Wetenschap

5 tips van Leermeester Kees Vuik

Op de dag van de opening van het academisch jaar ontving prof.dr.ir. Kees Vuik (EWI) de Leermeesterprijs. De leermeester geeft vijf tips aan collega’s.

Professor Kees Vuik bereidt zich voor op de uitreiking. (Foto: Sam Rentmeester).

De entree van de toren van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) oogt als een bouwplaats. Je moet door stalen containers heen om de ingang te bereiken. Maar op de derde verdieping heerst rust en ligt nieuw tapijt. De eerste kamer aan de rechterkant is de nieuwe werkplek van hoogleraar numerieke wiskunde en high performance computing Kees Vuik (63).

Op de ochtend van de opening van het academisch jaar op 5 september 2022 kreeg hij de Leermeesterprijs uitgereikt: een netto bedrag van 15 duizend euro, een zilveren penning, twee KLM businessclass tickets en een oorkonde van het Universiteitsfonds Delft. De prijs wordt jaarlijks toegekend aan een hoogleraar die ‘door middel van de kwaliteit van zijn/haar onderwijs én zijn/haar onderzoek én door de uitstraling daarvan op de omgeving van studenten en promovendi excelleert’ (citaat van de website).

“Ik ben er heel blij mee, het is een grote eer”, verklaart Vuik. “Ik vind het binnen Delft en ook binnen Nederland een mooie en belangrijke prijs die aanzien geniet.” En dan met een glimlach: “Ik ben nu een bekende Nederlander in Delft, merk ik aan de reacties op LinkedIn.”

Delta vroeg hem na te denken over vijf tips van de (leer)meester aan collega’s. Dit was Vuiks antwoord:

  • Tip 1: Zie de mens achter de student

“Kijk verder dan alleen de buitenkant. Zie de mens achter de student, want daar zit veel verschil tussen. Het begint met interesse, wat natuurlijk in grote colleges lastig is. Maar bij werkcolleges en een-op-een contacten: luister goed naar wat mensen zeggen, kijk hoe ze erbij zitten. En wat daar ook bij hoort: wees benaderbaar, houd de deur zoveel mogelijk open en beantwoord mails bijtijds. Je kunt je ook makkelijk vergissen in mensen. Sommige studenten doen fluitend al hun vakjes, maar een project doen of afstuderen gaat ze opeens moeilijk af. En andersom gebeurt ook: mensen die hun vakjes net aan halen en die bij het afstuderen opeens twee publicaties scoren.”

  • Tip 2: Verkijk je niet op voorkennis

“Leef je in in de student. Als je vakken ontwikkelt en geeft, wees dan realistisch en besef dat studenten niet alle voorgaande colleges paraat hebben. De eerste keer ben je verbaasd dat ze dingen niet meer weten. Ik maak dan een aantekening zodat ik het jaar daarop nog weet dat zij het niet weten. Ik stel dan een vraag in de trend van ‘dit is eerder behandeld, wie weet dat nog?’ Of ik schrijf een samenvatting op een ander bord en zeg: dit hadden jullie moeten weten.”

  • Tip 3: Blijf vernieuwen in je onderwijs

“Ik vind onderwijs heel belangrijk. Zowel de een-op-een begeleiding als het geven van colleges. Volgens mij is het belangrijk dat je het onderwijs voortdurend blijft vernieuwen. Dat hoeft niet per se de stof te zijn. Maar als die uitgekristalliseerd is, dan kun je vernieuwen in vorm. Als voorbeeld neem ik het eerstejaarsvak ‘Modelleren’. Dat is veel praktisch werk met een inleidend college. Vroeger gaf ik dat inleidende college, maar na drie weken waren ze dat vergeten. Dat college hebben ik samen met collega’s omgezet naar online onderwijs, een mooc. Het is een verzameling geworden van steeds een klein stukje video, een opdracht en een oefening die ze in hun eigen tempo doornemen. En dat werkt een stuk beter. Er komt nu nooit meer een vraag: hoe kan ik dat programmeren? Want het stukje over Python hebben ze gezien.”

  • Tip 4: Onderwijs staat voorop

“Ik vind dat bij een universiteit onderwijs altijd boven onderzoek gaat. Onderwijs en onderzoek zijn enorm verweven en liggen dicht bij elkaar. Maar als er deadlineproblemen zijn gaat bij mij onderwijs voor. Vanaf mijn jeugd wilde ik al het onderwijs in, dus het heeft mijn hart. Maar ik vind ook dat een universiteit een onderwijsinstelling is. Om goed onderwijs te geven moeten we goed onderzoek doen, maar als mensen eigenlijk alleen maar onderzoek willen doen, heb ik daar moeite mee. Dan denk ik: ga bij Deltares of TNO werken, dan kun je de hele dag door onderzoek doen.”

  • Tip 5: Relativeer je eigen vak

“Ik zie wel eens dat studenten of docenten oogkleppen op hebben en denken dat hun vak of hun onderzoek het belangrijkst is van de hele wereld.  Dan denk ik: ik vind het best belangrijk dat ze numerieke wiskunde kennen maar ik vind het ook belangrijk dat ze sociale vaardigheden hebben. Ik ben voor een opleiding met een T-profiel: een brede opleiding met een specialisatie die de de diepte in gaat. Maar je moet realistisch zijn: je weet niet wat mensen in de praktijk nodig gaan hebben. Dat hangt af van waar ze terechtkomen: van finance tot hoogleraarschap. Dan kun je je eigen vak heel belangrijk vinden, maar niet iedereen heeft er wat aan.”

  • Kees Vuik werkt sinds 1988 aan de TU Delft en werd in 2007 benoemd tot hoogleraar. Hij schat het aantal afstudeerders dat hij begeleid heeft op 200 en 45 promovendi van wie er nog 10 onderweg zijn.
Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.