentra van de TU. De computers die daar tegenwoordig draaien kunnen meer warmte verdragen, waardoor ze minder hoeven te worden gekoeld. Dat heeft de elektriciteitsrekening tussen 2009 en 2013 met ongeveer zestien procent doen dalen.


Deze maand was er bovendien goed nieuws. De TU krijgt een SDE+-subsidie voor de installatie van zonnepanelen op daken op de campus, op een totale oppervlakte van één hectare. Winkels: “We denken daarmee ongeveer één megawatt zelf te kunnen opwekken.” Tegenover dat goede nieuws staat de domper van het Delfts Aardwarmte Project. Minister Kamp heeft het Energie Bedrijf Nederland namelijk verboden te investeren. Waarmee de TU op zoek moet naar een andere financier voor het boren naar grote diepte, dat al met al tien miljoen euro kost. De overstap van gas naar aardwarmte kan daarmee wel eens ernstige vertraging oplopen.


Koffiebekertjes


Zoals er op het gebied van energie een notitie is met toekomstplannen, zo moeten er ook stukken komen voor de andere deelgebieden. Barend Dronkers heeft daar haast mee. In mei moeten zijn studenten al de eerste versies klaar hebben. Vóór die tijd spreken zij binnen en buiten de universiteit met zoveel mogelijk mensen die te maken hebben met duurzaamheid, zullen ze doelen opstellen en moeten ze een antwoord vinden op de vraag hoe effecten van toekomstige maatregelen gemeten moeten worden. “De stukken die ze gaan schrijven, moeten heel concreet worden”, vindt Dronkers. “En jaarlijks moet er een update komen, zodat we weten waar we staan.” Winkels is blij met al die actie. “In de rankings lopen we achter. Er gebeurt al heel veel, maar we hebben nog geen consistent beleid. Dat hebben we wel nodig.”


Expert afvalscheiding ir. Jan Henk Welink (3mE) is het daarmee eens. Hij is één van de mensen die Dronkers en zijn studenten willen spreken. Volgens hem is het wat betreft afvalinzameling op de campus ‘huilen met de pet op’. Welink test in opdracht van de provincie Noord-Holland verschillende methodes voor het omgaan met bedrijfsafval. Hij wil die tests ook doen op de TU zelf. “Ik vind: practice what you preach.”


Biologisch


Tips voor de notitie over afval heeft hij ook. “We kunnen op de campus veel bewuster met afval omgaan”, zegt Welink. “Waar iedereen begrijpt hoe energiebesparing werkt, snapt niemand hoe afvalbesparing werkt. We hebben te maken met leveranciers van afvalbakken. We betalen ze voor het ophalen van die bakken. Alleen, als wij ons afval niet compact aanleveren, moeten zij meerdere malen rijden voor een gewicht dat ook in één wagen zou passen. Aan dat volume kunnen we wat doen. Neem alleen al de koffiebekertjes. Die nemen veel ruimte in als je ze niet in elkaar schuift.”


Welink wil af van de prullenbakken op de kamers. De soms vrijwel lege zakjes die de schoonmakers er ten koste van hun rug uit moeten halen, zijn hem een doorn in het oog. “Het leidt allemaal tot te veel volume. Laat mensen al hun afval weggooien in de pantry’s. Dan kunnen ze meteen het afval scheiden. De koffiebekers kunnen ze stapelen in een speciale bak. Bijkomend voordeel is dat mensen meer lopen, iets wat de overheid wil. Te veel zitten is immers niet goed; ‘zitten is het nieuwe roken’ hoor je vaak.”


Iemand anders die wil meedenken met Dronkers en Winkels is Jeroen Boerrigter, manager horeca van sport en cultuur. Waar mogelijk, wil hij zijn kaart verduurzamen. De biologische hamburger, de biosteak en de rosbief komen van de lokale boer, de Hoeve Biesland. Op de kaart staan ook een vegetarische tonijnsalade en Puro fair trade-koffie.


Bij toekomstige aanbestedingen wil hij criteria opnemen voor duurzaamheid, vertelt Boerrigter. “Ik vind dat belangrijk. Het past bij wat studenten willen voor de toekomst en het past bij het imago van de universiteit. Wil je succesvol zijn in het verduurzamen van de inkoop, dan moet je volgens mij duidelijke en meetbare doelstellingen opstellen. Die moet je halen, net als je financiële doelstellingen.” Ad Winkels vindt dat Sodexo ook zo zou moeten werken. “Dit kan veel breder. En anders gaan we het zelf doen.”


Gedeukt imago


Zelf doen, dat is precies wat studente industrieel ontwerpen Ilonka Boerkamp van plan is. Zij volgt de honours track voor talentvolle bachelorstudenten. Voor het vak persoonlijk leiderschap hebben Boerkamp, student bouwkunde Finn Dahlke en nog vier anderen een elektriciteit opwekkend fietspad bedacht. Naar voorbeeld van de energie opwekkende dansvloer zouden er op drukke plekken op het fietspad in het Mekelpark tegels moeten komen die trilling omzetten in energie. De studenten hebben een Engels bedrijf gevonden dat dergelijke tegels zou kunnen maken. “Het pad komt er echt, als het aan ons ligt”, aldus Boerkamp. “Wij gaan er ook na dit vak mee verder.”


Volgens de berekeningen van de studenten zouden de lantaarnpalen langs het fietspad twaalf uur lang kunnen branden als de tegels op één plek liggen. Liggen ze op vijf plekken, dan kan de energie naar het net. Maar het pad is vooral goed voor de beeldvorming. Dahlke: “Voor ons is het belangrijkste dat de TU zelf duurzaam wordt. Want dat is nu absoluut niet zo. Terwijl er wel heel veel onderzoek en onderwijs zijn dat daarmee te maken heeft. Dit gaat om het imago van de universiteit.”


Dat imago heeft de afgelopen jaren de nodige deuken opgelopen met slechte duurzaamheidsrankings. Hoewel veel plannen nog in de maak zijn en veel initiatieven nog geen eenheid vormen, denken Winkels en Dronkers dat ze dit jaar al naar de top tien moeten kunnen stijgen in de SustainaBul ranking. Alleen al door de vragenlijst beter in te vullen, denken ze een heel eind te komen.


Studenten voor Morgen-voorzitter Sybren Bosch denkt ook dat de TU die sprong kan maken, al gaat de ranking van 2014 over het jaar 2013. “Dit jaar weegt onderwijs en onderzoek zwaarder mee dan voorgaande edities. Dit kan voor de TU met haar technisch onderwijs met veel duurzame projecten gunstig uitpakken. Het is wel zaak om duurzaamheid explicieter naar voren te laten komen, iets waar het monitoringmodel van de Smart Campus een belangrijke rol in kan gaan spelen. De universiteit lijkt op veel vlakken al goed bezig. Nu is het zaak dat op een expliciete manier naar buiten te brengen.”


De SustainaBul wordt op 11 juni uitgereikt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.