Onderwijs

Acht of hoger is binnen zonder loting

Aankomende studenten die bij hun middelbare-schoolexamen gemiddeld een acht of hoger halen, hoeven in de toekomst niet te loten voor studies met een studentenstop.

Wie dat niet haalt, moet net als nu, meedoen aan een gewogen loting.

Dat is het standpunt van minister Ritzen over de toelating voor studies met een studentenstop. De minister wijkt daarmee op belangrijke punten af van het advies dat de commissie-Drenth hem eind februari over deze kwestie gaf. Drenth wilde dat de helft van het aantal plaatsen bij zulke studies zouden worden toegewezen aan de scholieren met de beste cijfers. Dat komt er bijvoorbeeld voor de studie geneeskunde op neer dat een gemiddeld cijfer van 7,3 genoeg zou zijn om zonder loting toegelaten te worden.

Ritzen geeft er echter de voorkeur aan de grens te trekken bij een vast cijfer, dat bovendien duidelijk hoger ligt dan Drenth aangaf: gemiddeld een acht. Dat houdt in dat niet de helft, maar ongeveer een vijfde van de geneeskunde-plaatsen buiten de loting om verdeeld worden onder de beste scholieren. Door de lat hoog te leggen, schrijft Ritzen, wordt voorkomen dat ook de middelmaat van de scholieren zich in een ,,ongebreidelde cijferjacht” gaat storten.

Voor de overige tachtig procent van de plaatsen moet het huidige systeem van gewogen loting gehandhaafd blijven, vindt Ritzen. Dat betekent dat de kans om ingeloot te worden groter wordt naarmate de examencijfers hoger zijn. Ritzen wil die band tussen cijfers en inlotingskans nog versterken. Wie nu tussen de 7,5 en de 8 scoort, heeft een kans van vijftig procent om ingeloot te worden; Ritzen wil die kans vergroten tot 85 procent. Ook met dit deel van zijn standpunt wijkt Ritzen af van de commissie-Drenth; die wilde de weging uit de loting schrappen.
Twee keer

Het aantal scholieren dat meedoet aan de loting moet omlaag, vindt Ritzen. Daarom volgt hij wel het advies om scholieren niet meer dan twee keer te laten meeloten. Wie twee keer uitgeloot wordt, heeft pech gehad. Zo wil Ritzen voorkomen dat er steeds een stuwmeer van herkansers blijft bestaan. Drenth’s voorstel om een op de tien plaatsen te reserveren voor aanstaande studenten met werkervaring in het vak dat ze willen studeren, wijst Ritzen af. Dat is ,,nog niet rijp”.

Ritzens standpunt sluit naadloos aan bij de wensen van zeven van de acht geneeskunde-faculteiten: directe toelating voor de echt goede studenten (de faculteiten dachten aan een gemiddeld cijfer van acht of 8,5) en een aangescherpte gewogen loting voor de rest. De beide studentenbonden zijn daarentegen net zo teleurgesteld als zij over Drenth’s rapport waren. Zij vinden dat examencijfers een te grote rol krijgen.

De politiek reageert verdeeld. Met name het cijfer acht is omstreden. De PvdA had dat liever hoger gezien, maar schaart zich in grote lijnen achter zijn minister. Ook oppositiepartij CDA ziet meer in Ritzens voorstellen dan in het advies vanDrenth. VVD en D66 willen de lat juist lager leggen. Voor de VVD is dat reden fel van leer te trekken tegen Ritzen. D66 blijft daarnaast voorstander van toelatingsgesprekken.

Het nieuwe toelatingsstelsel kan op zijn vroegst in het jaar 2000 ingevoerd worden. In het huidige stelsel worden de plaatsen uitsluitend op grond van gewogen loting verdeeld. Dat stelsel kwam vorig jaar in opspraak toen scholiere Meike Vernooy ondanks een gemiddeld examencijfer van 9,6 uitgeloot werd voor de geneeskunde- studie aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Dat kan in Ritzens stelsel niet meer gebeuren.

De lotingskwestie speelt vooral bij geneeskunde. Daar meldden zich afgelopen zomer zo’n 5400 scholieren aan voor 1750 plaatsen.
(HOP/H.Ob.)

Aankomende studenten die bij hun middelbare-schoolexamen gemiddeld een acht of hoger halen, hoeven in de toekomst niet te loten voor studies met een studentenstop. Wie dat niet haalt, moet net als nu, meedoen aan een gewogen loting.

Dat is het standpunt van minister Ritzen over de toelating voor studies met een studentenstop. De minister wijkt daarmee op belangrijke punten af van het advies dat de commissie-Drenth hem eind februari over deze kwestie gaf. Drenth wilde dat de helft van het aantal plaatsen bij zulke studies zouden worden toegewezen aan de scholieren met de beste cijfers. Dat komt er bijvoorbeeld voor de studie geneeskunde op neer dat een gemiddeld cijfer van 7,3 genoeg zou zijn om zonder loting toegelaten te worden.

Ritzen geeft er echter de voorkeur aan de grens te trekken bij een vast cijfer, dat bovendien duidelijk hoger ligt dan Drenth aangaf: gemiddeld een acht. Dat houdt in dat niet de helft, maar ongeveer een vijfde van de geneeskunde-plaatsen buiten de loting om verdeeld worden onder de beste scholieren. Door de lat hoog te leggen, schrijft Ritzen, wordt voorkomen dat ook de middelmaat van de scholieren zich in een ,,ongebreidelde cijferjacht” gaat storten.

Voor de overige tachtig procent van de plaatsen moet het huidige systeem van gewogen loting gehandhaafd blijven, vindt Ritzen. Dat betekent dat de kans om ingeloot te worden groter wordt naarmate de examencijfers hoger zijn. Ritzen wil die band tussen cijfers en inlotingskans nog versterken. Wie nu tussen de 7,5 en de 8 scoort, heeft een kans van vijftig procent om ingeloot te worden; Ritzen wil die kans vergroten tot 85 procent. Ook met dit deel van zijn standpunt wijkt Ritzen af van de commissie-Drenth; die wilde de weging uit de loting schrappen.
Twee keer

Het aantal scholieren dat meedoet aan de loting moet omlaag, vindt Ritzen. Daarom volgt hij wel het advies om scholieren niet meer dan twee keer te laten meeloten. Wie twee keer uitgeloot wordt, heeft pech gehad. Zo wil Ritzen voorkomen dat er steeds een stuwmeer van herkansers blijft bestaan. Drenth’s voorstel om een op de tien plaatsen te reserveren voor aanstaande studenten met werkervaring in het vak dat ze willen studeren, wijst Ritzen af. Dat is ,,nog niet rijp”.

Ritzens standpunt sluit naadloos aan bij de wensen van zeven van de acht geneeskunde-faculteiten: directe toelating voor de echt goede studenten (de faculteiten dachten aan een gemiddeld cijfer van acht of 8,5) en een aangescherpte gewogen loting voor de rest. De beide studentenbonden zijn daarentegen net zo teleurgesteld als zij over Drenth’s rapport waren. Zij vinden dat examencijfers een te grote rol krijgen.

De politiek reageert verdeeld. Met name het cijfer acht is omstreden. De PvdA had dat liever hoger gezien, maar schaart zich in grote lijnen achter zijn minister. Ook oppositiepartij CDA ziet meer in Ritzens voorstellen dan in het advies vanDrenth. VVD en D66 willen de lat juist lager leggen. Voor de VVD is dat reden fel van leer te trekken tegen Ritzen. D66 blijft daarnaast voorstander van toelatingsgesprekken.

Het nieuwe toelatingsstelsel kan op zijn vroegst in het jaar 2000 ingevoerd worden. In het huidige stelsel worden de plaatsen uitsluitend op grond van gewogen loting verdeeld. Dat stelsel kwam vorig jaar in opspraak toen scholiere Meike Vernooy ondanks een gemiddeld examencijfer van 9,6 uitgeloot werd voor de geneeskunde- studie aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Dat kan in Ritzens stelsel niet meer gebeuren.

De lotingskwestie speelt vooral bij geneeskunde. Daar meldden zich afgelopen zomer zo’n 5400 scholieren aan voor 1750 plaatsen.
(HOP/H.Ob.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.